Categorie archieven: Sport

Eerste week van het jaar

Het jaar is nu exact één week oud maar van stilzitten is er nog niet veel sprake geweest. Deze week sluit ik af met 80km op de teller.

Na het vorig jaar af te sluiten in schoonheid met de Leuvense Corrida, moest ik de dag nadien, weliswaar op 1 januari toch eventjes loslopen. Na een veel te korte nacht, toch de loopschoenen aangetrokken voor het de moeder der parcours. Deze omloop van 11km kopieerde ik ooit op Strava en liep ik al meerdere keren. Het blijft een goede herinnering hoe het allemaal begon. In die tijd was 11km nog een hele opgave; nu gebruik ik die afstand om los te lopen.

Op woensdag staat er natuurlijk de DCLA-intervaltraining op het programma. De eerste van het jaar wordt een piramide-training: 2x(800-400R-600-200R-400-200R-600-200R-800-400R). Dit is dezelfde formule van begin vorig jaar en dus mag het nu toch wel een beetje sneller. We zijn met 5 die starten aan het tempo 21 of 21″/100m (=3’30″/km) voor de 800m en de 600m. Na de eerste 400m (@20″/100m) is bij mij het vet al van de soep. Bij de volgende 600m moet ik het treintje lossen in de laatste bocht. Bovendien staat er daar een enorme wind op kop, waardoor ik echt diep moet gaan om niet te veel terrein te verliezen. Hierna volgt nog een 800m en dan opnieuw een volledige reeks. Dat houd ik niet uit! Zou ik na de 800m niet beter stoppen? De 400m rust zorgt ervoor dat ik toch aan de tweede sessie begin, maar nu moet ik telkens het treintje lossen. De hartslag komt telkens ver in het rood, maar de benen gaan niet sneller. Doodop loop ik na deze twee reeksen nog 4km rustig naar huis.

Op donderdag voel ik de zware intervaltraining nog steeds. Er zit maar één ding op: opnieuw de loopschoenen aantrekken en een klein toertje lopen. Opnieuw kies ik voor de moeder der parcours, maar dit keer deze van het werk. Het is alsof ik niet traag wil lopen, want eigenlijk loop ik nog steeds veel te snel om “los te lopen”. Ondanks de modder en de gladde paden, loop ik de Sequoia-toer in minder dan 40min.

Daags nadien staat er opnieuw een DCLA training op het programma: de vrijdagse tempoloop, wintertoer, naar Linden. De afgelopen twee dagen heb ik mijn benen veel te veel gevoeld en dus zou ik mij beter wat gedeisd houden. We vertrekken allemaal vrij rustig, maar na iets meer als een kilometer hebben de betere lopers het tempo toch al wat opgetrokken. Ik volg niet en wel, t.t.z. ik verhoog ook mijn tempo, maar blijf bewust op de achtergrond. Na de stevige beklimming van de Martellekensweg en Slangenstraat lopen ze nog steeds amper 100m voor me uit. Ik houd mijn tempo aan en hoop ze niet te snel uit het oog te verliezen. Tot mijn verwondering blijf ik vrij lang op een korte afstand volgen. Uiteindelijk loop ik de 15,3km lange wintertoer in 62’25”, mijn vierde beste tijd.

Op zondag staat bij veel afstandslopers een langere duurloop op het programma en daarin verschil ik niet. Dit keer komt de koude wind uit het NO en dus vertrek ik met tegenwind, maar heb het lange stuk van Horst naar Kessel-Lo wel rugwind. Het wordt dan ook een iets snellere duurloop. De eerste kilometers loop ik rond de 4’30/km, afhankelijk van de hoogtemeters: iets sneller als ze dalen en iets trager als ze stijgen. In de lange weg van Horst naar Kessel-Lo ligt het tempo iets hoger en gaat van 4’25″/km naar 4’20″/km.

