Categorie archieven: Tempoloop

Toch weer snel gelopen

Na meerdere rustige duurlopen en bij de eerste echte koude heb ik me toch laten verleiden om een snellere tempoloop te doen.

Afgelopen weekend heb ik een mooie duurloop afgelegd en op maandag, mede door mijn verjaardag, koos ik voor een dagje wellness, zonder lopen. Vandaag vertrek ik op het middaguur voor een loop tijdens mijn middagpauze. Om half twee staat er een meeting op mijn agenda en dan moet ik gegeten en gedoucht hebben. Onze traditionele toer ‘Sequoia’ is zeker haalbaar.

Zoals de laatste weken steeds het geval was, vertrek ik ook dit keer redelijk rustig. In de tunnel onder de Leuvense ring loop ik iets sneller, omdat er een fietser achter me aan komt en ik niet graag uitwijk over de trappen. Hierdoor heb ik te snel een hogere hartslag als ik terug ‘boven’ kom. Vanaf hier gaat het mis. Op de Finse piste blijf ik vlot doorlopen waardoor de hartslag nog iets hoger ligt. Na de Finse piste drijf ik de snelheid nog wat verder op. Hiermee ben ik definitief omgeschakeld van duur- naar tempoloop.

Vanaf het begin Dijlepad leg ik de snelheid nog wat hoger. De snelheid ligt dan boven de 14 km/u. Op een bepaald moment zie ik 4’12” min/km op mijn horloge staan en besef dan zeer goed dat dit het tempo is om een marathon sub 3 uur te lopen. Mijn hartslag kan ik aan deze snelheid niet onder de 160 hs/min houden en ik vrees dat deze nog gaat stijgen als ik zo blijf lopen.

Na het keerpunt krijg ik de wind van voren, letterlijk dan. Toch kan ik de snelheid aanhouden en omdat ik toch tegen de wind in moet lopen, komt de snelheid zelfs nog iets hoger te liggen. Met kilometers rond de 4′ min/km loop ik toch iets te snel. De hartslag liegt niet en bereikt de 170 hs/min-grens. Dit is niet heel lang vol te houden. Toch blijf ik dit lopen tot ik aan de Celestijnenlaan kom.

Vanaf hier gaat de pees er iets af en probeer ik aan een redelijk tempo verder te lopen.

Movescount_logo    strava


 

Opnieuw een snelle bosloop D-12 #nycmarathon

Na de intensieve duurloop van afgelopen zondag was een rustdag geen overbodige luxe. Op dinsdag staat er toch opnieuw een loop gepland, waarvan de tweede helft aan marathontempo.

Bij het vertrek zie ik enkele collega’s klaar staan voor een bosloop. Deze kans wil ik niet laten schieten en ik besluit om met hen mee te gaan naar meerdaalwoud. Zij gaan voor loop van iets minder dan een uur. Om dezelfde tijdspanne aan een iets hoger tempo op te vullen, kies ik ervoor om een kleinere ronde twee keer af te leggen.

Na een rustige start, kom ik na exact één kilometer aan de start van mijn eerste ronde (Nieuwendreef – Parnassusdreef). Dit keer loop ik ze in wijzerzin. Van mijn oorspronkelijk plan om  de eerste helft rustigeraan te lopen, komt al niet veel in huis. Ik loop de Nieuwendreef (eerste passage) al zelfs sneller dan marathontempo met een hartslag van boven de 150 hs/min. De Poggio wordt daarna stevig opgelopen waardoor de hartslag al eens piekt. Bij het terug lopen houd ik de snelheid vrij hoog, hoger dan marathontempo in ieder geval.

Bij het rechts afdraaien bij het begin van mijn tweede ronde, bereid ik me voor om het volledig stuk ‘Nieuwendreef’ voluit te gaan. Het lukt me zelfs om de snelheid steeds boven mijn magische grens van 15 km/u of 4’00” min/km te houden. De hartslag is hiervan de dupe; deze ligt dan ook boven de 170 hs/min. Na dit heel snelle stuk moet ik met een hoge hartslag beginnen aan het tweede gedeelte van de Poggio. Zonder echt te traag te lopen, probeer ik toch om de hartslag niet verder te laten stijgen. Bij de eerste passage van de Parnassusbergdreef lag de snelheid rond de 14,7 km/u en dit evenaren is al vrij lastig.

