In het midden van de werkweek, op woensdag, is het vaak iets moeilijker om collega’s te vinden om de lunchbreak al lopens door te brengen. Vandaag is het niet anders.
Gisteren had ik een duurloop van 16km gedaan en voelde me toch wel moe bij thuiskomst. Vandaag zou ik het dus beter rustiger aan doen. Anderzijds is dit misschen ook het moment om nog eens door te trekken.
Bij mijn vertrek besliste ik pas welke richting ik zou uitgaan. Niet dat ik twijfelde over via welke weg, maar wel dat het dit keer in de richting van de -voor mij- hoge snelheid met bijhorende hogere hartslag zou gaan. Ik vertrok dus iets sneller dan anders en zeker de Karmelietenberg naar beneden ging ik, ondanks de vele wandelende hindernissen, vrij snel over de kasseien. De stoepen waren te druk bezet. Zelfs in de tunnel onder de Leuvense ring was het oppassen geblazen. Na één kilometer was de trend al gezet; mijn hartslag zat aan 170 hs/min. Gelukkig had ik deze kilometer afgelegd in 4’04” zodat ik de moed had om door te gaan. De daarop volgende kilometers werden afgelegd aan een tempo van rond de 4’30”. Zelfs met deze hoge hartslag (175 hs/min) vond ik nog een laatste spatje energie om de laatste drie kilometer iets sneller af te leggen. Op deze manier werd mijn persoonlijke besttijd op dit parcours met meer dan een minuut scherper gesteld: van 40’20” naar 39’12”.