Wetende dat de laatste 4K opnieuw tegenwind zullen zijn, wil ik na 20k nog eens de benen testen a.h.v. een snellere (@3’51″/km) ronde van de grote vijver. Daarna is het nog 4K “uitlopen, maar toch niet te traag. Met een tempo rond de 4’20” en een hartslag van 155 hs/min, mag ik tevreden zijn. Er is wel nog werk aan de winkel als ik een marathontempo van 4’05” wil lopen. Geen tijd te verliezen dus.

Met een weektotaal van 80 loopkilometers is het nieuwe jaar goed gestart. Op naar de volgende.

Begin van een nieuw loopjaar

Het kalenderjaar 2018 is net gestart en hiermee start ook een nieuw loopjaar. Als niet professioneel atleet volg ik niet het winter/veldseizoen of zomer/pisteseizoen, maar loop ik een heel jaar door met enkele piekmomenten.

Om naast het weer met bijhorende kledij en de lengte van de dagen toch wat variatie te brengen in het jaar, plan ik enkele belangrijke wedstrijden. Het is dan ook de bedoeling om telkens de trainingen aan te passen en juist op het moment van deze wedstrijden de juiste conditie te hebben en liefst met een supercompensatie. Andere wedstrijden worden dan meegenomen of gebruikt als extra training.

Voor mij blijft 2018 een jaar met minimum twee marathons. Deze twee marathons hebben steeds tot doel om er zo snel mogelijk te lopen en liefst met telkens een verbetering van de persoonlijke besttijd. Vorig jaar heb ik mijn besttijd 2u56’31″gelopen in Eindhoven. Om dit te verbeteren moet alles meezitten. In het jaar waarin ik vijftig (50!!) word, zal het niet gemakkelijk zijn om nog sneller te lopen.

De eerste poging onderneem ik tijdens de Maratona di Roma op 8 april. Intussen is het jaar al een week oud en hebben we nog exact 3 maanden of 13 weken om hier naartoe te leven. De afgelopen dagen heb ik gewerkt aan een trainingsschema. Dit heb ik voor de eerste keer zelf samengesteld, rekening houdend met mijn ervaring, de groepstrainingen van de mijn loopgroep (Brokkenlopers) en natuurlijk mijn familiaal en beroepsleven. Het komt erop neer om de intervaltraining van woensdag en de tempoduurloop op vrijdag te blijven doen. In het weekend staat dan de langere tempo- of duurloop op het programma.

De tweede marathon wordt de snelste marathon ter wereld: BMW Berlin Marathon op 16 september 2018. Deze moet eigenlijk hét hoofddoel van het jaar worden, zodat ik ook kan zeggen dat het mijn snelste marathon is. Deze marathon valt eigenlijk veel te vroeg en wel om verschillende redenen. De collega-brokkenlopers kiezen waarschijnlijk Eindhoven als hoofddoel en deze valt vier weken later, op 14 oktober. In september zijn er meerdere leuke wedstrijden zoals de halve marathons van 2Cdo (zie 2017) en het NCD “Koen van Dijck”.

Na twee edities van de Great Breweries Marathon waar ik telkens (zie 2016 en 2017) aan deelgenomen heb, zou ik de derde editie van 2018 ook graag deelnemen, maar dit is voorlopig nog heel onzeker. De marathon van Berlijn volgt nu slechts op vier maanden na Rome en een marathonvoorbereiding starten met een marathon is niet echt volgens de boekjes. Update 8/1/18: Zonet toch ingeschreven voor deze marathon op 3 juni.

Naast de specifieke voorbereiding op deze twee marathons heb ik van de nood een deugd gemaakt en ben ik gaan shoppen tijdens de solden. Ook in sportkledij en meer bepaald sportschoenen zijn er koopjes te doen.