Na iets meer dan 11k is mijn trainingsdoel bereikt en loop ik terug naar de plaats van afspraak. Ik probeer nu zo economisch mogelijk te lopen. Dit houdt in om de ademhaling heel langzaam te laten verlopen en aan iets lagere snelheid de hartslag te laten dalen.

Hopelijk mogen dergelijke hoge snelheden en hartslagen nog gelopen worden op minder dan twee weken voor de marathon. Morgen wordt in ieder geval een complete rustdag. Ondanks het woensdag DCLA-trainingsdag is, blijf ik dit keer aan de kant staan en houd mij bezig met administratief werk voor de jongste leden van de club.

Movescount_logo     strava

Naar Rijmenam (25k) Laatste test #nycmarathon

Op 14 dagen voor de marathon is het nog eens tijd om te zien hoe de conditie ervoor staat. Hiervoor loop ik eerst 11k langs de weg en daarna nog 14k op onverharde weg langs de Dijle.

De meteo is me alvast niet goed gezind. Volgens alle weerberichten zou het vandaag een mooie, zonnige dag worden. Zelfs kort na de middag ziet het er niet naar uit dat de mist vandaag nog weg trekt. Langer kan ik niet wachten en het zal dus een frisser loopje worden dan gehoopt. Het is amper 6°C en er staat een dichte mist. Het is dus vrij moeilijk om een juiste keuze van kledij te maken. Indien het een rustig duurloopje zou worden, is het eenvoudig. Het zou een lange broek worden en daarboven een T-shirt en een shirt met lange mouwen. Deze lange duurloop wil ik iets sneller afleggen, liefst aan marathon tempo. Ik kies toch om een lange broek aan te trekken, weliswaar de dunste die ik heb. Bovenaan kies ik voor een loopshirt met lange mouwen, eveneens een vrij dunne.

Gewapend met twee gellekes en een drankbus met 500ml water begin ik aan mijn avontuur. Ik wil niet vertrekken met een extreme helling en gebruik deze enkel als opwarming. Hierdoor vertrek ik onmiddellijk met een hartslag van 140 hs/min. Ik probeer van bij de start het tempo hoog genoeg te houden. Hierdoor gaat de hartslag al vrij snel de hoogte in. Na 700m stabiliseert deze toch. Alvorens de enige helling van de dag aan te vatten, mag ik wat naar benden lopen. Hier houd ik toch de hartslag vrij stabiel, zonder echt te versnellen. De Chartreuzenberg oplopen zorgt (opnieuw) voor een versnelde hartslag. Na de afdaling van deze laatste volgt een saai stuk van 8 à 9 km, naar Werchter. Hier loop ik op fietspaden of net op de weg zelf. Er is op een zondagmiddag toch vrij veel verkeer en dat ik allesbehalve leuk om tegenin te lopen. Gelukkig heb ik nergens rood en kan ik vrij goed doorlopen. Ik kan op het hele stuk, met lichte tegenwind, toch net onder de 4’20” min/km blijven. De hartslag ligt hiermee wel net boven de 150 hs/min. Bij deze snelheid had ik deze toch graag net onder de 150 gehad.

In Werchter schakel ik over naar de Dijle. Via de noordkant kan ik lopen langs de oevers van de Dijle. Dit is wel onverharde weg en dus niet echt ideaal als marathonvoorbereiding, maar ik verkies deze om twee redenen. Ik heb al vaker langs deze weg gelopen en ben dus zeker dat ik langs hier op mijn bestemming raak. Bovendien is het aan deze kant van de Dijle minder druk. De meeste fietsers kiezen de beter berijdbare en verharde weg ten zuiden van de Dijle. Ondanks de onverharde weg, leg ik de snelheid een beetje hoger. Hier probeer ik toch onder de 4’20” min/km te blijven. Het is echt wel goed opletten waar je je voeten zet, want er ligt over het hele traject enorm veel hooi verspreid. Na enkele kilometer wordt het enorm druk. Net vandaag passeert er een wandelroute over deze Dijle-oever. Gelukkig voor mij in tegenovergestelde richting en zien de meeste wandelaars me afkomen. Echt veel last heb ik er dus niet van.

