Op vrijdag staat er natuurlijk een training van DCLA op de agenda. Het blijft steeds een uitdaging om op het einde van een werkweek nog voldoende energie over te houden om deze training tot een goed einde te brengen. Na de intervaltraining van afgelopen woensdag volgt een rustdag. Gisteren was ik als fotograaf van dienst in Brussel en ook ‘s avonds heb ik de prioriteit gegeven aan het verwerken van de foto’s. Ik heb de rustdag dan ook heel letterlijk genomen en heb gisteren geen sport gedaan. Echten rusten is dat natuurlijk ook niet. Het was dan toch wel een dag van veel rechtstaan en rondlopen en dat met een zwaar fototoestel in de armen.
Vandaag stonden er, naast enkele vergaderingen, nog twee items in mijn agenda. Op de middag stond er een Breugeliaans buffet op het menu. Dit is duidelijk niet een normaal middagmaal. Ik passeer dan ook meermaals aan en neem telkens ook voldoende brood. Als het op eten aankomt, sta ik nog steeds vooraan in de rij. Toch laat ik mij niet verleiden om achteraf nog veel wijn en/of bier te drinken. Ik begin steeds meer te denken aan mijn volgende afspraak: de training van vanavond met de collega’s van DCLA. Normaal staat er op vrijdag een 15K gepland. Voor de zomer heb ik deze duurloop een keer meegelopen en met een gemiddelde boven de 12 km/u is dit voor mij echt wel zwaar. Dit is echt meer dan een training.
De afgelopen dagen heb ik, voor mijn gevoel, steeds goed gelopen. Ik ga er dan ook van uit dat ik vandaag mee kan volgen. Samen met Tibo en Tobi vertrekken we tijdig naar DCLA. Daar hoor ik snel dat het geen training is voor de jeugd en dus staan mijn twee zoontjes daar voor niks. Vermits we afgezet werden, kunnen we niet terug naar huis. Opeens stellen de twee tienjarigen voor om zelf terug naar huis te lopen, dan hebben ze toch ook een training gehad. En weg waren ze. Op dat ogenblik stond er niets meer in de weg en kon ik, na enkele maanden, nog eens testen of ik in de juiste groep zat. Kan ik hen goed volgen op deze vijftien kilometer?
Vandaag stelt D. voor om eens een ander parcours te lopen. Niemand is daar natuurlijk tegen en dus vertrekken we eens de andere kant op, richting Pellenberg en Korbeek-Lo. Degenen die de regio wat kennen, weten onmiddellijk dat dit een geaccidenteerd parcours is. Langs smalle wegen en nog smallere bospaadjes en veldwegeltjes lopen we een langs menig hellingen en afdalingen. Het tempo ligt niet te hoog. Op de meeste paden is het goed uitkijken waar je je voeten zet. Ik heb enkele weken geleden al twee keer mijn voet omgeslagen. Gelukkig zonder erg. Het nadeel van ‘s avonds te lopen is dat het natuurlijk steeds donkerder wordt. Als je dan nog in bossen loopt, is het op sommige plaatsen echt wel donker en moet je dubbel en dik uitkijken. Bovendien is het geen zomer meer en koelt het na zonsondergang vrij fors af. Bij de start scheen nog volop de zon en was het vrij warm. Intussen is het al vrij fris.
Wanneer we terug richting atletiekstadion lopen en iedereen zijn weg zelf kan terugvinden, gaat de snelheid stelselmatig omhoog. Er komt zelfs een afscheiding in de groep. Ik loop dan toch met het kopgroepje mee. Voor mij is de omgeving en de te volgen weg naar de Gaston Roelants Arena niet echt gekend, dus ik loop in de tweede lijn. Bij elke bocht moet je dan wat inhouden en terug aansluiting vinden. Toch kan ik de koplopers net volgen en wordt het toch nog een pittige training. Ondanks de sterke afkoeling, heb ik toch genoeg zweet nodig om mijn lichaam op de juiste temperatuur te houden. Een laatste (volledige) kilometer lopen in 4’06” (=14,6km/u) is me nog niet vaak gelukt. E na een uur lopen, nog nooit denk ik.