Categorie archieven: Tempoloop

20km van Brussel

Op zondag 28 mei nam ik deel aan de 20km van Brussel, een wedstrijd die voor mij eigenlijk geen wedstrijd is.

De laatste zondag van mei staat bij velen gehighlight voor dé lang(st)e wedstrijd van het jaar: 20 km! En als ik zeg velen, dan bedoel ik heel veel. Net zoals de 10 Miles in Antwerpen, is ook de 20km van Brussel te catalogeren als een massa-evenement. Ondanks ik wel graag grote stadsmarathons (New York, Parijs, …) doe, ben ik voorstander voor deze massalopen.

Dankzij Defensie kon ik deelnemen en heb ik bijkomende faciliteiten zoals, parkeerplaats, douchegelegenheid, borstnummer dat klaar ligt, … Het is een echte VIP-behandeling. Op die manier is deelnemen aan een dergelijk massa-evenement wél leuk. Defensie doet dit niet zomaar; er moet dan ook een return zijn in de vorm van uitstraling en extra publiciteit. Zelfs met 200 deelnemers val je niet op tussen de bijna 40.000 anderen als je niet in groep blijft. Vorig jaar was dat niet echt gelukt en daarom wordt er dit jaar in drie groepen (1u30, 1u45 en 2u00) gelopen. Starten vanuit Box 3 en dan lopen voor een eindtijd in de buurt van 1u45min is alles behalve ontspannend. Je moet te veel mensen passeren. Dit jaar loop ik in de groep van 1u30 en starten we vanuit Box 1.

Na het administratief gedeelte en de groepsfoto in de Koninklijke Militaire School begeef ik mij richting Jubelpark. Na een kleine opwarming ga ik richting het gele startvak en zie er dan al meerdere rijen atleten staan drummen om toch maar zo ver mogelijk vooraan te kunnen starten en dus een snelle en vrije doortocht te hebben. Voor mij wordt dit eerder een trainingsloop in groep en moet dus enkel onze privé-pacer volgen.

Exact om 10u schiet prinses Astrid de elite-lopers op gang en kan de cascade van starten aanvangen. Slecht twee minuten later kunnen wij ook van start gaan. Met een groep van ongeveer 20 personen in wit T-shirt volgen we met militaire discipline onze ‘leider‘, gelukkig met een rood T-shirt én met een zonnebril bovenop zijn hoofd. Het valt al bij al nog goed mee om hem te kunnen volgen. Het opgelegde tempo is vrij vlot aan te houden en wanneer de afstand met onze leider wat groot wordt, versnel ik even om opnieuw op de voet te volgen.

De enige moeilijkheid, zoals steeds, is het inhalen van tragere lopers. Bovendien zijn er verschillende groepen die een rolstoel of eigengemaakte kar duwen en die nemen natuurlijk heel wat meer plaats in en verdienen die ook. Waar ik wel een hekel aan heb, zijn de lopers die een oneerlijke verwachte eindtijd opgeven en dus niet thuishoren vooraan deze wedstrijd en nog erger: lopers met een startnummer uit box 4, 5 of 6 die zelfs vooraan box 1 gestart zijn. Zij weten dat ze het tempo van de lopers rond hen niet kunnen volgen en belemmeren dus bewust duizenden die wel hun gehoopte eindtijd proberen te halen.

Na enkele kilometers lopen we door enkele tunnels. Hier had ik verwacht dat deze voor wat verfrissing zouden zorgen, maar niets was minder waar: het was er nog warmer! Vooral bij het uitlopen van de tunnels voelde je de echte hitte en brak het zweet nog meer uit. Gelukkig heb je niet veel later (6K) de schaduw in het Terkamerenbos. Hier loop je niet in een rechte straat, maar maakt de weg een slingerbeweging. Sommige lopers proberen overal de binnenbocht te nemen en snijden je dan te pas en te onpas de weg af. Bij de drankposten zijn het waarschijnlijk ook die lopers die het eerste flesje willen bemachtigen en sprinten dan dwars over de weg naar dat eerste tafeltje om daar plots te stoppen om rustig te drinken.

Ondanks de ongemakken van deze massalopen, blijft het zalig om met vele lopers aangemoedigd te worden door een massa aan supporters. Het zorgde af en toe zelfs voor een kippenvel moment en dat kon dit jaar niet aan de temperatuur liggen. Halfweg passeren we na 43’42” (5K na 23’15”) en liggen we na een rustige start zelfs iets voor op het schema. Af en toe kom ik iemand tegen die ik ken en kan er een babbel af. Na een korte versnelling sluit ik dan terug braaf aan bij onze, intussen toch uitgedunde, groep.

Binnen onze groep (Defensie 1u30) is de samenwerking zeer goed. Al van bij de eerste drankpost worden flesjes water doorgegeven. In de tweede helft zijn er toch die iets te snel lopen. Onderaan de laatste helling (Tervurenlaan) worden deze terug gehaald. Prima, zo hoort het.