Mijn eerste gelleke en slok water heb ik genomen net voor km 7. Nu wacht ik iets langer en neem mijn tweede (en laatste) gelleke net voor km 15. (Ik ging ervan uit dat het volledige traject 22k zou zijn.) Met een drinkbus bij de hand kan ik, na het verwerken van dit geconcentreerde spul, alles nog eens doorspoelen met water. Het blijft toch een hele bedoening om alles goed verteerd te krijgen. Enkele oprispingen later, kan ik me opnieuw volledig concentreren op het lopen zelf. Ook zonder stress blijft het oppassen geblazen met het eten en drinken onderweg.

Intussen is het uitkijken naar de laatste oversteek. Vanaf deze is het nog een tweetal kilometer. Van vorige keer weet ik dat het een lang stuk is tussen de voorlaatste en laatste oversteek. Dit keer is dat niet anders. Was deze niet op km 20? Neen dus. Zonder echt te weten hoe ver het nog is, moet ik me telkens concentreren om de snelheid constant te houden. Is het door verveling of toch door opkomende vermoeidheid, maar het vraagt echt de nodige concentratie om de snelheid hoog genoeg te houden.

Eindelijk, na 22,3k, passeer ik de laatste oversteek in het centrum van Rijmenam. Nu is het niet echt ver meer; al blijkt het achteraf toch nog 3K te zijn. De vermoeidheid begint toch aanwezig te zijn. Aan deze snelheid nog 17k verder te lopen, zou nog moeilijk worden. Het zal op de wedstrijddag zelf en goed aftasten moeten worden aan welke snelheid ik kan blijven lopen. Het zal bovendien ook van belang zijn om voldoende energie en water op te nemen.

Kortom, de opgegeven eindtijd van 3u20′ moet zeker haalbaar zijn. Hopelijk heb ik een goede dag en loopt alles zoals gesmeerd. De voorbereiding is prima verlopen en de conditie is top.

Movescount_logo     strava


 

Tempoloopje

Doordat ik gisteren de vrijdagtraining van DCLA gemist heb, wil ik vandaag toch een klein toertje lopen. Niet te zwaar, want morgen is het wedstrijddag in Pellenberg.

Mijn activiteiten bij DCLA krijgen een uitbreiding. Naast recreant en jogger, help ik ook mee als jeugdcoördinator voor de benjaminnen, pupillen en miniemen. Hierdoor heb ik de training van vrijdag gemist. Ik zat sowieso met een dilemma: ga ik meelopen met de groep van Miel of kies ik toch voor de snellere groep van Jeroen. Zondag staat er een ‘belangrijke’ wedstrijd op het programma.

Zaterdagmorgen ben ik toch niet meer te houden en wil echt nog lopen vandaag. Na wat gesukkel met de hartslagmeter, vertrek ik maar met de band aan, maar zonder registratie. (Achteraf bleek een batterijwissel de oplossing.) Zonder echt plan vertrek ik voor een kort loopje.

Na de afdaling blijf ik vlot lopen. Zonder echt te forceren en zelfs met de glimlach houd ik de snelheid hoger (>13km/u) dan anders. Toch loop ik de eerste kilometers nog met de nodige reserve. Wanneer ik ter hoogte van het provinciaal domein terug rechts draai, en met de neus richting huis sta, wil ik nog iets sneller gaan op sommige stukken. Het korte wegje ‘Kloosterdijkpad’ is het eerste tussensprintje. Onmiddellijk hierna volgt het Negenbunderpad. Hier houd ik mij opnieuw wat in, want ik wil de stijgende kasseien van de Kortrijkstraat gebruiken om nog eens de hartslag omhoog te krijgen.

