Amper vijf dagen na een zware Great Breweries Marathon sta ik opnieuw aan de start van een loopwedstrijd. Dit keer is het een kleinere wedstrijd in mijn geboortedorp: Vorst-Laakdal. Benieuwd of ik beter kan doen dan mijn tweede plaats van vorig jaar.
Toegegeven, de toppers waren vorig jaar afwezig, maar niets zegt dat ze er dit jaar wel gaan bij zijn. Het is een drukke vrijdag, met veel interessante activiteiten en toch kies ik voor deze wedstrijd. Ik verlaat dan ook iets vroeger dan gewild de Triathlon & Performance Nocturne om tijdig aan de start te kunnen staan.
Al onmiddellijk bij aankomst zie ik enkele shirts van het SQM-team en niet veel later zie ik mijn DCLA-collega Kevin. De eerste plaats is bij deze gekend en nu is het afwachten aan welke afstand de andere snelle lopers deelnemen. Ik schrijf me alvast in voor de langste afstand van 12,37 km of goed voor drie rondjes. Er heerst een gemoedelijke sfeer. De echte drukte blijft uit, maar intussen zijn de eerste wedstrijden voor de jongste lopers al gestart.
Een goed half uur voor de gezamenlijke start van de 4, 8 en 12 km-wedstrijd begin ik aan mijn opwarming. Na wat zoeken naar Kevin, begin ik er toch maar alleen aan. Tijdens de opwarming maak ik kennis met de twee ‘snelle’ lopers van het SQM-team en moet al vaststellen dat nummer 2 op de 12 km ook al gekend is. Er zit dus geen verbetering t.o.v. vorig jaar in. Anderzijds wordt hier een onderscheid gemaakt tussen de jonge seniors en de minder jonge Masters (+35) en zelfs de iets oudere Masters (+50). Mijn verjaardag is dit jaar nog niet gepasseerd en dus hoor ik nog thuis in de +35 categorie.
Net voor de start ga ik voor de derde keer naar toilet (dat blijkt mijn vast aantal te zijn) en na enkele korte versnellingen blijven er maar enkele minuten meer over vooraleer we van start moeten gaan. Perfect op tijd weerklinkt het startschot. Ondanks mijn snelle start lopen er toch heel wat lopers voor me. Dat heb je natuurlijk met die gecombineerde wedstrijden. Van al diegene die voor me lopen heb ik geen idee hoeveel daarvan effectief ingeschreven zijn in de langste afstand.
Na een tweetal minuten besef ik dat er echt heel snel gestart is. Ik wil niet meer de fout maken zoals in Betekom en begin iets sneller om het juiste tempo te kiezen. De hartslag ligt al een tijdje boven de 170 hs/min en er moeten nog drie ronden worden afgelegd. Ik heb niet direct een groepje rondom mij en zal dus zelf mijn tempo moeten bepalen. Na twee kilometer of 7’20” besef ik des te meer hoe zwaar het hier gaat worden. Op het einde van de eerste ronde zie ik Kevin als koploper terugkomen, op een redelijke afstand gevolgd door Thomas. Een derde loper zie ik niet, maar door de korte lus via de aankomst weet ik niet hoeveel er nog voor me hangen.
Achter mij hoor ik wel lopers, maar zal moeten wachten tot na de tweede ronde om zeker te zijn dat zij ook de langste afstand lopen. Het blijft dus lopen om de limiet, maar dan wel met de wetenschap dat er hierna nog een ronde volgt. Intussen begin ik al zelfs tragere lopers in te halen. Achter me blijf ik gehijg horen en dus kan ik zeker nog niet wat inhouden.
Na de tweede passage hoor ik nog steeds dezelfde loper volgen. Shit, ik zal dus nog stevig moeten verder lopen, om niet ingehaald te worden. Toch neem ik een bekertje water, maar zonder er te veel van te drinken, gebruik ik een deel van het water om af te koelen. Nu zal het alles op alles zetten zijn om mijn plaats te verdedigen. Nog steeds weet ik niet hoeveel lopers er voor me lopen. Ik weet alleen dat er iemand niet ver achter me hangt en ik hoop dat hij niet nog korter komt. De voorlaatste kilometer probeer ik nog iets te versnellen. Ik begin ook meer en meer lopers in te halen, zowel deelnemers van de 8km als lopers die over het parcours wat uitlopen. Van één van deze hoor ik dat ik op een podiumplaats hang. Is dit dan algemeen of bij de Masters? Nog steeds geen idee. Er is maar één doel en dat is het tempo hoog houden, zodat het niet tot een sprint moet komen, want ik vrees hier geen reserve meer voor te hebben.
De laatste 500m is het echt met te kort aan adem, het onderste uit de kan halen. Op het gras is dat echt nog moeilijker. Echt sprinten lukt niet meer, maar ik pers er toch nog een mini versnelling uit en houd zo een minuscule voorsprong over. Bij het passeren over de meet hoor ik dat ik de winnaar ben van de masters en derde algemeen. Net achter me hangt Ivo, de winnaar van vorig jaar. Ondanks mijn iets minder snelheid t.o.v. vorig jaar ben ik dit jaar toch net voor hem. De derde, Tom, is dezelfde van vorig jaar, waardoor dezelfde personen op het podium staan, maar in een licht gewijzigde volgorde.