Zoals (bijna) elke marathonloper heb ik vol spanning uitgekeken naar en kijk ik nu nog steeds met grote ogen naar het Breaking2-project van Nike. De documentaire van National Geographic blijft mij begeesteren (YouTube-versie). Naast de drie superatleten zorgde Nike voor dé revelatie van het jaar: Nike Vaporfly Elite. Wie wilt deze schoenen niet? Gelukkig zorgde Nike voor drie afgeleide schoenen: Nike Zoom Vaporfly 4%, Nike Zoom Fly en een ver afgeleide Nike Zoom Pegasus 34. Deze laatste kocht ik meer dan een half jaar geleden en hebben al meer dan 500 km op de teller staan.

Na niks dan goede commentaren met alle mogelijke superlatieven heb ik mij ook laten verleiden. Ik kocht vandaag zowel de Nike Zoom Fly als de Nike Zoom Vaporfly 4%!! De superlichte (184g) Vaporfly’s zal ik enkel gebruiken bij marathon’s waar ik mijn PR wil lopen en de Zoom Fly’s zullen voornamelijk dienen als laatste voorbereiding op die marathons en bij langere wedstrijden op de weg.

 

Kortom, dit jaar wil ik nog steeds aan mijn snelheid werken en hiermee het jaar 2017 proberen te bevestigen. Dit betekent dat er opnieuw marathons gelopen worden en liefst in de buurt van de 3 uur of eronder.  Bovendien zal ik ook nog wel enkele stratenlopen meedoen, die ik voornamelijk gebruik als intensieve duurloop.  Anderzijds zou ik dit jaar het leven van de trails willen ontdekken. Als de snelheid niet meer verhoogd kan worden, lijkt dit me een mooi alternatief.

 

Jaaroverzicht

Het afgelopen jaar kende op sportief vlak toch wel enkele hoogtepunten. Met een gemiddelde van meer dan 10km per dag is dit wel een topjaar te noemen. Bovendien liep ik 22 wedstrijden, gaande van de PhEF-test van 2400m in 8’05” tot drie marathons, variërend van 2u56′ tot net geen 3u05′.

Hieronder vind je een mooi overzicht van wat Strava.com ervan gemaakt heeft.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

20ste Eindejaarscorrida Leuven 2017

Er is geen betere jaarafsluiter dan een wedstrijd georganiseerd door je eigen club (DCLA) over de straten van je eigen stad (Leuven).

Ondanks dit eerder een recreatieloop is, wordt het ten huize ‘Hesy’ als een doel beschouwd waar geschitterd zal worden. Reeds om 8.30u zijn we dan ook ter plaatse, zodat de kids tijdig aan hun opwarming kunnen beginnen. Het opwarmen gebeurt samen met de andere jeugdatleten van DCLA door hun respectievelijke trainers. Iets voor het effectieve startuur gaan we allemaal samen naar de start en stijgt de spanning. Nadat het t-shirt overhandigd werd, mag het startschot gegeven worden voor de wedstrijd over 4km.

De favorieten maken hun rol meer dan waar en enkele minuten na de koplopers passeren Tibo en Tobi ook de finishlijn. Zij bevestigen hier opnieuw hun talent door na 4200m als eersten van de DCLA-miniemen te eindigen in respectievelijk in 16’38” en 16’58”.
          

Na hun aankomst heb ik nog een uur eer ik aan mijn wedstrijd moet beginnen en kan hen dus nog eerst uitgebreid feliciteren en begeleiden in de cooling down.

Een half uur nog. Mijn opwarming mag nu wel starten. Het is intussen wel 12°C! Op 31 december begin ik mijn opwarming in short en T-shirt. Het zwaarste stuk is volgens mij toch wel de lus in het stadspark. Deze wil ik dan ook nu al eens doen, maar kom in de staart van de 8km-wedstrijd terecht. Hier wordt echt niet snel gelopen en dus kan ik heel rustig opwarmen, té rustig eigenlijk. Na een stukje over de weg doe ik de lus door het park nog een tweede maal. Het ligt er echt wel vettig en het zal straks uitkijken worden om hier niet uit te glijden. Hierna begeef ik mij richting start en doe nog enkele versnellingen in de Bogaardenstraat.

