Categorie archieven: Training

Intervaltraining, start van het winterseizoen

Na de rustige week probeer ik deze week opnieuw een normaal ritme aan te nemen. Dit betekent dus ook de trainingen met de Brokkenlopers van DCLA op woensdag en vrijdag en een langere duurloop in het weekend.

De week begint al met een rustdag, na de langere duurloop van zondag die nog steeds niet verliep zoals ik zou willen. Op dinsdag trek ik me wel weer op gang al is het niet met veel enthousiasme. Toch maak ik er geen rustig middagloopje van, maar leg er een stevig tempo op. De eerste kilometers lijken langzamer, maar dat zal wel aan de GPS liggen, denk ik. De hartslag neemt gestadig toe en na iets meer dan 2K bereik ik al de 170 hs/min. Veel te hoog. Dit is helemaal geen wedstrijdtempo en toch deze hartslag. Te weinig slaap is duidelijk nefast voor een goede hartslag. Of zijn er nog andere redenen?

Tempo op dinsdag:   

Opnieuw een slechte planning. Wie doet er nu tempowerk daags voor een intervaltraining? Ik zou toch eens een schema moeten maken en volgen. Hopelijk heb ik er woensdagavond niet te veel last van en kan ik de intervaltraining goed afwerken.

Woensdagmiddag krijgen we van Jeroen, onze coach, het schema van de training doorgestuurd:

Intervaltraining 25 oktober

Door Jeroen

Deze keer gaan we na de opwarming (2 zeshonderdjes) heuvelsprintjes afwisselen met omgekeerde piramides. Omgekeerde piramides wil zeggen van snel/kort naar traag/lang en terug.

  1. 2x(600-200R) (aan 800m-tempo)
  2. 4 heuvelsprintjes
  3. (300-100R-400-200R-600-200R-400-200R-300-500R)
  4. 4 heuvelsprintjes
  5. (300-100R-400-200R-600-200R-400-200R-300-500R)
    300 en 400 aan 1 à 2″ sneller dan 800m-tempo en 600 aan 800m-tempo

Dit is niet alleen een iets moeilijker te onthouden schema; dit is echt wel een stevige training waar de verzuring de grote uitdager wordt. Maar is dat niet net de bedoeling van een intervaltraining?
De opwarming loop ik samen met Kevin en zonder te forceren loop ik hierdoor toch wel iets sneller dan normaal. De uitleg voor de training vraagt ook iets meer tijd waardoor ik toch voldoende kan recupereren, hoop ik. Na twee rondjes met wat ‘steigerungen’ beginnen we aan ons echt schema, met 2x600m aan 800m-tempo. Voor mij zou dit neer komen op 21″/100m of 3’30″min/km. Het lukt me wel, maar mijn hart moet er wel 170x/min voor kloppen; de tweede 600m zelfs nog iets sneller.

Na 4 keer de heuveltjes op te lopen beginnen we aan de eerste sessie van 300-400-600-400-300. Dit keer neemt Davy de kop en lopen we effectief nog iets sneller. De verzuring zet zich verder door. Ik loop eigenlijk iets te snel ondanks ik hem niet meer op de voet volg. Na de volledige sessie heb ik een achterstand van een goed 50m. De tweede keer loop ik waarschijnlijk iets trager de heuveltjes op, mede veroorzaakt door de drukte hier.

De tweede sessie intervallen wordt een lijdensweg. Ik begin hieraan met Davy een eindje voor me uit. Op die manier weet ik dat ik nog steeds ‘goed’ bezig ben. Ik moet niet al te veel prijs geven op hem. Mijn horloge bevestigt mijn snelheid. Deze ligt nu wel effectief lager dan ervoor. Bij de 300m en 400m haal ik nog 21″/100m, mar bij de 600m is het al 21,5. Met nog amper 700m snel te lopen, probeer ik de snelheid bij elke start opnieuw op te bouwen. Toch heb ik voor de laatste 300m nog steeds 1’01″nodig.