Na iets meer dan 1u28min passeren we de eindmeet en mag ik zeggen dat dit een geslaagde editie was van de 20km van Brussel. Ondanks het warme weer met extra veel zweet durf ik toch spreken van een topeditie. Hopelijk krijg ik volgend jaar opnieuw deze kans.

De fles water van 75cl die we allemaal krijgen na de aankomst, gaat er zonder problemen in. Het gevoel van moeten plassen dat ik in het begin van de wedstrijd nog had is nu volledig verdwenen.

28684/36531

        


Van de 36531 ingeschreven deelnemers bereiken er 28684 de finish. Dit betekent niet dat er bijna 8000 hebben opgegeven; ik denk dat er eerder heel veel nooit gestart zijn.

Van duurloop naar tempoloop

Bij gebrek aan inspiratie loop ik gewoon via de meest gebruikte weg, maar dan onder de E40 door, richting the Shelter en via dezelfde weg terug.

Bij het heenlopen is er lichte rugwind en dus iets warmer dan verwacht. Ik trek mijn shirt met lange mouwen uit en bind het rond me.

Bij het terugkeren voelt het veel frisser aan, maar ik leg de lat iets hoger en loop intensiever. Het bewijs vertaalt zich duidelijk in enkele PR’s.

 

 

        


Tijd voor wat tempowerk

Na twee rustdagen wordt er vandaag opnieuw wat sneller gelopen. Een tempoduurloop van een 15-tal km staat op de agenda, gevolgd door een lange duurloop morgen.

Dit keer loop ik niet tijdens mijn lunchpauze, maar ga iets vroeger naar huis en loop vanaf daar. Om niet te veel energie te verspillen in een nieuwe omloop kies ik voor een vaak gelopen stuk door Pellenberg. Hierdoor zal ik ook de nodige hoogtemeters te verwerken krijgen. Het is bovendien iets warmer dan de vorige dagen wat alleen maar kan bijdragen tot een ideale voorbereiding voor de marathon van Parijs. (Vorig jaar was het die dag ook net iets warmer dan al de voorgaande.)

De opwarming gebeurt tijdens de eerste kilometers, net zoals op de eigenlijke marathon. Rekening houdend met het reliëf, zal het tweede deel de snelheid sowieso iets hoger liggen. Toch loop ik al relatief intensief vanaf de eerste helling na iets meer dan één km. De volgende hellingen worden steeds intensief opgelopen.

Zoals je hierboven goed kan zien is de eerste helft voornamelijk klimmen. Na de sterke afdaling, op moeilijk beloopbare kasseien, kom ik op de Zavelstraat. De snelheid zit er dankzij de afdaling nog goed in en op de klimmende stukken probeer ik de snelheid erin te houden. Net voor halfweg deze straat denk ik opeens aan Strava (segment) en kies ervoor om de snelheid op te drijven en vol te houden tot het einde van deze straat.

Na deze heel intensieve kilometers besluit ik om via de Diestse-steenweg huiswaarts te lopen. Ook al moet ik even bekomen van deze inspanning, probeer ik toch met een redelijk tempo de laatste kilometers af te leggen.

Het redelijk tempo in combinatie met de hellingen en het warme weer, maken van deze tempoloop een stevige training. Morgen wordt het een rustigere duurloop.

        


 

Kilometers, kilometers, …

Als voorbereiding op een marathon is er maar één type training heel belangrijk en dat zijn veel (trage) kilometers doen.

Na de echt lange en trage duurloop van afgelopen donderdag is het vandaag opnieuw tijd voor een duurloop. Als afwisseling, ook omdat ik van thuis vertrek, loop ik een heel ander parcours en steek ik er dit keer iets meer tempo in. Onder begeleiding van mijn zoon (met de fiets) en onder een mooi lentezonnetje, vertrekken we iets na de middag voor onze training. De eerste kilometer gebruik ik als snelle opwarming en daarna probeer ik het tempo er in te houden, zonder de hartslag te hoog te laten oplopen.

Richting Pellenberg lopen zonder hellingen is natuurlijk onmogelijk en het is op de hellingen dat ik niet op de hartslag let en het tempo ook niet wil laten zakken. Hierdoor gaat de hartslag effectief de hoogte in. De afdalingen moeten dan zorgen voor een dalende hartslag. Te veel zakken doet deze niet, want het hogere tempo heeft toch wel veel energie nodig. Zo lang de hartslag maar vlug genoeg daalt naar het nieuwe, vereiste niveau.

Parcours Pellenberg - Kessel-Lo

Op Km 5, net na een zware helling, ben ik mijn ‘begeleider kwijt. Hij wou de helling twee keer oprijden. Een helling is met de fiets ook een helling en vrij moeilijk op te rijden. Bovendien wou hij een binnen-weg nemen door een veld, maar ook dat viel tegen. Het duurde effectief enkele minuten eer hij opnieuw in mijn buurt was. De wegen in en rond Pellenberg blijven zorgen voor voldoende reliëf. Bij een tempoloop zorgen deze voor de nodige afwisseling. De afdalingen worden dan weer gebruikt om vlot, lees met snellere cadans, te lopen.