Na twee aftellen geeft Carl Devlies het startschot en beginnen we aan de 12km race door Leuven. Het lopen gaat onmiddellijk vlot en ik word door niemand gehinderd. Ik stond duidelijk ver genoeg vooraan en loop eigenlijk veel te snel richting station en in de Maria Theresiastraat. Resultaat: een eerste kilometer in 3’21”. Dit is echt wel te snel voor mij. De tweede kilometer verloopt dan weer wel normaal en hier word ik dan ook door de betere lopers ingehaald, waaronder enkele collega Brokkenlopers: Davy en Stijn.

Na de tweede kilometer volgen nog 10 zware kilometers en probeer ik mijn positie te verdedigen. Spijtig genoeg kan ik niet verhinderen dat ik toch nog enkele keren word voorbijgelopen. Van de omgeving of publiek kan ik spijtig genoeg niet genieten. Ik heb mijn volle aandacht nodig om te zien waar ik best loop. Het zijn soms vrij smalle straatjes, met kasseien belegd en waar de stoepen gebruikt worden om de scherpe bochten wat af te ronden. Mijn voorgangers lopen niet echt verder uit, maar ik kom ook geen stap dichter. De eerste vrouw, Charlotte Dewilde, samen met fenomeen Chris Wouters (hij loopt vandaag ALLE wedstrijden!) blijven mijn mikpunt.

Moet ik nu tevreden zijn met 44’02” als eindtijd? Eigenlijk wel en ook weer niet. Ik loop weliswaar bijna 2 munten sneller dan vorig jaar, maar de kapitale beginnersfout met een te snelle eerste kilometer. Had er zonder deze fout meer ingezeten? Geen idee en we zullen het waarschijnlijk nooit weten. Eén ding is zeker. Ondanks mijn stijgende leeftijd blijf ik verbeteren. Terwijl ik vorig jaar 75ste van de 2166 werd in 45’54”, eindig ik dit jaar als 41ste van de 2171 in 44’02”. Trouwens met deze tijd was je in 2016 ook 41ste 🙂

 

 

Geen winterslaap, wel rustig aan

Het ligt niet aan het weer. Toch is het de tijd van het jaar om het eens wat rustiger aan te doen.

De afgelopen weken liggen het aantal gelopen kilometers beduidend lager. In het Engels gebruiken ze hiervoor het woord “seasoning”. Iedereen weet dat je niet het hele jaar door in een supervorm kan verkeren. Daarom wordt een jaar opgedeeld in seizoenen. Voor mij liggen de hoogtepunten nog steeds op de marathons en enkele stratenlopen. Recentelijk moet ik daar ook enkele veldlopen bij rekenen.

Om die supervorm te bereiken moet er naar een specifieke wedstrijd toe geleefd worden. Op dit ogenblik heb ik geen grote wedstrijd in het verschiet en kunnen we dus een relatieve rustperiode inbouwen. In deze periode geef ik mijn lichaam ook de nodige rust. Zowel het aantal trainingen, het aantal kilometers en de intensiteit worden gereduceerd. Een week bestaat nu uit een drietal trainingen. Als lid van de ‘brokkenlopers’ van DCLA, blijf ik wel de gemeenschappelijke trainingen meedoen.

Onze begeleider/trainer weet ook dat de meeste van ons in een rustige periode zitten en hij werkt hier ook naar. Dit houdt niet in dat de trainingen rustiger zijn, wel dat deze een groter en verder doel hebben. Op vrijdag lopen we onze vertrouwde wintertoer richting Linden. Bij deze duurloop vertrekken we samen en kan iedereen zijn eigen tempo lopen naargelang zijn kunnen en het doel van de komende dagen of weken. Iemand die zin heeft om er een intensieve tempoloop van te maken kan dat. Iemand die in het weekend een wedstrijd gepland heeft, kan er ook een meer extensieve duurloop van maken.

