Tag archieven: veldloop

Belgisch Kampioenschap Masters Cross-Country 2020 (7de M50)

Deze had je nog te goed. Dit besluit dan ook mijn winterseizoen.

Na mijn achtste plaats in Rotselaar zag ik dit Belgisch Kampioenschap goed zitten. Aan vertrouwen ontbrak het me niet. Vol goede moed rijd ik dan ook richting Brussel.

De Masters lopen het BK reeds op zaterdag en dat is duidelijk te merken. Ik kan zelfs vlakbij de ingang parkeren zonder problemen. Het is zaterdag, er moet dus wel geld in de parkeermeter gestoken worden. In ieder geval sta ik zo kortbij geparkeerd dat ik zonder problemen mijn tas in de auto kan laten.

Vorige week ben ik hier, samen met de jeugdatleten van F-Sport komen verkennen. De moeilijkheid van het parcours zit niet enkel in de modder, maar vooral in de hellingen en vandaag komt daar de wind nog bij. Bovendien heb ik mijn marathontrainingen niet aangepast voor deze wedstrijd. Integendeel, afgelopen donderdag, eergisteren, liep ik nog het Nationaal Kampioenschap Defensie Cross Country voor Masters.

Wie loopt er nu twee kampioenschappen veldlopen met slechts één dag tussen? Juist, de militairen die aan beide wedstrijden deelnemen. Veel zullen het er wel niet zijn, maar ondergetekende is er alvast eentje van. Donderdag liep ik in Grobbendonk het Nationaal Kampioenschap voor Masters, ook een vrij zware veldloop. Het schitterende parcours bevat werkelijk alle soorten ondergrond. Je hebt er ook enkele verharde stukken zodat met spikes lopen niet de beste optie is. De niet verharde stukken gaan van goed beloopbare boswegen, tot modderstroken en losse zand, zelfs losse zand op een steile helling. Na mijn start zat ik helemaal vooraan. Dit was eigenlijk iets te snel gestart, maar toch voelde het niet zo aan. Desalniettemin neem ik wat gas terug en nadat me enkele anderen gepasseerd zijn probeer ik verder mijn plaats te verdedigen. Dit is bovendien, met zijn 7,4km, een vrij lange wedstrijd. Ik kan mijn snelheid nog vrij goed aanhouden en kan uiteindelijk als 9de over de finish lopen. Vermits er twee categorieën (M40 en M50) zijn, kan ik mezelf de 4de plaats toewijzen bij de 50-plussers. Net geen podium, maar wel tevreden met het resultaat.

Een goede 48 uur later kan ik mij opmaken voor de laatste veldloop van deze winter, het BK in Brussel. Dit keer met weinig bekenden. Gelukkig kom ik Chriske W. tegen en moet ik toch niet alleen opwarmen. Na de opwarming keer ik terug naar de voorziene tent waar ik mijn spikes kan aantrekken. Na nog wat korte versnellingen keer ik nogmaals terug naar de tent om mijn T-shirt weg te leggen en enkel in singlet naar de start te begeven. Mijn eerste BK is nu echt wel kortbij.

De start verloopt zoals steeds en dit keer ben ik vrij goed weg. Té snel dus. Nog voor de eerste bocht besef ik dit en probeer niets te forceren. De eerste helling voelt dan al zwaar aan. Natuurlijk word ik dan door velen voorbij gelopen. Hopelijk niet te veel van mijn leeftijdscategorie. Toch heb ik er meerdere zien passeren. Een podium zit er duidelijk niet in vandaag, al had ik dat natuurlijk niet vooropgesteld. Een top tien plaats zou me al veel plezier kunnen bezorgen. De eerste ronde (1,5km) leg ik af in 5’29”. Maar dan moeten er nog drie ronden worden afgelegd!

Ronde 2 verloopt toch wel wat langzamer. Op de eerste 200m velies ik al 6″; het effect van de start is hier volledig verantwoordelijk voor. Het parcours is nu wel vrij. Nu zou je kunnen lopen waar je wilt en het is in dit geval beter om de draad aan de binnenkant te niet volgen. Toch blijf ik gewoon mijn voorligger volgen en loop dus waar iedereen loopt: langs de draad, in de modder. Deze ronde voelt echt zwaar aan. De hellingen voelen steiler aan en de modder nog dieper. Ik verlies ook nog enkele plaatsen.

