Tag archieven: snelheid

Duurloop tijdens de middag

Na de intervaltraining met de collega’s van DCLA, is het vandaag waarschijnlijk best om niet te forceren. Bovendien staat er morgen een aflossingsuurloop op het programma. Dit is zeker te vergelijken met een stevige intervaltraining van 8 x 400m. Zondag staat er zelfs een wedstrijd op het programma: Loop zonder dope. Dit wordt afzien op een heuvelachtig parcours over drie ronden van vijf kilometer, 15K afzien!!

Eénmaal klaar om te vertrekken, blijkt dat we dit keer met twee zijn. S. en ik besluiten al vrij vlug om er een duurloop van te maken, iets verder dan onze standaard omloop van 8 à 9 km. Al van bij de start zit het tempo er vrij snel in. We lopen al vanaf de eerste kilometer aan een tempo van 5’15” – 5’20” of ongeveer 11,3 km/u. Zonder hindernissen, zoals tunnels en wegen oversteken, blijven we deze snelheid goed aanhouden. Ondertussen kunnen we blijven praten, wat betekent dat we zeker niet aan het overdrijven zijn. De ademhaling blijft rustig.

In tegenstelling tot andere keren lopen we na vier kilometer rechtdoor en draaien we aan de Sequoia-bomen niet rechtsaf om terug te keren naar Leuven. We blijven het Dijlepad volgen en na de E40 gekruist te hebben en een saaie lus om de spoorweg te kruisen, komen we aan in Heverleebos. Hier hebben we ontzettend veel mogelijkheden. We lopen zonder veel nadenken over de brede bospaden, zodat we aangenaam met twee naast elkaar kunnen verder lopen. De snelheid wordt mooi aangehouden. Waar de ondergrond goed beloopbaar is, blijven we sneller dan 11 km/u lopen.

De laatste kilometers zijn spijtig genoeg langs en op asfaltwegen. We zoeken nog een klein omweggetje op langs de abdij van ’t Park om via de Philipssite terug Leuven Centrum binnen te lopen.  Deze afwijkende toer opens perspectieven om meer richting Heverleebos te lopen. Het volstaat om een iets ‘groenere’ terugweg te vinden en ik denk dat we wel meermaals in die richting zullen lopen. Het hangt natuurlijk allemaal af van wie er meeloopt en welke afstand we bereid zijn om te lopen.

Ondanks de stelling dat ik niet wou forceren, hebben we er toch mooi tempo op zitten. Gelukkig heb ik niet moeten forceren en kan ik morgen zonder te zware benen aan de aflossingsuurloop deelnemen.

Movescount_logo     strava


 

Eerste werkdag en snelle Sequoia

Na het loopje van gisteren met mijn zoontje van 10, Tibo, is het vandaag weer tijd voor routine. Met uitgesteld relais (het is al dinsdag) is het vandaag mijn eerste werkdag van de week. Na een korte rondvraag in de voormiddag zijn er toch enkele collega’s die ook zin hebben om vanmiddag een toertje te gaan lopen. In tegenstelling tot de voorbije periode begint het nu wel net te regenen als we vertrekken. Gelukkig regent het niet echt fel, dus we kunnen rustig opwarmen, zonder te nat te worden.

De eerste drie kilometers worden rustig gelopen. Na de splitsing waar R. rechts weg draait, gaat het tempo iets de hoogte in. G. zet zich op kop en brengt ons op een snelheid van iets onder de 12 km/u. Op dat ogenblik wordt er al heel wat minder gepraat. Ik bengel steeds aan het staartje blijf me vrij goed voelen. Reeds voor het vertrek had ik het plan om er een tweede ronde aan te knopen. Ik had natuurlijk geen idee welk tempo er zou gelopen worden. Deze snelheid doet me wel twijfelen of ik er nog een tweede rondje zou aan toevoegen. Als de beslissing moet genomen worden, ga ik toch voor een tweede rondje en vraag aan de rest of er nog iemand zin heeft in een tweede rondje. Weinig interesse, zo blijkt.

Ik draai op het gepaste tijdstip rechts in plaats van links richting start. Onmiddellijk versnel ik wat. Het is de bedoeling om niks te forceren, dus geen segmenten van Strava aanvallen vandaag. Zonder hartslagmeter weet ik wel niet wanneer ik té snel zou lopen, maar ik probeer naar mijn lichaam en ademhaling te luisteren. De snelheid blijft er goed inzitten en het is nu toch wel de bedoeling om deze snelheid aan te houden tot waar ik me afgezonderd heb.