Hierna probeer ik de snelheid niet te veel te laten zakken. Dit vereist wel een concentratie op de ademhaling, want de hartslag is duidelijk nog aan de hoge kant. Toch ben ik tevreden van dit loopje. Met 8,7K op 38’34” (=gem 13,6km/u of 4’26” min/km) ben ik toch wel tevreden. Hopelijk ben ik morgen in supervorm in Pellenberg.

Dubbele achtervolging

Maandag is werkdag, maar ook dan wordt er gelopen. Samen met enkele collega’s gebruiken we onze middagpauze om te gaan lopen. Stilzwijgend wordt er steeds afgesproken om 12u en vertrekken dan richting sportkot en verder langs kasteel van Arenberg.

Om iets voor 12u wil ik omkleden en zie dat de collega’s al de benen genomen hebben. Ze zijn al vertrokken zonder mij. Na enkele minuten ben ik omgekleed en vertrek dan aan een achtervolging. Ik heb geen idee hoeveel achterstand ik heb en loop dan ook niet al te snel. Na de langere duurloop van gisteren, is het vandaag niet echt de bedoeling om er een race van te maken.

Na 3K ben ik bij de te vroeg gestarte collega’s. Vanaf hier loop ik verder met hen mee. Mijn hartslag zakt vrij snel van 156 hs/min naar een waarde onder de 130 hs/min. De snelheid ligt net onder de 10km/u. In plaats van de Sequoia(-) te lopen, kies ik ervoor om de volledige Sequoia te lopen. Dit is ongeveer 900m verder. Opnieuw is het de bedoeling om ze opnieuw in te halen. Ik loop dit extra stuk dan terug aan een iets hogere snelheid. Met een snelheid van 13,7 km/u moet het mogelijk zijn om ze in te halen vooraleer we aankomen.

Net bij het oversteken van de Celestijnenlaan (op 6,4K of na 3K) zie ik ze net voor me uitlopen. Intussen is daar ook een afscheiding en moet ik nog iets langer het tempo hoog houden om na 500m de eersten opnieuw in te halen. Na deze twee achtervolgingen vind ik de training intensief genoeg en besluit om verder bij hen te blijven. Er moet ook niemand meer ingehaald worden.

Met deze twee snellere stukken was dit een aangename training. De week is dan ook goed gestart.

Movescount_logo    strava

Sint-Rochus Stratenloop Binkom 2016

Vandaag staat de derde manche van de marathon van Lubbeek op het programma. Ondanks het veel te warme weer, onderbreek ik mijn vakantie om hieraan deel te nemen. Tibo en Tobi komen met plezier mee en nemen de kortere afstand voor hun rekening.

De afgelopen dagen hoor je niets anders dan spreken over een hittegolf op het einde van de schoolvakantie. Gelukkig zijn we nog aan zee waar deze temperaturen draaglijker zijn. Toch beperk ik de laatste dagen het sporten tot wandelen door het zand of door het water. Zonder het goed te beseffen hoe warm het is in het binnenland, vertrekken we iets na de middag huiswaarts. Thuis is er alleen maar tijd om snel om te kleden, iets te drinken en dan rijden we richting Binkom.

Er is nog parking op de vooropgestelde parking, zoals tijdens de verkenning vastgesteld. De inschrijving verloopt vrij vlot en dan beseffen we pas hoe warm het eigenlijk is. In de tent is het zelfs niet uit te houden en buiten is het ook een plekje in de schaduw opzoeken. Na enkele minuten opwarmen beseffen Tibo en Tobi hoe warm het echt is. Enkel wat lichte oefeningen en heel korte versnellingen moeten voldoende zijn.

Met iets meer dan 50 zijn ze; de deelnemers aan de 5K. Er zijn maar twee echt jonge kinderen bij en de oudste deelnemer is maar liefst 83 jaar oud. Iets over 18u vertrekken zij aan hun twee rondjes. Na één ronde is er al een grote afscheiding en na twee ronden zie je pas hoe zwaar 5K kan zijn. De sprint voor de derde plaats is nog wat spannend, maar de winnaar hiervan heeft te veel gegeven van zichzelf en valt, van uitputting, neer. Slechts een halve minuut na de derde komt Tobi als zesde over de meet. Iets later (1’40”) passeert Tibo als achtste de finish. Een prachtprestatie is het om zo ver vooraan te eindigen.

