Tag archieven: wedstrijd

Berichten over bepaalde wedstrijden, met of zonder uitslag staan hier beschreven.

Halve marathon in Flawinne

De marathon van Eindhoven is amper verteerd of er staat opnieuw een lange-afstand-wedstrijd op het programma. Niet echt een goed idee, maar wat doe je eraan?

Daags na de marathon voelde ik me verrassend goed, geen echte stijve spieren of andere vermoeidheidssymptomen. Op woensdag deed ik toch maar geen training, maar liep toch de opwarming mee. Hier voelde ik toch dat de spieren de 42km nog niet helemaal verteerd hebben. Op vrijdag liep ik wel de zomertoer met de Brokkenlopers mee, maar nog steeds voelde het zwaarder aan dan verwacht. Onverwacht verbeterde ik wel mijn besttijd op deze omloop.

Het komt er dus op aan om niet te snel volop te trainen. Desalniettemin kies ik voor een rustige duurloop op zondag op een bijna nuchtere maag en daags na een trouwfeest. Opnieuw voelt het zwaar aan en vrees ik dat ik het langer rustig aan moet doen. Maar woensdag staat er een halve marathon op mijn programma!! Het enige wat ik nu kan doen is twee dagen NIET lopen. Deze twee dagen blijven de onderbenen steeds zwaar aanvoelen.

Gelukkig is het woensdag beter. De benen voelen opnieuw normaal aan en hopelijk blijft dit zo. Eerst met de fiets naar het werk en daarna met de auto richting Namen, meerbepaald Flawinne. Het weer is gewoon schitterend. Er staat een mooie zon, er is geen wind en toch is het niet te warm. Tijdens de opwarming blijven de spieren gewoon aanvoelen, maar toch voel ik geen supervorm. De hartslag is echt wel hoger dan normaal.

De wedstrijd verloopt met leeftijdshandicap. De 50-plussers vertrekken om 10u en telkens 5 minuten later vertrekt de leeftijdscategorie. Op die manier vertrekken er een vijftigtal personen 5 minuten voor me. Het voordeel is dat gedurende de volledige wedstrijd mensen voor je ziet en kan inhalen. Om 10u05 is het aan de tweede groep. Ik heb geen idee met hoeveel we zijn en onmiddellijk na de start hang ik derde en heb geen behoefte om achterom te kijken. Ik concentreer me op mijn twee voorliggers. Na iets meer dan een kilometer gaat het bergaf en moet ik de twee eerste wat laten gaan. Juist op dat moment word ik gehinderd door een vrachtwagen en heb daardoor vrij snel een achterstand van een 50m.

Gedurende de volgende kilometers kan ik de achterstand niets verkleinen, integendeel. De vogels zijn gaan vliegen. Intussen haal ik heel regelmatig iemand in. De meeste haal ik zelfs in voor halfweg! De tweede helft is nog zwaarder. En net over de helft zie ik de twee eerste nog steeds voor me uitlopen. Na de lange helling (van 13 tot 15km) kom ik toch korter op één van de twee koplopers. De afstand met de tweede neemt opeens snel af. Tweede worden zit er dus zeker in, want ondanks de hoge hartslag en zware hellingen, kan ik mijn tempo nog redelijk terugvinden. Toch kom ik geen meter korter op de koploper van mijn leeftijdscategorie en ook haal ik bijna niemand meer in van de ‘ouderen’. Bovendien word ik zelf ook niet ingehaald door jongere lopers die na mij gestart zijn! Dit was vorig jaar nog wel het geval.

De laatste vijf kilometer loop ik dan ook zonder iemand echt in het zicht te hebben. De laaghangende zon maakt het soms moeilijk om vooruit te kijken. De ondergrond is hier net onverhard, maar wel met vrij veel stenen. Het is dus van belang om de ogen net voor je te richten en af en toe op te kijken om de bochten wat in te schatten. Het wordt steeds moeilijker om het tempo hoog te houden en de heel korte, maar steile stukken, zoals ter hoogte van het kasteel van Flawinne, maken het echt zwaar. Telkens is het alsof je aan de grond genageld wordt en je maar moeilijk kan loskomen. Om dan het ritme terug te vinden, is het echt op de adem trappen.