Ronde 3 wordt zowaar nog zwaarder. Dit keer loop ik het eerste deel wel rechtdoor en niet rakelings langs de afsluiting. Na elke helling moet ik echt wel terug op adem komen. Versnellen na een bocht wordt echt wel moeilijk. Ik voel de hete adem van andere lopers in mijn nek en wil geen plaats meer verliezen. Dit is afzien!

De laatste ronde gaat natuurlijk niet beter, maar wetende dat het de laatste is, voelt toch wel beter aan. De concurrentie hangt letterlijk vlak achter me. Zonder te weten wie het is of in welke leeftijdscategorie hij loopt, wil ik nu echt niet meer ingehaald worden. De lange laatste rechte lijn haal ik echt alles uit de kast en kan nog net verhinderen dat ik ingehaald word. Volgens de uitslag houd ik amper 2 seconden over en dan nog net op iemand uit mijn leeftijdscategorie!

De gekende snelle jongens halen ook hier het podium. Ik ben heel tevreden met mijn zevende plaats op 32 finishers.

Ik sluit hiermee een schitterende winter af. Nooit gedacht dat ik überhaupt aan veldlopen zou doen en kijk nu, ik vind het zelfs leuk. Toch ben ik blij dat ik me nu op de voorbereiding van mijn Marathon in London kan toeleggen.

Crosscup en Vlaams Kampioenschap in Rotselaar (8ste M50)

De dagen na het Provinciaal Kampioenschap in Gooik verkeerde ik toch wel in wat op een runner’s high leek. Dergelijk resultaat had ik niet verwacht en het gaf me wel degelijk een goed gevoel.

Met de nodige spanning keek ik dan ook uit naar de CrossCup in Rotselaar. Het wordt mijn eerste deelname aan een CrossCup wedstrijd, op 51-jarige leeftijd! Enkele dagen voordien wordt er aangekondigd dat door de storm Ciara het programma zal ingekort worden. Om 15u lopen dus niet alleen de junioren, maar ook tegelijkertijd ALLE masters. Dit heeft wel enkele consequenties. Allereerst wordt dit een wedstrijd met megaveel deelnemers, maar bovendien wordt de wedstrijd hierdoor 50% langer. Vaak lopen de Masters +50 samen met de scholieren en in Rotselaar lopen zij 4000m. Nu moeten we, samen met de junioren en jongere masters 6500m lopen. Gelukkig ben ik een afstandsloper en zou dat geen probleem mogen vormen. Een veldloop is geen stratenloop en ik zal dus iets meer op het tempo moeten letten. De wijziging in het programma en afstand is voor iedereen (binnen mijn leeftijdsgroep) hetzelfde en er moeten dus niet te veel woorden aan vuil gemaakt worden.

Net zoals in Gooik is er eerst de wedstrijd voor Tibo (Cadet). Die wedstrijd geeft al een goede indruk hoe het is om met veel volk aan de startlijn te staan. Hij mist zijn start volledig en kan zich daarna moeilijk opladen om onmiddellijk voluit te gaan en veel plaatsen goed te maken. Toch loopt hij zijn wedstrijd in moeilijke omstandigheden, op grote stukken los zand en met veel wind met een gemiddelde van 3’48″/km. Zeker niet slecht. Benieuwd of mij dat ook lukt.

Ondanks de ’thuismatch’ zijn er niet veel masters van DCLA. Gelukkig kan ik samen met Davy van DCLA-Halen opwarmen. Het is toch altijd plezanter om niet alleen te moeten opwarmen. Bovendien is hij echt wel een ervaren rot! Samen lopen we een vijftal kilometer over de loopstrook rond het meer. Daarna zie ik hem de noodzakelijke stretch-oefeningen doen en doe ik er ook wel enkele. Hierin zie je het verschil tussen een goede atleet en een onervaren amateur.
Na het wisselen van schoenen en het aantrekken van het club-singletje blijven er enkel nog wat korte versnellingen te doen en begeven we ons naar de start.