Een uur na de start van de 5k is het mijn beurt om te starten aan de 14K. Heel veel opwarmen is er niet bij. Voor de start bedraagt mijn hartslag al meer dan 100hs/min. Dit is enkel om de temperatuur van het lichaam onder controle te houden. De speaker, met een pak ervaring, wijst er alle lopers op dat voldoende drinken noodzakelijk is. Onderweg is er één bevoorradingspost en die passeer je na 5K en dus ook na 12K en aan de aankomst is er ook water. Hier passeer je halfweg ook eens en kan je dus ook al iets drinken.

Veel deelnemers zijn er niet. Ik wil niet té snel vertrekken, maar zie er net na de start al een deel voor me uitlopen. Ik probeer vlug te tellen in welke positie ik zit en dit bij te houden tijdens de wedstrijd. Na 500m loop ik in achtste stek en word ingehaald door iemand (RD) die ik moet kunnen voorblijven. Na één kilometer en dit is reeds na 4’03” besef ik dat ik toch te snel vertrokken ben. Echt veel vertragen wil ik toch niet doen, waardoor de tweede kilometer ook in 4’05” wordt afgelegd. Dan hoor ik RD opeens zeggen dat het wat te snel gaat. ik moet sowieso ook vertragen, maar loop toch gestaag van hem weg.

Na 3K voel ik me al heel moe worden en verlang naar water. Voor de start was er gezegd dat er bevoorrading is tussen de 4de en 5de kilometer. Op die kilometer, waar je heen en terug op dezelfde weg loopt, staat niets! Het duurde tot net voorbij de 5K eer er water stond. Gelukkig kunnen we er twee bekertjes nemen, zodat ik twee keer iets kan drinken en dus ook twee keer water over mijn hoofd kan kappen. Ik kook! Ik ben echt kapot. Het worden nog twee lange kilometers eer we voor de eerste keer de aankomst passeren. Ik kan maar aan één ding denken: stoppen. Het heeft geen zin meer. Dit kan ik geen tweede ronde volhouden. Ook al is het tempo gezakt, het blijft ondoenbaar.

Bij de aankomst doe ik dan ook teken dat ik kapot zit, maar aan opgeven mag ik niet denken. Iedereen zit kapot; dat is zeker. Ne voorbij de passage hoor ik de speaker zeggen dat je beter kan opgeven, als het niet meer gaat. Het is gewoonweg te warm om te lopen. Ik hoor dat ik toch wel wat voorsprong heb op mijn eerste achtervolger en hang intussen op de zesde plaats. Dit moet ik kunnen volhouden. De tweede ronde wordt een echte lijdensweg. De hartslag blijft constant in de buurt van de 180 hs/min hangen. Mijn snelheid blijft zakken en ligt al in de buurt van de 12 km/u. Een plaats winnen zit er niet meer in. Zolang ik niemand vlak achter me hoor, ben ik veilig. Net voorbij het laatste stuk onverhard hoor ik helemaal niets meer. De persoon in kwestie is minstens zoveel aan’t zwoegen als ik. De persoon voor mij zie ik al een tijdje niet meer en dus hoef ik enkel te blijven lopen en liefst aan dit tempo. Hiervoor heb ik wel een hartslag nodig die zelfs de 190 hs/min passeert!!

Net voor de laatste bocht zie ik Tibo en Tobi op me wachten. Ik zou moeten blij zijn, maar ben veel te moe. Gelukkig blijven ze mooi naast mij. We zijn er. Nu moet ik water en cola hebben. Ik vraag hen dan ook om een cola te gaan halen voor mij. Met water alleen herstel ik hier niet van. Zelfs na een half uur en twee waters en twee cola’s, blijf ik zweten. Een goed bier, dat is wat ik nu nodig heb!

Wat de marathon van Lubbeek betreft, blijf ik zeker derde staan. De twee die voor mij staan in het klassement, zijn hier ook voor mij geëindigd. Eén van hen is ook van Lubbeek, dus beste Lubbekenaar zit er ook niet in.

Movescount_logo     strava