De leider van mijn categorie zie ik in de laatste kilometer nog (in de verte) voor me uitlopen en moet dus tevreden zijn met een tweede plaats. Ik loop als vijfde over de meet en heb dus amper drie lopers van de eerste groep niet ingehaald.

Als je alle categorieën in één uitslag giet, word ik 10e (van de 300). Ik passeer de finish na 1u23’50”. Indien de afstand correct is, loop ik dus een halve marathon, met meer dan 200 hoogtemeters in minder dan 4’00min/km. Opnieuw een doen bereikt. Vermits mijn horloge nog geen 21,1km aanduidde, heb ik nog eventjes doorgelopen en kan minder dan een minuut later toch afduwen.

  

Uitslag op RIS-timing

Marathon Eindhoven 2017 in 2u56’31”

De derde marathon dit jaar had maar één doel: eindigen binnen de 3 uur. Na een maandenlange voorbereiding moest en zou het lukken, maar elke wedstrijd moet gelopen worden.

De trainingen van afgelopen maanden verliepen min of meer zoals het hoorde. Sommige weken wou ik meer doen, maar door te luisteren naar mijn lichaam, lukte dat niet altijd. Toch kwam ik meerdere weken aan meer dan 100km. Voor mijn leeftijd en met mijn niveau mag ik dat zeker niet minimaliseren en tevreden zijn dat ik dat nog kan. Bovendien is er ook een leven naast het lopen. Zowel mijn vrouw als mijn kinderen hebben niet steeds op mij kunnen rekenen, ondanks ik me zo soepel mogelijk probeerde op te stellen. Een marathonloper moet af en toe egocentrisch denken om zijn doel hoger te leggen en toch te bereiken. Na de marathon van Parijs (3u01’47”) in april en de Great Breweries Marathon (3u04’49”) in juni, kom ik nu volmondig uit voor mijn doel: Sub 3Hr. Nu moet het me lukken om onder die symbolische, maar ook fysische, grens van de 3 uur te blijven.

Stress kwam er dit keer niet aan te pas. Ik was er zelf ook van overtuigd dat het moest lukken. De conditie toonde het aan en de inspanningsproef van afgelopen maandag bewees het zwart op wit. Natuurlijk moet elke wedstrijd gelopen worden, maar die regendruppels zouden me toch niet kunnen tegenhouden. Een opdracht voor het werk in Luxemburg paste niet echt in mijn schema, maar zou me ook niet benadelen. Het was een taperweek en een kort duurloopje op donderdag zou wel lukken. De restaurantbezoekjes waren niet overdreven en ook tijdens het taperen mag een mens toch eten, niet?

Terug op mijn werk, vrijdag namiddag, voel ik me ziek worden. De kids hadden het al zitten in begin van de week en  ik zou het toch ook niet krijgen. Nu toch niet!! Later op de avond werd het alleen maar slechter. Op tijd naar bed en een goede nachtrust zou hopelijk de genezing betekenen. Zaterdag is niets beter, integendeel. Ik vergeet al snel het kort loopje de dag voordien. Gelukkig kan ik nog wel iets eten en vooral het drinken van mijn carboloader en isotone sportdrank lukt zonder probleem. De laatste nacht slaap ik vrij goed, maar net voor drie uur word ik wakker en kan moeilijk opnieuw de slaap vatten en sta op om 5u20. Een rusthartslag van 51 ligt ver boven het normale en betekent dus niet veel goeds. Toch bijt ik door en ga ervoor. Vlug wat boterhammen smeren, de kids wakker maken en stipt om 6u vertrekken we richting Eindhoven. Gelukkig neemt mijn vrouw het stuur en kan ik als passagier nog wat rusten. Zonder veel verkeer komen we al voor half acht aan in het Beursgebouw voor het afhalen van het nummer en het afgeven van de eigen bevoorrading. Het omkleden zelf doe ik in het Belgian House. Stilaan voel ik me beter en maak me klaar in alle kalmte in in de beste omstandigheden.