Zoveel volk! Ongelofelijk hoeveel starters er staan te drummen aan dat dunne lijntje in het strandzand. Net voor de echte start krijgen we te horen dat de juniors een minuut voor de masters zullen vertrekken. Zij gaan dan aan de voorste lijn staan en de masters aan de achterste lijn. Niet veel later klinkt het startschot en zijn die jonge mannen begonnen aan hun wedstrijd. Maar hoe en vooral wanneer moeten wij nu vertrekken? Niemand die het weet. Komt er een tweede startschot en zo ja wanneer? Neen, er komt geen startschot?! Ik probeer de conversatie te volgen van de starter en het andere jury-lid. De ene staat helemaal rechts (kant water) de andere staat links, kant bos. Ze zijn er duidelijk zelf nog niet uit. Als de minuut bijna verstreken is, hoor ik iets wat op een startsignaal neerkomt. De eerste zijn vertrokken en er zit dus niets anders op om ook maar vlug snelheid te maken.

Snelheid maken in dit mulle zand is echt niet van de poes. Hier gaan al veel krachten verloren. Bovendien is de eerste bocht niet ver en na het duwwerk aan de start is het hier niets minder. Proberen recht te blijven en niet te veel plaatsen te verliezen. De eersten zijn dan al redelijk ver vooruit. Het zal een lange race worden: één kleine en vier volledige ronden en dus ook telkens de verschillende zandstroken. Hier heb je geen Stryd-powermeter nodig om te weten dat zoiets kracht kost. De moeilijke passage in de bochten geeft je al wel de mogelijkheid om even op krachten te komen. Na 400m beginnen we al aan de eerste volledige strand passage. Echt door het water loop ik toch maar niet; het is een beetje zoeken naar het hardste zand zonder echt nat te worden.

Op dat ogenblik wordt er al meer op één lijn gelopen en is het dus nog om de plaatsen te doen. Focussen op de loper voor mij en deze proberen in te halen; daar komt het eigenlijk op neer. Als ik zelf ingehaald word, probeer ik daar niet te lang bij stil te staan (figuurlijk dan toch). Mijn tempo ligt redelijk goed. Ik loop echt wel op de rand van mijn limiet en het is nu enkel blijven concentreren en doorbijten om dat tempo zo lang mogelijk vast te houden. Met dit “constant” tempo slaag ik er toch in om tijdens de eerste volledige ronde enkele andere lopers in te halen. Ik word op het eind van deze ronde nog wel ingehaald door iemand uit een oudere categorie en vanaf dat moment focus ik mij op hem en probeer hem ‘in het zicht’ te houden. Eigenlijk wil ik hem nog terug inhalen.

De volgende ronden blijft het vechten om het tempo aan te houden. Waarschijnlijk zal er wel wat verval zijn, maar ik verlies geen plaats meer. Iedereen zit min of meer op zijn positie en beleeft waarschijnlijk hetzelfde als ik. Het komt er nu alleen maar op neer om te blijven focussen. De vermoeidheid wordt stilaan erger, het losse zand dieper, het lichaam warmer, … Tijdens de laatste ronde kom ik amper dichter op de voorligger. Het zal er nu alleen nog maar op neer komen om niet meer ingehaald worden.

In de laatste lijn voor het strand kom ik nog wat korter op mijn voorligger, maar mijn pijlen zijn verschoten; de eindsprint is niet meer voldoende om hem in te halen.

Al bij al kijk ik tevreden terug op deze wedstrijd. Na wat uitpuffen ga ik als een volleerd wedstrijdatleet wat loslopen. Hier kom ik opnieuw Davy tegen. Hij werd knap zevende algemeen en tweede M40.

Provinciaal Kampioenschap Veldlopen in Gooik (6de M50)

We zijn een nieuw jaar gestart en vanaf nu ligt de focus nog meer op mijn voorjaarsmarathon: London op 26 april. De Eindejaarscorrida heeft duidelijk aangetoond dat mijn conditie echt wel goed zit. We hebben nog tijd eer de specifieke marathontraining start en dus kan er nog op snelheid gewerkt worden. De veldloop in Leuven verliep beter dan verwacht en dus zal ik de rest van deze winter nog enkele veldlopen doen. Om het schema van mijn marathontraining niet te veel in de war te brengen, kies ik voor de kampioenschappen. Dit klinkt alsof ik een topatleet ben, maar we zien wel hoe ik het er vanaf zal brengen. Op agenda staan:
– 12 januari: Provinciaal Kampioenschap in Gooik
– 9 februari: Crosscup en Vlaams Kampioenschap in Rotselaar
– 20 februari: Nationaal Kampioenschap Masters Defensie in Grobbendonk
– 22 februari: Crosscup en Belgisch Kampioenschap in Brussel

Provinciaal Kampioenschap in Gooik

Spijtig genoeg heb ik sinds Leuven (03/11), waar ik vierde werd, geen veldloop meer gelopen. Het is dan ook een groot vraagteken hoe ik het hier vanaf ga brengen. De conditie zit wel snor, maar niet echt om in een veld 4,4km alles te geven. Mijn goede start in Leuven geeft me wel wat vertrouwen en verliezen kan ik hier niet. Al vrij vroeg ben ik aanwezig op de terreinen van Kester en kan dus het parcours rustig verkennen. Eén stuk van het terrein ligt zo drassig, zeg maar nat, waardoor gewoon wandelen al niet kan zonder natte voeten te krijgen. Dat wordt een moeilijk stuk straks. Als je dan weet dat we hier drie keer heen en weer door moeten, voorspelt dit een zware wedstrijd te worden. Het ander, droger, gedeelte van het parcours ligt er in de voormiddag ook al heel modderig bij. Het gaat sowieso een heel modderige bedoening worden.

Vooraleer aan mijn wedstrijd te denken, ben ik hier als vader van twee cadetten. Zij doen hun opwarming echt zoals het hoort. Na een rustig loopje als basisopwarming, doen zij wel de nodige oefeningen en dynamisch stretchen, gevolgd door enkele versnellingen. Tijdens deze versnellingen komt Tobi wenend afgewandeld. Hij heeft pijn in zijn lies en beseft onmiddellijk dat hij deze wedstrijd niet kan lopen. Tibo warmt wel verder op en iets voor half twee start hij met zijn wedstrijd.

Na een stevige start wordt het een vrij moeilijke wedstrijd. De modder weegt zwaar en toch vecht hij voor elke plaats. Ronde na ronde hangt er meer modder op schoenen en benen en toch houdt hij goed zijn tempo. Met een prachtige top tien plaats weet ik wat mij te doen staat.

Opwarmen op het parcours zit er dit keer niet in. Het wordt dus een rustig duurloopje op de weg. Gelukkig zijn er nog enkele DCLA-clubgenoten en met zijn drieën lopen we een zestal kilometer zodat de spieren het eindelijk wat warmer hebben. Gelukkig hebben we nog tijd genoeg voor een toiletbezoek en het wisselen van schoenen. Eénmaal de spikes aan mijn voeten, blijft er nog net genoeg tijd over om nog wat korte versnellingen te doen en dan maar naar de startbox.

Waar ik vorig jaar nog heel slecht in was, starten, lukt dit jaar al vel beter. In Leuven was ik vrij vroeg weg, maar had het hoge tempo iets te lang aangehouden. Deze fout probeer ik nu niet meer te maken. Gelukkig is nu een vrij grote afstand vooraleer de eerste bocht eraan komt en bovendien ligt die bocht in een modderig stuk. Toch blijft het heel druk tot na de bocht. vanaf nu is het tempo proberen aan te houden. Tot we 300m verder aan de echte modderstrook kwamen. Het tempo zakte van 3’40″/km naar 4’40” en zelfs bijna 5’/km terwijl de hartslag zijn maximum bereikte. Van rustig ademen was hier helemaal geen sprake.

Die modderstroken hakken er echt wel in. Het is telkens net niet sterven. Na de modder is het zo snel mogelijk terug op adem komen en tegelijkertijd het tempo opnieuw opdrijven.
Bij de tweede en derde ronde worden die steeds zwaarder, maar niet alleen bij mij. Bij elke passage kan ik een of twee plaatsen goed maken. Op het einde van de laatste keer door de diepe modder, kan ik nog juist iemand inhalen.
Vanaf hier zit er maar één ding op en dat is het tempo zo hoog mogelijk houden opdat hij er niet meer terug over komt.

Op 200m voor de finish hing ik er nog voor, maar 100m later niet meer. Ondanks mijn verwoede poging kwam hij nog vrij vlot voorbij en kon ik het zelfs niet spannend meer maken.
Resultaat is een 6de plaats bij de M50 of 5de bij de 50-54-jarigen.

DCLA Veldloop 2019

Na een lange zomer met drie marathon (Boston, Puurs en Chicago) komt de winter eraan met wedstrijden in het veld. DCLA opent dit nieuwe veldloopseizoen.

Vorige winter was een ramp. Na de eindejaarsmarathon, Berlijn 2018 die wel een succes was, bleven de billen, hamstrings en de pezen in die buurt me parten spelen. Dankzij kiné Dennis Laerte werd een een revalidatieperiode ingelast en was ik net op niveau voor het voorjaar. Nu, na een schitterende eindejaarsmarathon, is het opnieuw opletten geblazen. In ieder geval kan ik al opwarmen zonder pijntjes te voelen en eerlijk gezegd, dat doet deugd.

Mijn laatste cross dateert van exact een jaar geleden. ondanks mijn blessure heb ik vorig jaar toch deelgenomen aan de veldloop van DCLA in 2018. Als net geen vijftiger liep ik toen nog met de Masters +35 over een afstand van 6.5km. Dit jaar krijg ik 4,2km voorgeschoteld en ben er eerlijk gezegd niet kwaad om. Ondanks mijn specifieke marathontrainingen van de afgelopen maanden wordt dit totaal iets anders. Lopen tot je niet meer kan en dat volhouden tot de finish.

Voor de start warm ik samen op met enkele collega’s van DCLA mét ervaring. Na een korte opwarming op de weg is het tijd om die spikes aan te trekken en het gevoel van die dunne schoentjes met pinnen terug te krijgen. Het is toch wel een heel andere vorm van lopen. Eerst doe ik enkele voorzichtige versnellingen in de buurt van mijn sporttas om eventueel nog wijzigingen te kunnen aanbrengen, zoals kortere of langere pinnen, veters vaster of losser, … Alles voelt goed en na een laatste stress-plasje ga ik richting start om daar nog wat verder op te warmen met nog korte versnellingen. Bovendien is er nog wat tijd om ‘oude’ bekenden tegen te komen en wat te socializen.

Perfect volgens de regels en op schema wordt de wedstrijd op gang geschoten. In tegenstelling tot de vorige jaren ben ik dit jaar iets beter weg. De ‘oudere’ masters lopen samen met de jongere scholieren en die mannen lopen niet alleen sneller, ze starten vooral ook sneller. Het is in de eerste bochten toch wel wat wringen. Na enkele bochten en smalle loopstroken loop ik opeens samen met Marc Neefs, de winnaar van vorig jaar. Dit kan alleen maar betekenen dat ik zeker snel genoeg gestart ben. Ik sta er helemaal niet bij stil of hij dan wel goed of slecht vertrokken is. In ieder geval is het nu hoog tijd om rustig te blijven want er staan nog wel wat rondjes te wachten. Elk rondje staat voor meerdere bochten, een stevige helling en zelfs enkele hindernissen in de vorm van strobalen.

In tegenstelling tot stratenlopen heb je hier helemaal geen tijd om rond te kijken. De prioriteit ligt vooral in het zoeken van de ideale lijn: zonder putten, plassen, boomstronken of andere obstakels die het lopen kunnen tegenwerken. Zelfs naar de horloge kijken, wordt al moeilijk. Gelukkig hoor ik (als ik het al hoor) het einde van elke afgelegde kilometer. Een eerste kilometer in 3’38” is voor mij echt wel snel en misschien zelfs iets té snel. De hartslag bedraagt intussen al +160 bpm. Dit is een cijfer wat ik op intervaltraining nog niet zag.

Het tweede rondje is het vooral geconcentreerd blijven en de snelheid hoog houden. De tweede km wordt afgeklokt na 3’53”. Dit is nog steeds heel behoorlijk, maar de motor draait warm, hopelijk niet te warm. Met +170bpm in koude en regen komt dit in de buurt van een overdrive. Mijn voorligger heeft intussen al wat afstand genomen en dus is het plaatsbehoud nu mijn prioriteit. Ik hoor niet onmiddellijk iemand achter mij, geen scholier en ook geen master. Pas in de derde ronde lopen we iets verder en is er een 180° bocht waardoor we een goed zicht krijgen op de anderen. Hier merk ik een relatief grote voorsprong op de achterliggers. Het plaatsbehoud moet dus mogelijk zijn. Vertragen is wel niet aan de orde. De ademhaling is de enige die versnelt. Vanaf nu concentreer ik me hierop. Rustig en zo diep mogelijk ademen wordt de hoofdopdracht.

Na vier rondjes bereik ik, toch wel uitgeput de finish. Met een opgelopen achterstand van 30″ kan ik mezelf niks verwijten en had ik zeker geen plaats kunnen opschuiven. Maar welke plaats heb ik nu? Ik heb er totaal geen zicht op. Hoeveel masters waren er nog voor me? Na aankomst hoor ik de speaker iets zeggen en dacht te horen dat mijn voorligger tweede was. Maar dit was te mooi om waar te zijn: hij was derde. Ik word hiermee vierde en val dus net naast het podium.

Uitslag M50

week 4 – 2018

Deze week wordt een drukke werkweek en daardoor zal het puzzelen worden om er een looptraining bij te krijgen. Bovendien zorgt deze speciale werkweek voor extra ‘warme’ maaltijden. Alleen al om de weegschaal niet te veel te doen uitwijken zal er moeten gelopen worden. Op maandag begint al niet zo goed en heb ik ’s avonds enkel een beetje tijd om aan core stability te doen. De opwarming hiervoor doe ik op de loopband en hiervan maak ik nuttig gebruik om de nieuwe Nike’s eens te testen, zowel de Nike Zoom Fly als de Nike Zoom Vaporfly 4% worden voor een eerste keer aangetrokken. Het allereerste wat opvalt is de hoogte van de voetzool en de grote drop.  Ik heb deze in dezelfde maat als de mijn andere loopschoenen en dat lijkt hier een beetje nipt te zijn. Na enkele minuten gelopen te hebben, blijken ze toch goed mee te vallen. De dunnere Nike sokken komen hier nog beter tot hun recht. Benieuwd wat deze schoenen waard zijn op de weg, maar daarvoor moet het wat droger en aangenamer weer worden. De Core Stability bestaat uit voornamelijk enkele basisoefeningen, zoals plank voorwaarts, links en rechts en lunges (grotere stap voorwaarts met doorbuigen).

Dinsdag was er helemaal geen tijd, maar zag ik gelukkig een ‘gaatje’ net voor het avondeten. Het was bij de start al wel bijna donker en dus zocht ik een alternatief parcours met het tweede gedeelte via de openbare wegen. Om toch voldoende afstand te kunnen afleggen, houd ik het tempo iets hoger. Eénmaal in het donker en op de weg is het voor mij ongekend terrein. Het niet-verwachte gebeurde toch; ik loop verloren. Op een bepaald moment loop ik door de modder en eindig in een schuilhut voor vogelliefhebbers. Rechtsomkeer dan maar en hopen dat ik terug in de goede richting loop. Zonder te beseffen hoe laat het is loop ik in dit tempo verder richting werk. Op het uur dat er moet gegeten worden, kom ik pas aan. Na een ultravlugge douche kom ik niet veel te laat aan in het restaurant. Ik heb toch mijn training kunnen doen 😉

 

Op woensdag en donderdag beperkt het sportieve zich tot het fietsend woon-werk-verkeer en een uurtje tafeltennis met de kids. Vrijdag is het opnieuw een normale werkdag en kan ik gelukkig tijd vrijmaken om overdag, bij daglicht, te lopen. Het wordt toch een iets langere duurloop door Heverleebos en Meerdaalwoud van een 20-tal kilometer. Hopelijk heb ik er morgen, met een veldloop op de agenda, niet te veel hinder van. De GPS had het wel moeilijk en koos zijn eigen weg.

 

Op zaterdag heb ik nog een veldloop op de agenda staan. Vorig jaar liep Tobi naar een overwinning in Sint-Truiden en dit jaar wil hij dit opnieuw proberen. Wij gaan dus samen naar de avondcross van TACT en gaan er beide onze wedstrijd lopen. Er zijn dit keer geen collega’s van DCLA Leuven aanwezig, maar wel van DCLA Halen en aan hen had ik al beloofd dat we zouden aanwezig zijn. Tibo heeft een probleem met zijn knie en kan er niet bij zijn.
Tobi deelt zijn wedstrijd perfect in. Bij de eerste doortocht na 1/3 wedstrijd komt hij door als derde. Na het rondje in het bos, op 200m van de aankomst hangt hij eerste met een enorme voorsprong op de eerste achtervolgers. Hij heeft zijn doel alvast bereikt.

Daarna doe ik samen met enkele collega’s van DCLA Halen enkele rondjes opwarming en iets over 19u is het dan aan de Masters voor hun veldcross in het donker met her en der een mooie LED-lamp. Zoals steeds is de start een drukke bedoening en probeer ik de eerste 500m al wat plaatsen goed te maken. Gelukkig kom ik opnieuw net achter Tom van DCLA Halen te hangen en kan er enkele ronden bij blijven. In de laatste ronden worden alle registers open getrokken en worden de reserves opgebruikt. Ik kan hem en enkele anderen inhalen en moet nu mijn plaats proberen te verdedigen. De laatste kilometer is het dus alles op alles en ondanks de dreigende geluiden net achter me kan ik mijn plaats (12/48) behouden.

 

Daags na de veldloop ga ik niet gewoon uitlopen, maar loop ik een langere duurloop over mijn min of meer vast parcours, zijnde via Horst en Kessel-Lo. Dit keer doe ik nog een extra rondje door het provinciaal domein om zeker 25K te hebben als ik thuiskom.

 

 

 

NCD Cross Country in Schaffen

Na meer dan twintig (!) jaar sta ik nog eens aan de start van het Nationaal Kampioenschap van Defensie Cross Country. Deze veldloop is één van de populairste wedstrijden binnen Defensie en staat dan ook bij alle lopers met stip genoteerd in de agenda.

Je leest het goed: twintig jaar geleden, minimum, kan ook langer geleden zijn. Ik heb deze veldloop ooit gelopen, omdat de eenheid een minimum aantal lopers moest afvaardigen. Waar ik toen ergens in de uitslag stond, is me gelukkig een raadsel. Dit zal waarschijnlijk niet in de eerste helft zijn.

Intussen is er aan de wedstrijd niet zo veel veranderd, maar aan Defensie wel. Er zijn maar weinig eenheden die nog voldoende deelnemers kan/wil afvaardigen. Gelukkig kan er ook individueel ingeschreven worden. Volgens het reglement, hangt mijn eenheid af van een andere eenheid en daarom probeer ik via deze toch te kunnen deelnemen aan de eenheidscompetitie. Spijtig genoeg komen we ook niet aan voldoende kandidaten en kunnen we dus enkel als individuelen deelnemen.

Vermits dit een eenheidscompetitie is, zijn er ook geen leeftijdscategorieën en loop ik als bijna vijftiger mee met de jonge veulens. Het is me op deze wedstrijd dan ook niet om de echte rangschikking te doen, maar hoop toch om niet te ver te eindigen. Voor de start hoorde ik van een ervaren deelnemer dat een top100-plaats hier heel goed is. Ik weet dus wat me te doen staat.