Na bijna 12K zijn we in de buurt van de finish, maar alles gaat prima en besluit om de tempoloop iets langer te maken. We vervolgen onze weg en houden de snelheid op voldoende hoog peil. Bijna thuis zorgen we ervoor dat de afgelegde afstand net boven de 20K uitkomt en met een klein lusje rond Sliepersveld, lukt dat net. Met 1u26min op 20K ben ik best tevreden.

        

Afscheid Rik met bubbels

Na een dagje rust, staan er vandaag een training in twee delen op het programma. We beginnen met een afscheidsloopje van Rik. Aansluitend loop ik alleen nog wat extra kilometers.

Zoals de meeste wordt een lange loopbaan gevolgd door een (hopelijk lange) periode verdiende rust. Op het werk is er iemand die zijn loopbaan stilaan afsluit. Gedurende zijn volledige loopbaan heeft hij meerdere keren per week (en weekend) gelopen. Mede dankzij hem ben ik drie jaar geleden begonnen met mijn eerste stappen in Heverleebos. Net voor hij alles inpakt, willen we met enkele lopende collega’s nog eens zijn rondje lopen. Bij aankomst wacht een fles bubbels.

Met zijn vijven lopen we steeds rond hem. Natuurlijk wordt er ook over het werk gepraat. Toch blijft hij in het middelpunt van de belangstelling staan, al was het maar dat we allemaal op zijn tempo lopen. Meestal doet hij er alles aan opdat de snellere lopers verder vooruit lopen; vandaag geeft hij toe en tolereert ons gezelschap.

        

Na de gezellige borrel aan de bosrand, is het opnieuw tijd voor de verdere training. In Heverleebos hebben we twee veelgebruikte omlopen. Na de kortere (7,5K) die we net samen gelopen hebben, ga ik nu voor de iets langere (10,7K) en ook iets sneller. Het eerste rondje is dan ook een mooie opwarming voor deze tweede loop.

Zonder echt te weten hoever ik nog ga lopen, houd ik het tempo nog binnen de perken. Het wordt wel een extensieve duurloop met een hartslag net onder de 150 hs/min. Op de hellingen verandert het extensieve naar het intensieve.

Uiteindelijk maak ik er toch nog een loopje van 16K van. Dit brengt het trainingstotaal op 23,5 km.

        

 

 

MP langs de vaart

Na een weekend met meer dan voldoende kilometers, maar met voornamelijk tragere kilometers, wil ik vandaag de motor eens testen. Kan ik dit tempo op 9 april (Parijs) drie uur volhouden??

Vorige week liep ik vanuit Leuven-centrum, langs de vaart, naar Café Maretime, goed voor 20K. Het was een rustige duurloop, met een hartslag onder de 140 hs/min. Vandaag wil ik mijn ‘marathonpace’ eens uittesten, zonder te weten welke dat juist is. Als referentie neem ik mijn hartslag en probeer deze in de buurt van de 150 hs/min te houden. Ooit zou ik de marathon onder de 3 uur willen lopen en dit houdt in dat ik gedurende die tijd 4’15” min/km moet kunnen blijven lopen. Benieuwd waar we vandaag uitkomen?

De eerste kilometer(s) gaan door de stad en zelfs dalend voor een groot stuk. Dit is al niet representatief. Eénmaal ter hoogte van de vaartkom voel ik toch wel een redelijke wind. Hij komt van rechts (ZW) en speelt in mijn voordeel. Het heeft niet veel nut om sneller te lopen, want het is juist de bedoeling om het gevoel van die 4’15” gewoon te worden. Toch voel ik, nu al, dat iets sneller lopen ook een hogere hartslag vraagt. Het blijft dus een evenwicht zoeken tussen tempo en hartslag. Bij de laatste kilometers gaat de hartslag toch iets boven de 150 hs/min liggen, maar ligt de snelheid ook net iets hoger dan de 14,1 km/u.

Net ter hoogte van café Maritime maak ik rechtsomkeer. Het windvoordeel is nu helemaal verdwenen en werkt eerder koelend. Ondanks de lichte kledij en het vochtige weer, heb ik echt wel warm genoeg. De tweede helft, richting Leuven, verloopt net iets sneller. Ondanks de tegenwind blijft het tempo onder de 4’15” min/km liggen. De bijhorende hartslag ligt weliswaar boven de 150 hs/min, maar stijgt niet verder.

De vraag blijft toch: is dit tempo haalbaar op 9 april in Parijs? Kan ik zonder lactaattest aannemen dat ik dit drie uur kan volhouden?

In ieder geval is één ding duidelijk. In het verleden liep ik minder snel: