Tag archieven: Tempoloop

20 km door Brussel

20km van Brussel
20km van Brussel

Zoals elk jaar, of toch zoals de laatste, ben ik dit jaar ook ingeschreven voor de 20 km door Brussel. Dit massa-evenement is ook gekend voor deelname via en voor de vele goede doelen. In mijn geval is dat enigszins anders. Ik neem deel via mijn werkgever.  Hier is het niet het doel om geld in te zamelen, maar wel om Defensie op een sportieve en positieve manier in de kijker te zetten.

Enkele maanden voor de wedstrijd had ik me al opgegeven om te kunnen deelnemen aan deze 20 km door Brussel. Om tussen de tienduizenden lopers toch zichtbaar te zijn, wordt er gevraagd om in groep te lopen. Eén groep vormen blijkt niet te werken. Zelfs drie groepen (1u30′, 1u45′ en 2u) vormen, was geen succes en daarom werd er dit jaar geopteerd om in vier groepen te lopen, gaande van 1u20′ tot 2u00′. Omdat ik vorig jaar de groep van 1u30′ vlot kon volgen, koos ik dit jaar voor de nieuwe, snelste groep: die van 1u20′. Hiermee moest ik dan wel een gemiddelde van 4′ min/km of 15km/u kunnen lopen op het niet vlakke parcours. In principe en met een goede voorbereiding zou dit net kunnen lukken.

Met de Great Breweries Marathon in aantocht heb ik meer dan voldoende motivatie om te blijven trainen. Anderzijds lijkt me 1u20′ iets te optimistisch om dit te lopen op slechts één week voor een marathon. Sommigen spreken al van drie weken taperen voor een marathon en ik zou één week voordien nog een intensieve 20 km doen. Geen goed plan, mijn gedacht.

Door omstandigheden waren er geen T-shirts voorzien!! Hierdoor is het hele idee om in groep te lopen zinloos geworden. Ik kan dus mijn eigen tempo lopen en ben dat dan ook van plan. Het wordt dus de bedoeling om niet te snel te starten en puur op gevoel te blijven lopen. De weersomstandigheden zijn ons iets te gunstig gezind en zorgen voor een heel warme en zwoele zondag. Enkele minuten voor de start vallen er enkele druppels, maar je moet al geluk hebben om er veel te voelen. Of ben ik dan toch zo mager dat de druppels steeds naast me vallen? In ieder geval, het blijft vrij warm en extreem zwoel, ook al houden de wolken de zon deels van ons weg.

Start 20km van Brussel
Start 20km van Brussel
Start 20km van Brussel
Start 20km van Brussel

Bij massa-loopwedstrijden, zoals deze, is het de eerste kilometers uitkijken naar een gaatje om toch min of meer te kunnen lopen. Té snel starten was sowieso niet mogelijk. Ik stond weliswaar in het eerste startvak, maar niet echt vooraan. Zonder echt snel te starten blijkt toch dat mijn geplande snelheid veel hoger lag dan de meeste lopers voor mij. Sommigen, eigenlijk wel velen, beseffen niet waarvoor die startvakken dienen gaan rustig joggend van start vanuit dit eerste vak, waar toch wel heel velen er wel een wedstrijd van willen maken. Ondanks mijn hoofddoel, laatste deftige trainingsloop voor de marathon van volgende week, is het zigzaggen, stoeplopen, springen, … om toch normaal vooruit te geraken.

Half 20km van Brussel
Half 20km van Brussel

Door de voorspellingen van het heel warme weer zijn er ook extra drankposten voorzien. De eerste passeren we reeds na 2,5km. Ik zeg ‘passeren’ want door de drukte is het te moeilijk om er en flesje te bemachtigen en loop ik maar in het midden van de weg verder richting tunnel van de Louizalaan.

Park 20km van Brussel

Vanaf hier is er iets meer plaats en kan ik helemaal op mijn gevoel lopen. Het blijft echt wel uitkijken naar medelopers en opletten om niet ten val te komen.

Tijdens het lopen, nog steeds op gevoel, valt het mij op hoeveel toeschouwers er staan. Deze wedstrijd is niet alleen populair bij lopers, maar duidelijk ook bij Brusselaars, supporters, … Er zijn maar weinig plaatsen waar het stil is. Bovendien zie ik ook hoeveel groepjes er zijn die een rolstoel of verbeterde versie ervan, voortduwen. Zowel de lopers als de ‘passagiers’ worden terecht heel veel aangemoedigd.

   Half 20km van Brussel  Eind 20km van Brussel  Eind 20km van Brussel

Gelukkig heb ik de andere drankposten niet meer zomaar gepasseerd en heb overal een flesje gekregen/genomen. Dit water werd zowel gebruikt om te drinken als voor extra afkoeling. Voorzichtig bracht ik steeds met mijn hand wat water naar mijn hoofd en gezicht. Ondanks de iets minder warme temperaturen dan gevreesd, was het echt wel heel zwaar weer om te lopen.

Eind 20km van Brussel  Eind 20km van Brussel   Eind 20km van Brussel

 

Hieronder nog eens alle foto’s:

Rest van februari: combinatie van blessure en trainen

Na het doktersbezoek van maandag was ik toch wel aangedaan. Het was duidelijk dat deze pijn er niet zomaar is. Het zal dan ook een week niet (te veel) lopen zijn. Preventief is al niet meer juist, eerder correctief ga ik nu een week ontstekingsremmers nemen en regelmatig de voetzool koelen met ijs. Hopelijk krijgen we daarmee de ontsteking van de aanhechting van het peesblad (fascia plantaris) onder de voet op het hielbeen. Dit is een hele boterham om niet te moeten spreken van hielspoor.

Er is weinig aan te doen behalve een combinatie van onderstaande maatregelen, tenminste als je er nog niet te lang last van hebt, zoals ik dus.

  • OntstekingsremmersU kunt een periode ontstekingsremmers zoals Ibuprofen nemen
  • IJsapplicatieDe ontsteking kan verminderen door ijs te leggen ter hoogte van de pijnlijke plaats op de hiel
  • Aanpassen van de activiteiten: Tijdelijk de belasting verminderen door minder te sporten
  • Stretch oefeningenStretching van de fascia plantaris en de achillespees door 3x per dag verschillende stretchoefeningen te doen. Uw orthopeed zal u een formulier geven met hierop de oefeningen of u kan deze aanleren met de kinesist.

Na een weekje was het al iets beter, maar nog zeker niet weg. Langer wachten om te gaan lopen, kan/wil ik niet en loop ik op zaterdag nog eens richting Pellenberg en doe een 15km aan een aardig tempo (4’23″/km). De pijn is te doen en dus besluit ik om de dag nadien het rondje via Horst en Kessel-Lo te doen. Wat de schoenen betreft liep ik zaterdag met Asics Kayano 23 en op zondag met de Saucony Guide 10S. Deze laatste zijn duidelijk niet zo goed in deze omstandigheden. De pijn was terug aanwezig en 23km lopen, ook aan rustig tempo, doet duidelijk niet goed.

Nu maak ik me pas echt zorgen. 8 weken voor de marathon van Rome en ik kan niet eens pijnvrij lopen!! En kom vooral niet af dat ik moet rusten!!

Na een rustdag op maandag is het dinsdag opnieuw tijd om te lopen. Veel zin om een nieuw parcours te vinden is er niet en daarom loop ik nog eens op en af naar The Shelter, goed voor 14km. Hierin steek ik toch wel wat tempowerk. Het is vooral dit tempowerk waar ik hopelijk een verbetering ga merken tijdens de marathon. Tempo en LSD zijn volgens mij de basistrainingen voor een marathon. Teveel tempowerk kan ik sowieso niet doen, omdat mijn loopstelsel die hoge belasting niet toelaat. Het blijft dansen op een slappe koord.

Amper één dag later maak ik er een extra sportieve dag van. In de namiddag haal ik de koersfiets eens buiten en doe een rondje van een goede 22km in iets meer dan drie kwartier. Het is zeker nog niet veel, maar dit wordt misschien wel begin van een hele fietscarrière. Alhoewel, hieraan twijfel ik zelf nog wel. Ondanks deze fietstocht ga ik ’s avonds naar de training van DCLA. Op het programma van de brokkenlopers staat dit keer iets nieuws en zelfs met twee keuzes. Ik kies het eenvoudigste model, zijnde 3 à 4 x (1000-200R-600-200R-1000-400R). Ik blijf toch iets meer focussen op langere afstand en geef de voorkeur aan 4x en loop de intervallen iets langzamer dan anders, zijnde aan 22″ à 22,5″/100m. Het wordt hierdoor een langere training en ik kijk er dan ook tevreden op terug. De hartslag blijft steeds net onder de 170 hs/min, waardoor dit een perfecte training is voor een verhoging van de VO2max. Dit wordt dan ook een vrij lange intervaltraining.

Donderdag wordt geen complete rustdag, maar crosstrainingsdag. Op de middag ga ik nog eens zwemmen en leg 2000m af in drie kwartier. Na de fietsbeurt van gisteren ben ik precies op weg om triatleet te worden. Toch houd ik het voorlopig op lopen.