Het weer en de ondergrond zijn geen excuus en niet omdat dat voor iedereen hetzelfde is. Het is niet al te koud en er staat een matige westenwind. Bij de stukken met wind op kop hoop ik achter iemand te kunnen lopen. De ondergrond is één grote grasvlakte, maar ligt niet als een voetbalveld. Het wordt opletten geblazen om geen voeten om te slaan.

Het groot aantal deelnemers dat sneller is dan ik, zorgt er wel voor dat het vrij druk kan worden in de eerste bochten. Sneller starten heeft niet veel zin, maar het blijft wel een vereiste om niet te veel opgehouden te worden. Het blijft moeilijk om onmiddellijk na het startschot op snelheid te vertrekken. Mijn reactiesnelheid is duidelijk te traag. Zodra ik mijn eerste passen zet, zijn er velen voor mij weg. De eerste kilometer is echt uitkijken om niet te vallen, om een weg te zoeken waar je kan doorlopen en niet ingesloten te raken. De startronde van 1,9km leg ik af in 6’49” wat neerkomt op de 109e tijd. Hierna volgen er nog twee ronden van 3,75km met telkens twee hellingen.

Bij het lopen van de rest van de wedstrijd is er maar één ding: focus op snelheid. Het blijft de bedoeling om de snelheid zo hoog mogelijk te houden, zonder te veel te forceren. Er moet nog 7 km gelopen worden. Op de hellingen is het toch telkens over de limiet. Hier is het toch wel afzien. Het is voor iedereen moeilijk. Telkens kan ik hier toch wel iemand inhalen. In de erop volgende afdaling is er geen tijd om te herstellen. Ook hier moet er op het gas gedrukt worden of ze lopen gewoon van je weg. Hier zie ik opnieuw iets waaraan gewerkt mag worden: sneller lopen bij een afdaling. Onderweg hoor ik iemand tellen en zou ik op een 96ste plaats hangen. Dit moet te houden zijn, vermits ik toch nog regelmatig iemand inhaal. De eerste volledige ronde leg ik af in 14’18” wat neerkomt op een 75ste tijd.

De tweede en laatste volledige ronde moet de ronde van de bevestiging worden. Het enige doel is om niet te verzwakken. Ik blijf regelmatig andere lopers inhalen, maar zie toch af en toe iemand me inhalen. De hellingen zijn dit keer precies zwaarder en langer en dus trager, maar de snelheid blijft over het algemeen behouden. Ik probeer de voorlaatste kilometer de snelheid nog wat op te drijven, wat ook lukt, om zeker iemand net voor me te hebben bij het stuk met tegenwind. Hier blijf ik een eerst achter iemand hangen, maar voel dat er op die manier meerdere hetzelfde achter mij doen. Halfweg dit zware stuk neem ik toch over en probeer de snelheid maximaal te houden. Toch voel ik de hete adem van verschillende lopers in mijn rug. Op de laatste rechte lijn, de aankomststrook word ik door een drie of viertal voorbij gesprint. Die versnelling zat er bij niet meer in; ze waren dan ook 20 tot bijna 30 jaar jonger. Mijn tweede ronde leg ik af in 14’28” wat neerkomt op een 61ste tijd.

Als ik de rondetijden en de bijhorende rangschikking bekijk, moet ik de eerste twee kilometer toch iets sneller kunnen afleggen waardoor ik minder gehinderd word en beter kan aanpikken aan iets snellere lopers. Toch kijk ik met een tevreden blik terug op deze veldloop, samen met de senioren (23-35 jaar) over een afstand van 9,4km.

Een ander les die ik getrokken heb, is de lengte van de spikes. Op deze grasvlakte werken de spikes als blaadjesprikkers. De spikepunten zitten zo snel vol met blaadjes en moeten dus lang genoeg zijn. 12 of zelfs 15mm zijn dus geen overbodige lengtes. Mijn 9mm waren duidelijk te kort.