Een half uur voor het startuur gaan we richting Mathildelaan en loop ik wat heen en weer als opwarming. Slechts een tiental minuten voor de eigenlijke start, zet ik mij in startvak B, net achter de elitelopers en andere toppers. Stipt om 10u klinkt het startschot en kunnen we eraan beginnen. De eerste kilometers niet te snel starten is de boodschap, maar toch lees ik na 1km 3’59”. De volgende kilometers verlopen wel korter bij mijn vooropgestelde tempo, zijnde 4’07”. Het gevoel is goed en ik heb de indruk dat dit niet te snel is. Na enkele kilometer zit ik in een gezellig groepje en hier hoop ik in te blijven. Na 13km gaat de snelheid iets omhoog en blijf ik mijn snelheid lopen. Mijn eerste persoonlijke bevoorrading staat op 15km en intussen heb ik gezien dat de even nummers rechts van de weg staat, maar ik vind mijn flesje niet. Even stoppen en toch ook maar aan de andere kant van de weg kijken, maar ook niets; mijn flesje is hier niet te vinden. Gelukkig heb ik mijn gellekes hier niet aan bevestigd en kan ik gebruik maken van de bekertjes AA en water. Mijn tempo blijft echt stabiel. Nog nooit heb ik zo lang, zo perfect mijn tempo gehouden. Halfweg kom ik door in 1u27’. Zelfs met een positieve split kom ik onder mijn beoogde doel terecht. Geen stress, want ik voel me nog uitstekend.

Zonder veel nadenken passeer ik de muur van de 30km. Nu begint de marathon pas echt. Mijn langste duurlopen bedroegen dan ook maar 32km. Er is geen reden tot paniek en ik voel me nog steeds uitstekend. Bij mijn vorige marathons begonnen nu de krampperikelen en voorlopig voel ik er niets van. Toch zakt mijn tempo lichtjes richting 4’14”. Van 36 tot 38km loop ik echt langzamer, maar besef nog steeds niet waarom. Is het omdat ik op 35km wel mijn flesje vond en te veel gedronken heb? Ondanks mijn eigen bevoorrading komen de krampen toch roet in het eten gooien. Ik kan niet meer versnellen en voel dat mijn voeten onvoldoende bloeddoorstroming krijgen. Schoenen te vast? Mijn tenen wat op en neer bewegen gaat niet meer, want dat veroorzaakt nog meer pijn in mijn kuiten. Gewoon verder lopen zoals ik bezig ben, is het enige wat ik nog doen. Gelukkig herstelt het tempo zich naar 4’13”. Gelukkig blijven de krampen uit en loop ik met de glimlach de laatste kilometer in 4’12” en naar de finish onder de drie uur. Missie geslaagd: 2u56’31” is mijn huidige PR op deze afstand!!

Tijdens de terugrit begin ik mij opnieuw minder goed te voelen en het duurt tot maandag avond eer ik me niet meer ziek voel. Is het door de adrenaline dat ik me een uur voor de start toch vrij goed voelde? Kan dat? Bovendien ben ik blij dat ik dag nadien nergens spierpijn voelde of zou ik toch nog beter kunnen en heb ik daardoor geen stijve spieren??

Enkele collega-Brokkenlopers tekenden ook present en sommige liepen een indrukwekkende PR. Lees het verslag van Kevin (2u37’06”), Davy (2u41’23”) en Dirk (3u24’57”) op onze blog.

Enkele dagen na de marathon heeft de organisatie een digitaal magazine over deze wedstrijd gepubliceerd. Op bladzijde 2 zie een foto van bij de start, waar ik vrij goed zichtbaar ben, grappig zelfs.

Crescendoloop Pellenberg

Amper drie dagen na de 10 Miles loop ik al een volgende wedstrijd; zijnde de laatste van het criterium ‘Marathon van Lubbeek’.

Na de 10 mijl van afgelopen donderdag in Brasschaat liep ik enkele dagen op een wolk, een runner’s high pur sang. De zomertoer op vrijdagavond bracht me wel wat dichter bij de grond, maar het gevoel van een 10 mijl te lopen net niet onder het uur deed me toch goed. Zondag staat er opnieuw een heuvelachtige stratenloop geprogrammeerd en dan zal het heel wat minder worden.

Vooraleer het mijn beurt is, mogen de Tibo & Tobi hun wedstrijd lopen. Zij staan respectievelijk zesde en vijfde in de tussenstand. Zij lopen beide een schitterende wedstrijd en worden hier zesde en vijfde, beide vlot onder de 16 minuten. In het eindklassement worden ze hiermee vierde en derde. Tobi komt hiermee dus op het podium terecht.

Podium 4K

Rond 15.30u is het mijn beurt. Bij het zien van de deelnemers is al duidelijk dat ik hier 4de of 5de wordt. De drie eerste zijn vooraf gekend, ook al moet elke wedstrijd gelopen worden. Met Kevin, Chris en Frank aan de start is de top 3 toch wel gekend. Voor de vierde plaats zal het ook dit keer gaan tussen Birger en mezelf. In Linden en Lubbeek was hij veel sterker, maar in Binkom kon ik hem enkele kilometers voor het einde bijhalen en voorblijven. Benieuwd hoe het vandaag verloopt.

Onmiddellijk na de start is al heel snel duidelijk dat ik met de voorspelde top 3 het bij het rechte eind heb. Het verschil tussen de tweede en de derde is niet heel groot, maar Kevin loopt maar liefst 3,5 minuten(!!) voor de tweede over de finish. Voor de vierde plek gaat het inderdaad tussen Birger en ik. We lopen dan ook samen de eerste kilometer. In de Meistraat loopt hij iets van me weg. Hopelijk kan ik dit nog goed maken in de tweede ronde.

In het Gasthuisbos kom ik stilaan terug bij hem en dan moeten we samen aan de lange klim beginnen. Hier loop ik opnieuw voor hem, maar hij blijft toch aanklampen. Samen lopen we de eerste keer over de finish en gaan we de tweede ronde in. Vol goede moed houd ik het tempo zo hoog ik kan, zonder te forceren. Ik voel dat de afstand tussen ons iets groter wordt en plots hoor ik hem niet meer. Een verplichte sanitaire stop zorgt ervoor dat de spanning er af is. Toch wil k niet vertragen en blijf mijn uiterste best doen.

Natuurlijk ligt mijn snelheid iets lager dan tijdens de eerste ronde. Tijdens de beklimming van de Meistraat-Molenstraat heb ik het echt wel moeilijker dan de eerste passage. Achteraf blijkt zelfs dat ik het Stava-segment tijdens de tweede ronde 5″ sneller gelopen heb. Dit is echt uitzonderlijk en verklaart waarom ik het moeilijker had.

In ieder geval heb ik hiermee mijn voorsprong op de eerste achtervolger verder uitgebreid en wordt dus vierde, net naast het podium. Toch mag/moet ik hiermee tevreden zijn; een gemiddeld tempo van 3’55” op dit parcours vind ik helemaal niet slecht. Vorig jaar bedroeg dit nog 4’07”.

     

 

10 Miles “Koen Van Dijck”

Na enkele weken specifieke voorbereiding voor de marathon staan er deze week twee wedstrijden op het programma. Niet ideaal, maar ik ben niet de prof die zijn schema op de letter moet volgen.

De afgelopen weken heb ik vooral lange duurlopen gedaan afgewisseld met lange intervallen. In de laatste twee weken komen de loopkilometers dan ook boven de 100km/week uit. Deze week zullen er minder kilometers, maar zullen op donderdag en zondag vooral snellere kilometers gelopen worden.

Vandaag, donderdag 14 september, staat een 10 mijl geprogrammeerd. Dit is een wedstrijd die georganiseerd worden door het bataljon Artillerie in Brasschaat. Dit is dus een militaire wedstrijd, met enkel militairen aan de start. Dit betekent alles behalve dat er weinig kwaliteit aan de start staat, integendeel. Toch blijkt de opkomst vrij laag te liggen en blijkt er veel kwaliteit niet aanwezig te zijn.

Met veel file en regenbuien arriveer ik gelukkig nog tijdig aan de start. De wegen liggen nat en spekglad. Tijdens de opwarming had ik echt moeite om vooruit geraken en dus besluit ik om toch andere schoenen aan te doen voor de wedstrijd. Er werd me wel verzekerd dat het gedeelte ‘onverhard’ goed beloopbaar is. Bovendien ligt de enkel de weg in de buurt van start en aankomst er zeer glad bij, omdat hier quasi nooit gereden wordt.