De intervaltrainingen op woensdag zijn niet echt rustig te noemen en gelukkig maar. Een rustige intervaltraining mist een groot deel van zijn effect. Een groot deel van de brokkenlopers wil aan de snelheid werken en hiervoor zijn de intervaltrainingen uitermate geschikt. Het is dan ook de bedoeling om tijdens de winter een opbouwend effect van de intervaltrainingen te krijgen. Het is deze winter dan eerder de bedoeling om de snelheid op de kortere stukken te kunnen volhouden op de iets langere stukken.

In het begin van de week en in het weekend is er dan tijd voor een individuele training. Dit kan gaan van een extensieve duurloop of nog trager tot een  intensieve tempoloop. Hier laat ik mijn ‘onderbewustzijn’ de keuze. Afhankelijk van de goesting beslis ik over de afstand en de snelheid. Op die manier hoop ik het meest blessurevrij te blijven. Ik vertrouw op wat het lichaam mij vertelt. Als ik zin heb om eens voluit te gaan, ga ik er vanuit dat mijn lichaam dat ook aan kan. Een theorie zoals een ander.

Deze periode ligt de nadruk dan ook voornamelijk op het verhogen van de basisuithouding en de basissnelheid en natuurlijk op het blessurevrij blijven. Tijdens deze periode is het bovendien de bedoeling om wat aan crosstraining (zwemmen, fietsen, …) te doen en om de core stability te onderhouden of zelfs te verbeteren. Als beginnend hardloper wordt het belang hiervan vaak onderschat en ik ben hierin het type voorbeeld.

Anderzijds blijf ik mijn conditie ook onderhouden met veldlopen en wie weet zelfs een winter stratenloop. Indien ik aan een wedstrijd deelneem, lees je dit zeker in een apart bericht.

Heb je nog meer tips hoe een (hard-)loper zijn conditie moet onderhouden of verbeteren, dan hoor ik het graag via mail of als reactie hieronder.

 

Veel loop- en of sportplezier aan iedereen die dit leest.

NCD Cross Country in Schaffen

Na meer dan twintig (!) jaar sta ik nog eens aan de start van het Nationaal Kampioenschap van Defensie Cross Country. Deze veldloop is één van de populairste wedstrijden binnen Defensie en staat dan ook bij alle lopers met stip genoteerd in de agenda.

Je leest het goed: twintig jaar geleden, minimum, kan ook langer geleden zijn. Ik heb deze veldloop ooit gelopen, omdat de eenheid een minimum aantal lopers moest afvaardigen. Waar ik toen ergens in de uitslag stond, is me gelukkig een raadsel. Dit zal waarschijnlijk niet in de eerste helft zijn.

Intussen is er aan de wedstrijd niet zo veel veranderd, maar aan Defensie wel. Er zijn maar weinig eenheden die nog voldoende deelnemers kan/wil afvaardigen. Gelukkig kan er ook individueel ingeschreven worden. Volgens het reglement, hangt mijn eenheid af van een andere eenheid en daarom probeer ik via deze toch te kunnen deelnemen aan de eenheidscompetitie. Spijtig genoeg komen we ook niet aan voldoende kandidaten en kunnen we dus enkel als individuelen deelnemen.

Vermits dit een eenheidscompetitie is, zijn er ook geen leeftijdscategorieën en loop ik als bijna vijftiger mee met de jonge veulens. Het is me op deze wedstrijd dan ook niet om de echte rangschikking te doen, maar hoop toch om niet te ver te eindigen. Voor de start hoorde ik van een ervaren deelnemer dat een top100-plaats hier heel goed is. Ik weet dus wat me te doen staat.