Dit is zonder enige twijfel een zware training. Deels heb ik dit aan mezelf te wijten door van bij de start op de limiet te lopen en zo de verzuring al snel op te wekken. Toch is dit (korte intervallen) een training die ik vaker moet doen.

 

 

 

 

Intervaltraining:   

 

Rustige week, van moeten?

Van een rustige week gesproken. Ook al voel ik links en rechts wel iets, toch is het niet echt uit schrik van een blessure dat ik minder loop.

Midden deze week stond er een halve marathon op het programma en hierdoor moest ik dus passen voor mijn midweekse intervaltraining. Hiervoor had ik twee dagen rust genomen, ook al omdat mijn benen niet echt fris aanvoelden. Op woensdag voelden ze wel normaal aan waardoor de halve marathon wel liep zoals gepland, met een PR tot gevolg. Na de marathon maakte ik de fout door geen cooling down te doen en de benen hadden het echt wel nodig.

Daags nadien voelden de benen wel opnieuw ok, maar voel ik toch enkele kleine pijntjes. Voorlopig zeker niets om mij zorgen over te maken. Op vrijdagavond moest ik opnieuw passen voor de training wegens oudercontact in de school van de kids. Overdag lopen op het werk lukte ook al niet. Zaterdag zou een oplossing geweest zijn, ware het niet dat het gezinsleven mij dit verhinderde.

Gelukkig lukte het zondag wel. Op zondag, net na de middag, kon ik wel tijd vrijmaken om mijn duurloop af te werken. De pijntjes waarvan sprake waren voor de start nog wel voelbaar, maar tijdens het lopen verdwenen ze als sneeuw voor de zon. Het goede weer van de afgelopen weken is enkel nog een herinnering, maar toch komt de zon nog steeds vanachter de wolken. Het probleem van de kledijkeuze begint dus ook weer. Ik vertrek toch met korte short, maar met twee T-shirts: eentje met korte en daarboven eentje met lange mouwen.

Het eerste deel voel ik weinig wind, maar zie aan het gras en de bomen dat deze toch aanwezig is, maar van rechts in mijn rug blaast. Door de zon en door de afwezigheid van luchtkoeling lijkt het alsof het zomer is. Toch houd ik mijn dubbele t-shirt aan. Niet veel verder draai ik in de tegenovergestelde richting en zal ik deze waarschijnlijk nodig hebben.

Na 7k draai ik links en loop vanaf hier een 10-tal km in westelijke richting, recht tegen de wind in. En of ik het verschil voel. Het zijn niet alleen de lichte hellingen die me doen vertragen. De zon houdt me hier niet voldoende opgewarmd en dus moet mijn lichaam voor extra warmte zorgen. Het tempo houden is alles wat ik nu nog doe. De hartslag blijft dan niet meer onder de 140 hs/min.

Na 17k wordt het zelfs niet meer evident om deze onder de 150 hs/min te houden. Het wordt dus toch meer dan een rustig duurloopje. Toch gaat de hartslag minder de hoogte in dan vorige week. Er is dan toch wel een verbetering merkbaar. Vorige week had ik waarschijnlijk wel veel te weinig gegeten om 22K te lopen. Vandaag maar een beetje te weinig.

Toch wil ik deze duurlopen in het weekend blijven doen, maar dan liefst met een lagere hartslag, zonder in snelheid te moeten toegeven. Er moet nog veel aan de basis gewerkt worden, dat is zeker.

Duurloop vandaag (22/10):   

zelfde duurloop op 15/10:   

 

10 Miles “Koen Van Dijck”

Na enkele weken specifieke voorbereiding voor de marathon staan er deze week twee wedstrijden op het programma. Niet ideaal, maar ik ben niet de prof die zijn schema op de letter moet volgen.

De afgelopen weken heb ik vooral lange duurlopen gedaan afgewisseld met lange intervallen. In de laatste twee weken komen de loopkilometers dan ook boven de 100km/week uit. Deze week zullen er minder kilometers, maar zullen op donderdag en zondag vooral snellere kilometers gelopen worden.

Vandaag, donderdag 14 september, staat een 10 mijl geprogrammeerd. Dit is een wedstrijd die georganiseerd worden door het bataljon Artillerie in Brasschaat. Dit is dus een militaire wedstrijd, met enkel militairen aan de start. Dit betekent alles behalve dat er weinig kwaliteit aan de start staat, integendeel. Toch blijkt de opkomst vrij laag te liggen en blijkt er veel kwaliteit niet aanwezig te zijn.

Met veel file en regenbuien arriveer ik gelukkig nog tijdig aan de start. De wegen liggen nat en spekglad. Tijdens de opwarming had ik echt moeite om vooruit geraken en dus besluit ik om toch andere schoenen aan te doen voor de wedstrijd. Er werd me wel verzekerd dat het gedeelte ‘onverhard’ goed beloopbaar is. Bovendien ligt de enkel de weg in de buurt van start en aankomst er zeer glad bij, omdat hier quasi nooit gereden wordt.

Oef, net voor de start komt de zon er terug door en het ziet er naar uit dat we een mooie wedstrijd gaan krijgen. Intussen weet ik aan welke snelheid ik ongeveer kan starten en probeer zeker niet té snel te vertrekken. Het zijn twee ronden van 8km en ik wil zeker niet te veel verval zien in de tweede ronde. Onmiddellijk na de start hang ik ongeveer vierde-vijfde. Het blijft moeilijk om in te schatten hoe sterk de tegenstand is en op de kledij mag je je natuurlijk ook niet baseren. Toch doe ik het.

Halfweg de eerste kilometer word ik ingehaald door iemand waarvan ik zeker ben dat ik die het hogere tempo gaat volhouden. Dat wordt zeker een kandidaat winnaar. Van de anderen die voor en in de buurt van me lopen, twijfel ik of ze niet te snel gestart zijn. Ik blijf sowieso rustig maar toch houd ik de snelheid vrij hoog. Ik zal blijven proberen de voorgangers bij te benen, op eentje na dan toch.

Na iets meer dan één kilometer verdwijnt de zon en gaan de hemelsluizen open. De regen vindt al snel een weg door de bomen en het lichaam krijgt volop waterkoeling. Intussen loop ik op de tweede plaats, maar de vogel is al gaan vliegen; de koploper verdwijnt al uit het zicht voor elke bocht. Dit maakt het veel moeilijker omdat ik nu zelf de weg moet ‘zoeken’. De regen heeft de weg wel gevonden en valt intussen met bakken uit de lucht. De seingevers, echt voldoende aanwezig, proberen zich droog te houden en schuilen steeds verder onder de bomen.

Gelukkig wacht er één van de twee begeleiders op de fiets op  de tweede loper zodat ik ook zie waar ik naartoe moet lopen. Mijn nummer is losgekomen en bij een poging om het opnieuw vast te maken, vliegt het zelfs volledig weg. De regen blijft met bakken uit de lucht vallen en de wegen geraken stilaan vol te staan met water. De eerste ronde leg ik af in minder dan 30 min! Hopelijk ben ik toch niet te snel aan het lopen en houd ik dit nog 8km vol.

Tijdens de tweede ronde blijft het meer dan hevig regenen. Ik probeer de grootste plassen te ontwijken, maar af en toe mislukt dit toch waardoor mijn voeten/schoenen intussen doorweekt zijn. Ik merk zelfs dat de fietser het ook niets te warm heeft en af en toe met zijn handen moet schudden om ze wat op temperatuur te houden. Bij deze wil ik mijn dank en respect uitdrukken voor de begeleiders en seingevers die al dan niet vrijwillig, in dit weer, voor een goede organisatie zorgen.

Donker en nat, meer valt er over deze tweede helft niet te zeggen. Ik kan gelukkig het tempo min of meer vasthouden, zodat er geen gevaar meer dreigt van achteruit. De aankomst, na 16km, bereik ik na 1u00’34”. Dit is veruit mijn beste tijd op deze afstand. Mijn horloge duidt op dat ogenblik nog maar 15,7k aan dus probeer ik nog wat verder te lopen tot de 16,1 of exacte 10M.

Gelukkig is de aankomstzone overdekt en heeft de organisatie voor warme thee gezorgd. Uitlopen in dit weer zou eerder voor onderkoeling zorgen en ik verkies om toch maar voor de warme douche te kiezen. Dat een warmwaterstraal zo pijn kan doen, heb ik ook nu pas een eerste keer gevoeld. Na de douche is het wachten op de prijsuitreiking. Er zijn leeftijdscategorieën, waardoor ik niet een tweede plaats algemeen, maar een eerste plaats veteranen gelopen heb.

 

     

Lange duurloop op vrijdagmiddag

Na de min of meer tegenvallende intervaltraining van afgelopen woensdag en een rustdag, wil ik vandaag aan de basis werken met een lange rustige duurloop.

Het parcours ligt vast, de afstand niet. Om te starten loop ik naar Heverleebos en maak daar mijn vierkant rondje langs de Langen-daalstraat die langs het militair domein loopt. Het is al vrij warm en dus zal lopen met lage hartslag nog iets moeilijker worden.

Tot aan de eerste beklimming van de “Poggio” lukt het vrij goed om de hartslag onder de 140 hs/min te houden. Op de helling zelf let ik natuurlijk niet op de hartslag, maar probeer er wel goed ademend en zonder diep te gaan te blijven lopen. De maximale hartslag bedraagt 163 hs/min en dat valt al bij al nog wel mee.

Na deze beklimming is het de bedoeling om verder te lopen in rustige modus, maar toch liggen zowel de snelheid als de hartslag iets hoger. Het wordt dus opnieuw concentreren om in dat rustige langeduur-tempo te blijven lopen. Intussen rijst de idee om er niet één maar twee extra rondje bij te voegen. Op het knooppunt 76 draai ik dus niet linksaf richting E40, maar begin aan een tweede rondje. Hiervoor kies ik het smallere weggetje langs een kabbelend beekje. De weg ligt er vrij goed beloopbaar bij.

De tweede beklimming gebeurt vanuit een zijweggetje maar verloopt analoog en zelfs met exact dezelfde maximale hartslag van 163 hs/min. Dan begint het twijfelen. Ga ik er nog een rondje van 5K aan toevoegen of keer ik terug richting Leuven. Een duurloop van 25K op vrijdagmiddag, bij dit weer, is toch al helemaal niet slecht.

Toch kies ik ervoor om er dat extra rondje nog bij te doen. Dit keer loop ik langs de volledig rechte Nieuwendreef. Bij de derde beklimming van Poggio deel 2 loop ik zelfs nog iets sneller met een iets minder hoge gemiddelde hartslag, maar opnieuw met exact dezelfde piek van 163 hs/min.

Intussen ligt de hartslag veel hoger en krijg ik hem niet meer onder de 150 hs/min. Is dit dan toch het rondje te veel? Ben ik nu bezig met spierafbraak. Het is duidelijk dat 30km lopen zonder herbevoorrading en zonder defit te drinken vooraf, geen goed idee is. Wanneer zal ik het ooit leren?

 

        

Een weekje routine, met lange interval

De marathon is nog ver, maar toch zijn alle schema’s al gestart. Ik houd me voorlopig nog aan mijn traditioneel weekschema.

Na de wedstrijd van zondag in Glabbeek neem ik op maandag toch complete rust. Het is misschien dit keer niet echt nodig, maar de hamstring blijft voelbaar en ik wil in de eerste plaats blessurevrij blijven. Ik ben duidelijk geen 20 meer.

Op dinsdag moet er dan natuurlijk wel gelopen worden. Ondanks de rustdag van gisteren, ga ik vandaag ook niet voluit. Morgen staat er immers een intervaltraining op het programma. Mijn vertrouwde omloop “Sequoia” is toch iets te weinig en dus moet ik wat improviseren. Veel improvisatie komt er toch niet aan te pas; ik vertrek langs dezelfde weg en loop verder, onder de E40, tot aan The Shelter in Korbeek-Dijle. Zonder veel afwisseling keer ik langs dezelfde weg terug naar mijn startplaats. Dit wordt dan een looptochtje van 14,5K en dat aan een relatief rustig tempo.