Oef, net voor de start komt de zon er terug door en het ziet er naar uit dat we een mooie wedstrijd gaan krijgen. Intussen weet ik aan welke snelheid ik ongeveer kan starten en probeer zeker niet té snel te vertrekken. Het zijn twee ronden van 8km en ik wil zeker niet te veel verval zien in de tweede ronde. Onmiddellijk na de start hang ik ongeveer vierde-vijfde. Het blijft moeilijk om in te schatten hoe sterk de tegenstand is en op de kledij mag je je natuurlijk ook niet baseren. Toch doe ik het.

Halfweg de eerste kilometer word ik ingehaald door iemand waarvan ik zeker ben dat ik die het hogere tempo gaat volhouden. Dat wordt zeker een kandidaat winnaar. Van de anderen die voor en in de buurt van me lopen, twijfel ik of ze niet te snel gestart zijn. Ik blijf sowieso rustig maar toch houd ik de snelheid vrij hoog. Ik zal blijven proberen de voorgangers bij te benen, op eentje na dan toch.

Na iets meer dan één kilometer verdwijnt de zon en gaan de hemelsluizen open. De regen vindt al snel een weg door de bomen en het lichaam krijgt volop waterkoeling. Intussen loop ik op de tweede plaats, maar de vogel is al gaan vliegen; de koploper verdwijnt al uit het zicht voor elke bocht. Dit maakt het veel moeilijker omdat ik nu zelf de weg moet ‘zoeken’. De regen heeft de weg wel gevonden en valt intussen met bakken uit de lucht. De seingevers, echt voldoende aanwezig, proberen zich droog te houden en schuilen steeds verder onder de bomen.

Gelukkig wacht er één van de twee begeleiders op de fiets op  de tweede loper zodat ik ook zie waar ik naartoe moet lopen. Mijn nummer is losgekomen en bij een poging om het opnieuw vast te maken, vliegt het zelfs volledig weg. De regen blijft met bakken uit de lucht vallen en de wegen geraken stilaan vol te staan met water. De eerste ronde leg ik af in minder dan 30 min! Hopelijk ben ik toch niet te snel aan het lopen en houd ik dit nog 8km vol.

Tijdens de tweede ronde blijft het meer dan hevig regenen. Ik probeer de grootste plassen te ontwijken, maar af en toe mislukt dit toch waardoor mijn voeten/schoenen intussen doorweekt zijn. Ik merk zelfs dat de fietser het ook niets te warm heeft en af en toe met zijn handen moet schudden om ze wat op temperatuur te houden. Bij deze wil ik mijn dank en respect uitdrukken voor de begeleiders en seingevers die al dan niet vrijwillig, in dit weer, voor een goede organisatie zorgen.

Donker en nat, meer valt er over deze tweede helft niet te zeggen. Ik kan gelukkig het tempo min of meer vasthouden, zodat er geen gevaar meer dreigt van achteruit. De aankomst, na 16km, bereik ik na 1u00’34”. Dit is veruit mijn beste tijd op deze afstand. Mijn horloge duidt op dat ogenblik nog maar 15,7k aan dus probeer ik nog wat verder te lopen tot de 16,1 of exacte 10M.

Gelukkig is de aankomstzone overdekt en heeft de organisatie voor warme thee gezorgd. Uitlopen in dit weer zou eerder voor onderkoeling zorgen en ik verkies om toch maar voor de warme douche te kiezen. Dat een warmwaterstraal zo pijn kan doen, heb ik ook nu pas een eerste keer gevoeld. Na de douche is het wachten op de prijsuitreiking. Er zijn leeftijdscategorieën, waardoor ik niet een tweede plaats algemeen, maar een eerste plaats veteranen gelopen heb.

 

     

B.In.Kom-Run 2017

Exact twee weken na de Bierloop staat de volgende wedstrijd op het programma. Vandaag loop ik de derde manche van de marathon van Lubbeek; dit keer is Binkom aan de beurt.

Op het programma staat een 14km-lange stratenloop in een glooiend landschap. er zijn dus niet echt steile hellingen, maar vlak is het alleszins niet. Het is afwachten wie er allemaal aan de start zal verschijnen. Binkom is traditioneel de minst populaire loop van de vier, maar dit wil niet zeggen dat er geen sterke lopers aanwezig zijn.