Het weer en de ondergrond zijn geen excuus en niet omdat dat voor iedereen hetzelfde is. Het is niet al te koud en er staat een matige westenwind. Bij de stukken met wind op kop hoop ik achter iemand te kunnen lopen. De ondergrond is één grote grasvlakte, maar ligt niet als een voetbalveld. Het wordt opletten geblazen om geen voeten om te slaan.

Het groot aantal deelnemers dat sneller is dan ik, zorgt er wel voor dat het vrij druk kan worden in de eerste bochten. Sneller starten heeft niet veel zin, maar het blijft wel een vereiste om niet te veel opgehouden te worden. Het blijft moeilijk om onmiddellijk na het startschot op snelheid te vertrekken. Mijn reactiesnelheid is duidelijk te traag. Zodra ik mijn eerste passen zet, zijn er velen voor mij weg. De eerste kilometer is echt uitkijken om niet te vallen, om een weg te zoeken waar je kan doorlopen en niet ingesloten te raken. De startronde van 1,9km leg ik af in 6’49” wat neerkomt op de 109e tijd. Hierna volgen er nog twee ronden van 3,75km met telkens twee hellingen.

Bij het lopen van de rest van de wedstrijd is er maar één ding: focus op snelheid. Het blijft de bedoeling om de snelheid zo hoog mogelijk te houden, zonder te veel te forceren. Er moet nog 7 km gelopen worden. Op de hellingen is het toch telkens over de limiet. Hier is het toch wel afzien. Het is voor iedereen moeilijk. Telkens kan ik hier toch wel iemand inhalen. In de erop volgende afdaling is er geen tijd om te herstellen. Ook hier moet er op het gas gedrukt worden of ze lopen gewoon van je weg. Hier zie ik opnieuw iets waaraan gewerkt mag worden: sneller lopen bij een afdaling. Onderweg hoor ik iemand tellen en zou ik op een 96ste plaats hangen. Dit moet te houden zijn, vermits ik toch nog regelmatig iemand inhaal. De eerste volledige ronde leg ik af in 14’18” wat neerkomt op een 75ste tijd.

De tweede en laatste volledige ronde moet de ronde van de bevestiging worden. Het enige doel is om niet te verzwakken. Ik blijf regelmatig andere lopers inhalen, maar zie toch af en toe iemand me inhalen. De hellingen zijn dit keer precies zwaarder en langer en dus trager, maar de snelheid blijft over het algemeen behouden. Ik probeer de voorlaatste kilometer de snelheid nog wat op te drijven, wat ook lukt, om zeker iemand net voor me te hebben bij het stuk met tegenwind. Hier blijf ik een eerst achter iemand hangen, maar voel dat er op die manier meerdere hetzelfde achter mij doen. Halfweg dit zware stuk neem ik toch over en probeer de snelheid maximaal te houden. Toch voel ik de hete adem van verschillende lopers in mijn rug. Op de laatste rechte lijn, de aankomststrook word ik door een drie of viertal voorbij gesprint. Die versnelling zat er bij niet meer in; ze waren dan ook 20 tot bijna 30 jaar jonger. Mijn tweede ronde leg ik af in 14’28” wat neerkomt op een 61ste tijd.

Als ik de rondetijden en de bijhorende rangschikking bekijk, moet ik de eerste twee kilometer toch iets sneller kunnen afleggen waardoor ik minder gehinderd word en beter kan aanpikken aan iets snellere lopers. Toch kijk ik met een tevreden blik terug op deze veldloop, samen met de senioren (23-35 jaar) over een afstand van 9,4km.

Een ander les die ik getrokken heb, is de lengte van de spikes. Op deze grasvlakte werken de spikes als blaadjesprikkers. De spikepunten zitten zo snel vol met blaadjes en moeten dus lang genoeg zijn. 12 of zelfs 15mm zijn dus geen overbodige lengtes. Mijn 9mm waren duidelijk te kort.