Ondanks de toenemende regenval en de daarbij horende modderige wegen heb ik plezier in het lopen. Het blijft goed gaan en een controle achteraf bewijst het ook. Mijn snelheid blijft aanhouden, beter zelfs, de kilometertijden dalen stelselmatig van 4’38 tot 4’31”. Elke kilometer loop ik 1 à 2 seconde sneller. Dat is pas een voorbeeld van tempo lopen. Het lopen heeft me vandaag echt wel deugd gedaan.

Movescount_logo     strava


 

DCLA-duurloop met pittig einde

Op vrijdag staat er natuurlijk een training van DCLA op de agenda. Het blijft steeds een uitdaging om op het einde van een werkweek nog voldoende energie over te houden om deze training tot een goed einde te brengen. Na de intervaltraining van afgelopen woensdag volgt een rustdag. Gisteren was ik als fotograaf van dienst in Brussel en ook ’s avonds heb ik de prioriteit gegeven aan het verwerken van de foto’s. Ik heb de rustdag dan ook heel letterlijk genomen en heb gisteren geen sport gedaan. Echten rusten is dat natuurlijk ook niet. Het was dan toch wel een dag van veel rechtstaan en rondlopen en dat met een zwaar fototoestel in de armen.

Vandaag stonden er, naast enkele vergaderingen, nog twee items in mijn agenda. Op de middag stond er een Breugeliaans buffet op het menu. Dit is duidelijk niet een normaal middagmaal. Ik passeer dan ook meermaals aan en neem telkens ook voldoende brood. Als het op eten aankomt, sta ik nog steeds vooraan in de rij. Toch laat ik mij niet verleiden om achteraf nog veel wijn en/of bier te drinken. Ik begin steeds meer te denken aan mijn volgende afspraak: de training van vanavond met de collega’s van DCLA. Normaal staat er op vrijdag een 15K gepland. Voor de zomer heb ik deze duurloop een keer meegelopen en met een gemiddelde boven de 12 km/u is dit voor mij echt wel zwaar. Dit is echt meer dan een training.

De afgelopen dagen heb ik, voor mijn gevoel, steeds goed gelopen. Ik ga er dan ook van uit dat ik vandaag mee kan volgen. Samen met Tibo en Tobi vertrekken we tijdig naar DCLA. Daar hoor ik snel dat het geen training is voor de jeugd en dus staan mijn twee zoontjes daar voor niks. Vermits we afgezet werden, kunnen we niet terug naar huis. Opeens stellen de twee tienjarigen voor om zelf terug naar huis te lopen, dan hebben ze toch ook een training gehad. En weg waren ze. Op dat ogenblik stond er niets meer in de weg en kon ik, na enkele maanden, nog eens testen of ik in de juiste groep zat. Kan ik hen goed volgen op deze vijftien kilometer?

Vandaag stelt D. voor om eens een ander parcours te lopen. Niemand is daar natuurlijk tegen en dus vertrekken we eens de andere kant op, richting Pellenberg en Korbeek-Lo. Degenen die de regio wat kennen, weten onmiddellijk dat dit een geaccidenteerd parcours is. Langs smalle wegen en nog smallere bospaadjes en veldwegeltjes lopen we een langs menig hellingen en afdalingen. Het tempo ligt niet te hoog. Op de meeste paden is het goed uitkijken waar je je voeten zet. Ik heb enkele weken geleden al twee keer mijn voet omgeslagen. Gelukkig zonder erg. Het nadeel van ’s avonds te lopen is dat het natuurlijk steeds donkerder wordt. Als je dan nog in bossen loopt, is het op sommige plaatsen echt wel donker en moet je dubbel en dik uitkijken. Bovendien is het geen zomer meer en koelt het na zonsondergang vrij fors af. Bij de start scheen nog volop de zon en was het vrij warm. Intussen is het al vrij fris.

Wanneer we terug richting atletiekstadion lopen en iedereen zijn weg zelf kan terugvinden, gaat de snelheid stelselmatig omhoog. Er komt zelfs een afscheiding in de groep. Ik loop dan toch met het kopgroepje mee. Voor mij is de omgeving en de te volgen weg naar de Gaston Roelants Arena niet echt gekend, dus ik loop in de tweede lijn. Bij elke bocht moet je dan wat inhouden en terug aansluiting vinden. Toch kan ik de koplopers net volgen en wordt het toch nog een pittige training. Ondanks de sterke afkoeling, heb ik toch genoeg zweet nodig om mijn lichaam op de juiste temperatuur te houden. Een laatste (volledige) kilometer lopen in 4’06” (=14,6km/u) is me nog niet vaak gelukt. E na een uur lopen, nog nooit denk ik.

Na ochtendrace, uitlopen ’s middags

Je hebt zo van die dagen dat je denkt dat alles kan. Vanmorgen heb ik mijn jaarlijkse sportproef afgelegd, met niet het gewenste resultaat. Het lopen daarentegen verliep wel zoals gepland. Met een gemiddelde snelheid van 15,5km/u mag ik niet ontevreden zijn.

Omdat de sporttest in de ochtend plaatsvond, is het daarna een gewone werkdag. In plaats van me te douchen, besluit ik om tijdens de middagpauze nog wat te lopen. Spijtig genoeg zijn er geen collega’s die me kunnen vergezellen. Toch blijf ik volharden in de boosheid en ga een tweede maal op een dag lopen. Dit keer wel wat trager, maar langer dan vanmorgen. Ik vertrek rustig, maar merk toch dat het sneller is dan normaal. Ik steek het maar op de snelheid van vanmorgen waarom ik nu ook iets sneller loop. Ik ben toch alleen en kan dus mijn eigen tempo lopen zonder iemand achter te laten of zonder achter gelaten te worden. Om echt goed te zijn, is dit een echte herstelloop, enkel en alleen om de verzuring van vanmorgen tegen te gaan. Er zijn niet veel wandelaars en fietsers dit keer en daarom kan ik overal vrij vlot lopen. Langs het Dijlepad zie ik iemand voor mij uit lopen en heel langzaam lijk ik korterbij te komen. Alleen dit beeld is al genoeg om me iets sneller te doen lopen. Net als ik haar bijgehaald heb, sla ik rechtsaf en loop verder richting IMEC. Ik kijk niet eens of de weg terug beschikbaar is en loop al uit gewoonte langs de voorkant van het nieuwe torengebouw.

De rest van het parcours loop ik verder met een relatieve hoge snelheid, voor mijn doen althans. Het deed echt deugd om zo te kunnen lopen. Met kunnen bedoel ik deze snelheid aanhouden zonder op de adem te moeten trappen en niet het feit dat ik alleen heb gelopen. Zonder echt te vergelijken, heb ik de indruk dat ik intussen het niveau van voor de zomer al bereikt heb. Het komt er nu op aan om niet te overdrijven, voldoende rust in te bouwen en iets meer tijd te steken in andere vormen van sport dan lopen.

Phef 2015

Vandaag staan de jaarlijkse Phef’s (Physical Evaluations Fitness) op het programma. Deze testen worden dit jaar voor het eerst uitgevoerd, in vervanging van de gekende MTLG’s (Militaire testen voor Lichamelijke Geschiktheid. De aerobe test, zijnde 2400m lopen is niet veranderd.

core strength side bridge
core strength side bridge

De anaerobe proef daarentegen is totaal verschillend. In het verleden bestond de anaerobe proef uit een dynamische gedeelte, zijnde sit-ups en opdrukken. Dit jaar bestaat het anaeroob gedeelte uit een statisch gedeelte, meer bepaald de Left- and Right Sidebridge.

 

In de afgelopen maanden heb ik natuurlijk genoeg gelopen. Dit is nooit een effectieve training geweest voor deze test, maar het brengt natuurlijk wel de nodige conditie en efficiëntie bij om hier vlot te slagen. Voor de side bridge daarentegen, heb ik niet geoefend. In de maand mei heb ik het wel enkele keren geprobeerd en daarvan wist ik dat het niet eenvoudig is om deze houding lang genoeg te kunnen aanhouden. Bij de uitleg hoe de test zou afgenomen worden en zelfs tijdens de begeleide opwarming (ook een unicum) wordt duidelijk vermeld dat je hiervoor moet trainen. Ik besluit hieruit dat deze test NIET meet hoe fit je bent, maar enkel hoeveel je ervoor getraind hebt. Voor mij is het duidelijk: niet genoeg getraind, tenminste als je het maximum der punten als de referentie neemt!