Reeds lang voor de start zijn de sterkste lopers al aanwezig. Eentje loopt zelfs de 4K ook mee. Het is dus al snel duidelijk wie één en twee gaat worden hier. Samen met Kevin lopen we een deel van de omloop als opwarming. Na meer dan 4K komen we terug aan de start en lopen we elk apart onze korte versnellingen. Hiermee zijn we meer dan goed opgewarmd. Het weer is zomers, +25°C, zeker als je dit vergelijkt met de laatste dagen. Deze opwarming geldt ook als verkenning voor het parcours. In de afgelopen week heb ik hier ook gelopen, maar ik liep in omgekeerde richting 🙂 .

Vooraleer het startschot kan gegeven worden, is het nog even wachten op de laatste deelnemers van de vorige wedstrijd, de 7K. Een goede 10-tal minuten na het voorziene startuur kunnen we dan toch van start gaan. Op het eerste zicht zie ik drie ‘concurrenten’ die voor me gaan eindigen. Zonder vergissingen kan ik dus vierde worden, net geen podium dus. Hier is geen podium voor Masters +35 voorzien, al zou ik hier tweede Master kunnen worden.

Onmiddellijk bij de start loop ik als vijfde. De drie verwachte, snellere lopers en nog eentje die gewoonlijk snel start, maar die ik normalerwijze wel kan inhalen. De eerste 500m zijn dalend, onmiddellijk gevolgd door een klim van 1,5km. Pas op het einde van de beklimming haal ik de vierde, snel startende, loper in, maar dit keer lost hij niet. Toch hoor ik aan zijn ademhaling dat ik mij geen zorgen hoef te maken.

Bij de volgende helling moet hij wel lossen. Op dit ogenblik is de vierde plek al vast. Ik heb daarvoor al niemand achter mij gezien. Het is al geruststellend dat ik niet meer denken om deze vierde plek te verliezen, tenzij ik zelf een inzinking krijg. Doseren, zeker bij dit warm weer, is duidelijk de boodschap. Een derde plek is normaal niet haalbaar. De loper die voor mij is, loopt in dit soort wedstrijden 5″ à 10″/km sneller dan ik. Toch loopt hij dit keer niet echt van me weg en heb ik steeds iets om me op te focussen. Op die manier passeren we de aankomst voor de eerste keer en beginnen we aan een tweede, identieke ronde. Met een hartslag van 170 hs/min loop ik nog niet in overdrive en zal ik die tweede ronde niet al te veel moeten vertragen.

Droom ik of kom ik werkelijk korter bij mijn voorligger? Hij loopt nochtans steeds sneller dan ik en zou ik hem dit keer kunnen bijhalen?? Zonder overmoedig te worden, houd ik het tempo vrij hoog en besef dat ik toch iets korter kom, zeker op de hellingen. Net voor we van de grote baan rechts draaien richting bos, kom ik net achter hem. Nu kies ik ervoor om bij hem te blijven, want ik weet dat hij in het bos beter (lees: sneller) loopt dan ik. Toch voel ik in het bos dat ik hem goed kan volgen en dat zelfs mijn hartslag ruim onder de 170 hs/min blijft.

Net na het bos is het nog 2,5K gaat het terug bergop. Nu moet ik het verschil maken. Ik versnel dan ook en hoop dat hij moet afhaken. Het gaat hier wel over de derde plaats!! Na enkele honderden meters voel ik dat hij moet lossen. Hopelijk heb ik niet te veel op mijn adem getrapt (piekhartslag van 179 hs/min) en kan ik de inspanning volhouden tot het einde. Na de helling kan ik het tempo nog wat opdrijven en zo mijn derde plaats veilig stellen. Uiteindelijk heb ik zelfs een voorsprong van meer dan een halve minuut. Bij de twee vorige Lubbeekse stratenlopen (Linden en Lubbeek) was hij voor me; dit keer ben ik voor hem.

 

Bierloop 2017

Midden augustus staat er in Holsbeek een Bierloop op de agenda, georganiseerd door jeugdhuis Tveldeke.

Na de intervaltraining van woensdag las ik donderdag een relatieve rustdag in met enkel een traag loopje van bijna 7Km. Op vrijdag voel ik dan alweer kriebelen en ondanks de lekkere (en iets zwaardere) maaltijd ’s middags maak ik er een tempoloop van. Na het werk loop ik mijn Pellenbergtoer (15Km) @ 4’19” min/km. Op dat ogenblik ging ik er niet van uit dat daags nadien een wedstrijd zou lopen.

Zaterdagochtend bestond de wedstrijd nog enkel in mijn gedachten, maar stond nog niet in mijn agenda. Pas bij de keuze van het middageten beslis ik om toch deel te nemen aan de Bierloop en wissel het warme middageten in voor een lichtere maaltijd bestaande uit havermout met banaan en bosbessen. Bovendien zijn mijn bussen etixx Isotonic op en moet ik het doen met water.

Het is duidelijk dat ik geen topatleet ben; na de tempoloop van de dag voordien voelen mijn benen echt zwaar aan. De opwarming voor de wedstrijd zal dus iets uitgebreider moeten zijn. Gelukkig is de start niet ver van huis en kan ik met de fiets rijden. Dit is al een eerste opwarming. De inschrijving gaat vlot en ruim op tijd ben ik klaar om aan de opwarming te beginnen. Een 30-tal minuten voor de start begin ik effectief aan de opwarming. Het wordt een zware wedstrijd en daarom wil ik niet te veel krachten verspillen. Dankzij enkele ‘anciens’ beslis ik toch om gewone loopschoenen aan te doen en niet de trailschoenen die ik meegebracht heb. Het parcours is, ondanks de regen, goed beloopbaar en bovendien zijn er teveel stukken waar trails nadelig zijn.

Tijdens de verkenning loop ik nog eens de helling van de eerste kilometer op en besef dus maar al te goed dat deze iedere deelnemer tot in het rood zal doen gaan. Het wordt dus opletten geblazen om niet over de limiet te gaan. Bij de start zet ik me zeker niet helemaal vooraan. De start is zelfs een gezamenlijke start van de 3K, 7K en 14K. Het is dus niet in te schatten hoe snel de concurrenten van de 14K vertrekken.

Net na de start zoek ik mijn goed ritme zonder te forceren, maar ook zonder te traag te willen starten. Op de helling begin ik er al enkele in te halen, maar word ik zelf toch ook ingehaald; hopelijk enkel door deelnemers van de 7K. Op het einde van de weg wordt het steeds steiler en dus steeds zwaarder. Het begin van het bos is zelfs nog steiler en hier is het echt op de adem trappen. Eénmaal boven wordt het een bosloop met afwisselend stijgend en dalend, smalle en brede wegen, verhard en onverhard. De enige constante is de hoge hartslag. Alhoewel. Na iets meer dan 2K kijk ik naar mijn horloge en zie een hartslag van amper 135 hs/min. Ondanks mijn horloge redelijk vast gedragen wordt, is dit duidelijk onvoldoende om een goede meting te hebben. Ik trek het bandje dan snel wat strakker aan en niet veel later verschijnen realistischere cijfers: 170 en meer.

Toch loop ik vooral (en alleen) op gevoel. Op de hellingen kan ik sowieso niet sneller en bij de afdalingen zit er niet ook al niet veel marge op. De enkele vlakke stukken zijn de enige stroken waar ik net onder de limiet kan lopen.

Bij het ingaan van de tweede ronde is het echt sterven op de eerste helling in het bos. Er loopt iemand vlak achter mij en ik loop al boven de limiet. Helemaal boven neem ik gelukkig een kleine afstand. Iets later zie ik mijn voorligger en heb net gehoord dat ik op de zesde plaats loop. Spijtig genoeg herken ik mijn voorligger en weet dat hij op reserve loopt. Zodra ik iets korter kom, versnelt hij opnieuw. Hem inhalen wordt dus onmogelijk. Intussen heb ik een aardige voorsprong op mijn achterligger en probeer ik in te schatten waar hij ergens zit. Voorlopig heb ik voldoende voorsprong en tel de kilometers af. Ik kan de snelheid hoog houden en behoud dus mijn zesde plaats.

Wetende wie er allemaal gestart is, ben ik meer dan tevreden met deze plaats. Spijtig genoeg zijn er maar twee senioren voor mij en word ik dus vierde master en dus geen podiumplaats. Toch keer ik heel tevreden naar huis, met een fles Broeder Jacob.