Ter hoogte van km 4 haal ik iemand in en blijf dan naast hem lopen. Hij draagt oortjes en dit betekent voor mij dat hij geen gesprek wilt aanknopen. Ik zeg dan ook niks. Het duurt zelfs echt lang eer hij doorheeft dat er iemand langs hem loopt. Nadat hij het dan toch doorheeft, blijven de oortjes zitten en lopen we muisstil naast elkaar gedurende meer dan 10 minuten. Aan de tweede bunker, op km 6.5, draait hij terug. Dit keer volg ik hem niet en loop volgens mijn strikte planning tot aan het einde van dit pad (Stationsstraat) om daar 180° te draaien. Op de terugweg is er niemand meer om langs te lopen en houd ik tempo (4’45″/km) stabiel.

        

Op woensdag staat er, traditiegetrouw, een intervaltraining op het programma. Dit keer wordt het geen moeilijk schema, ook al had Jeroen ons een mooi alternatief voorgesteld, met progressieve snelheidsopbouw. Ik houd het bij de eenvoudige rechttoe-rechtaan vijverrondjes. Als snelheid kies ik voor 22″/100m. Ik zou misschien iets sneller moeten kunnen, maar ik denk dat ik al blij mag zijn als ik dit vandaag kan volhouden. Spijtig genoeg ben ik de enige die hiervoor kies en dus bepaal ik zelf het tempo. De eerste vijverronde leg ik af in 5′ rond en blijf dus echt goed in de buurt van de vooropgestelde 22.

Na een recuperatie van 600m (3′) begin ik aan mijn tweede ronde. Het begint al direct zwaarder te worden. Ondanks de relatief lange recuperatie voel ik dat dit niet de eerste is. Ik probeer de snelheid op mijn niveau te houden en klok deze ronde af na 5’03”. Net iets trager. Toch maar vol goede moed en met de nodige motivatie aan de volgende ronde beginnen, resultaat 4’57”. Opnieuw iets sneller, maar de hartslag heeft wel de grens van de 180 hs/min bereikt. De verzuring is hiermee ontegensprekelijk ingezet, zonder lactaattest om dit aan te tonen. De recuperatie rond de kleine vijver moet voor de nodige herstelling zorgen.

We zijn sowieso al half, maar de volgende ronden moeten nog gelopen worden. Bij de vierde moet ik weer vrij diep gaan om deze te kunnen afleggen in 5′. De vijfde ronde loop ik opnieuw tegen de limiet aan om net boven de 5′ uit te komen (5’03”). Ik pas voor een zesde ronde omdat ik vrees dat dit er eentje te veel gaat worden.

        

Week tussen twee wedstrjden

Afgelopen zondag liep ik in Lubbeek een wedstrijd van 14K en komende zondag sta ik opnieuw aan de start van een stratenloop, dit keer een 10K in Glabbeek.

Tijdens de wedstrijd viel de last aan de hamstring nog redelijk mee waardoor ik me niet onmiddellijk zorgen maak. Tijdens de trainingen deze week blijven ze toch parten spelen. Na een rustdag op maandag, loop ik dinsdag een rustig Sequoia-rondje. Zelfs bij het rustig lopen blijft de lichte blessure voelbaar.

        

Op woensdag skip ik daardoor de intervaltraining.

Echt nietsdoen is ook geen oplossing en daarom kies ik ervoor om op donderdag opnieuw een langere duurloop (21K) te doen door heverleebos. Zoals verwacht is het lopen geen probleem, maar ben ik er nog steeds niet gerust in.

        

Door enkele ander activiteiten op vrijdagavond en zaterdag wordt er niet meer gelopen, maar ook niet echt gerust. Deze avonden lig ik dan ook veel te laat in mijn bed. Niet echt sportman-minded. Gelukkig kan ik mij dat permitteren; ik loop trouwens sowieso enkel voor eigen rekening.

Hopelijk lukt het me om op zondag een degelijke wedstrijd te lopen. Ik loop er in de kleuren van DCLA en kan dus niet te veel afgaan.