Na deze anaerobe proef in zaal, gaan we naar buiten voor de loopproef. In het verleden werd deze proef afgenomen op de atletiekpiste van het sportkot in Heverlee. Dit jaar vindt deze proef plaats op betonbaan tussen de bomen. Eén rondje over deze omloop bedraagt 1200m, exact de halve afstand dus. Het is dus de bedoeling om deze zo snel mogelijk af te leggen. Om iedereen goed te begeleiden wordt de tussentijd na 400m individueel vermeld. Hiermee heb je onmiddellijk een idee hoe snel je vertrokken bent en kan je nog tijdig corrigeren.
Ik krijg de melding na 100m reeds dat ik te snel gestart ben. Het klopt wel, na 100m heb ik een tussentijd van 20s en dat is inderdaad een snelheid die ik niet kan volhouden. Ik houd me dus iets meer in. Op dat ogenblik heb ik niemand meer voor me en hoor ik zelfs niemand meer achter me. Daarvoor is mijn voorsprong op de tweede al iets te groot. Na 400m kom ik door op 1’28” en zelfs dat is voor mij toch wel snel. Dit is volledig te danken aan de snelle start van de eerste 100m. Bij mijn eerste passage, halfweg dus, kom ik door na 4’45”. Als ik dit tempo blijf lopen, betekent dit een eindtijd van 9’30” en dit ligt volledig in de lijn van mijn mogelijkheden. Hiermee ben ik wel tevreden, maar dat houdt wel in dat ik de huidige snelheid nog iets meer dan een kilometer moet volhouden.
De tweede ronde loopt gelijkaardig, met dat verschil dat het ook meteen de laatste is. Veel reserve moet je nu niet meer overhouden. Ik probeer de snelheid minstens zo te houden. Met een cadans van 172-175 passen per minuut zit ik zeker hoger dan normaal. Enkel mijn pas iets vergroten volstaat om de snelheid op te drijven. In de twee laatste bochten houd ik toch iets in, omdat de ondergrond vol ligt met wat zoal van bomen kan vallen: eikels, naalden, … Na twee kilometer kijk ik toch nog eens naar mijn horloge en zie een kilometertijd van 3’51”. Dat is effectief iets sneller dan de eerste kilometer. Het volstaat om dit tempo vol te houden tijdens de laatste 400m en eventueel nog wat te versnellen na de laatste bocht, wat nog lukt ook. Mijn eindtijd luidt: 9’13”. Als ik mij niet vergis is dat zelfs een halve minuut sneller dan vorig jaar.

Trainen wordt dus zeker beloond. Nu nog trainen voor de side bridges.

Movescount_logo     strava

 

 

Nuchtere ochtendloop op snelheid

Het weekend is alweer voorbij. Mede door de langere duurloop van zaterdag was het gisteren een zondag, rustdag. Er stond dan ook een familiefeestje op het programma. Voor velen was dit duidelijk geen rustdag. Op Strava heb ik sterke tot zeer sterke prestaties gezien van enkele dorpsgenoten. Zij hebben het mooie weer van deze zondag gebruikt om er een stevige training van te maken.

Vandaag heb ik een dagje verlof; niet dat het nodig is ten gevolge van het feestje, neen, het wordt een dagje sauna vandaag. Maar vooraleer naar het saunacomplex te vertrekken, ga ik toch eerst wat kilometers hardlopen. Ik vertrek samen met de kinderen naar school, zij met de fiets, ik op mijn loopschoenen. Toch zit ik met gemengde gevoelens, maar dan in positieve zin. Enerzijds zou ik deze nuchtere ochtendloop moeten gebruiken om rustig te lopen zodat mijn lichaam leert om vet te verbranden. Bovendien heb ik morgen mijn fysische evaluatietesten. Dit zijn dus al twee redenen om het rustig aan te doen. Anderzijds heb ik er zin in en wil ik toch ook wel op snelheid trainen. Het gevoel wint van de ratio en ik loop dus toch te snel.

Wetende dat ik met een bergaf start en dat er twee fietsers me op de hielen zitten, heb ik onmiddellijk het gevoel dat de snelheid er al goed in zit. Het hierboven vermelde denkproces begint weer. Ik houd mij dus toch wat in. Ik wil er zeker geen wedstrijd van maken en het is dan toch een omloop van 11K die moet afgelegd worden. De temperatuur van 8°C is eigenlijk ideaal om wat sneller te lopen. Té warm wordt het nu niet te rap, maar toch begint het zweet me al vrij vroeg uit te breken. Dit zal hoogstwaarschijnlijk te maken hebben met het feestje van gisteren. Tenminste, dat maak ik mezelf wijs.

Ik loop de eerste kilometers dus toch met de nodige reserve. Mijn hartslagmeter heb ik niet om, dus daar kan ik niet op rekenen; mijn gevoel is dit maal de enige rem. Deze snelheid wil ik zeker aanhouden en alleen daardoor versnel ik lichtjes. Dit proces van niet willen vertragen, doet me stelselmatig versnellen. Ik kijk ook enkel bij de afloop van elke kilometer kort naar mijn horloge. Telkens zie ik een kilometertijd die begint met een 4. Ik loop dus steeds onder de 5′ min/km. Ik zie zelfs tussentijden onder de 4’50”: ik ben dus goed op dreef. Op de terugweg naar huis, de laatste drie kilometer, loop ik toch wel in het rood. Ik voel me goed en ondanks ik morgen nog een test moet lopen van 2400m, blijf ik doorgeven.

Uiteindelijk kan ik over de deze elf kilometer blijven versnellen, met een voorlaatste kilometer van 4’31” en een laatste van zelfs 4’23”. Ik weet niet dat dit me ooit al eerder gelukt is, zonder het echt als doel te hebben.

Movescount_logo     strava