Op vrijdag is het dan weer tijd voor een duurloop. In plaats van de training af te wachten, kies ik voor de zonnige namiddag en trek hiervoor mijn nieuwe Nike Zoom Fly’s aan. Benieuwd wat dit gaat geven. Voor het eigenlijke vertrek lijkt het net dat je op hoge hakken loopt, maar het wordt al snel duidelijk dat dit mijn nieuwe favoriete schoenen gaan worden. Mijn Garmin horloge weet niet wat er gebeurt, want de ‘Performance condition’ duidt een +5 aan. De duurloop via Horst en terug via Kessel-Lo, goed voor 23km worden dan ook sneller dan een normale duurloop gelopen, zijnde aan een tempo van 4’03″/km en dit aan een hartslag rond de 155 hs/min. Dit is gewoonweg schitterend voor mij.

Zondag is het dan weer het uitgelezen moment voor een echt langere duurloop. Dit moet dus zeker niet zo snel gebeuren en daarom niet opnieuw met de Nike’s, maar met de Guide 10S van Saucony. Na een 10k begint de pijn in de voet meer dan gewoon voelbaar te worden. De koppige ‘ik’ houd zich aan het (niet-bestaand) schema en loopt dus nog 23km verder met pijn. De pijn wordt daarmee alleen maar erger, tot extreem toe. Deze schoenen zijn dus niet geschikt voor mij en moeten weg. Iemand kandidaat?? Ondanks de pijn loop ik de 33km toch in 2,5u, wat neerkomt op een gemiddeld tempo van 4’30″/km met een gem. hartslag van 144 hs/min.

Hiermee sluit ik deze week af met 92 goede loopkilometers, een fietstocht en een zwemsessie én met drie keer op en af naar het werk met de fiets. Zo heb ik het graag!

Na deze topweek volgt een week van lopen en letten op de pijn. Dinsdag loop ik, met Asics Kayano dit keer, een tochtje van een goede 15km aan 4’30” en het blijft goed voelbaar. De intervaltraining op woensdag pas ik zelf een beetje aan en ga voor 5x (1000-200R-800-400R). Na 4x besluit ik toch maar om er mee op te houden. De pijn komt steeds maar meer opzetten. Dit is echt niet goed. Opnieuw moet ik extra rust inbouwen. Tot het weekend. Op zaterdag doe ik een kort tempoloopje van 12km met een snel einde en op zondag wil ik profiteren van de oostenwind en een stevige tempoloop doen op mijn vertrouwde parcours via Horst naar Kessel-Lo. Na 4km wil ik 15km een hoog tempo aanhouden, een ‘beetje’ geholpen door de wind. Spijtig genoeg, niet op de volledige 15km waardoor de laatste 3km nog vrij zwaar worden, zeker de laatste kilometer. Het is niet alleen de laatste, maar ook wind op kop en stijgend. Als dat geen doorbijten was om deze aan 3’52” te kunnen lopen!!

Hiermee kan ik een pijnlijke week toch relatief positief afsluiten. Alleen weten jullie nu dat de snelle 15km toch wel een beetje te danken zijn aan de goed gerichte wind tussen Horst en Kessel-Lo. Men zegge het vooral niet voort

Weer een weekje verder richting Rome

Het jaar zit intussen in de tweede maand en de marathons van het voorjaar komen er snel aan. Het wordt hoog tijd om een tandje bij te steken en de lange duurlopen langer te maken en de tempolopen nog wat sneller.

Door de knieproblemen van Tibo kan er niet meer met de fiets naar het werk gereden worden. Deze week zijn er dus geen fietskilometers te melden. Naast het lopen kan ik ’s avonds gelukkig nog iets actief doen, zijnde pingpongen of tafeltennis.

Na de duurloop van afgelopen zondag heb ik op maandag een dag rust nodig. Het lukt me nog steeds niet om het aantal trainingen te verhogen. Mijn lichaam herstelt niet snel genoeg, zoals ik graag zou hebben. Met nieuwe lichte trailschoenen loop ik heen en terug naar The Shelter (2x7km). Er staat toch wel wat wind en ik moet wachten tot het terugkeren om er voordeel uit te halen. De schoenen voelen door de stoffen bovenkant echt licht aan en nodigen uit om wat sneller te lopen. Het ligt vrij drassig en dit hindert me niet om af en toe eens niet weg te moeten springen. Toch moet je met dergelijke schoenen nog steeds uitkijken. Op een modderplas blijft het vrij glad en heb je niet altijd voldoende grip. Met een hartslag net onder de 160 hs/min ligt het tempo vrij hoog en zelfs nog iets hoger tijdens het teruglopen. Na 14km is de klok maar net het uur gepasseerd. De duurloop van zondag is verteerd en hopelijk kan ik morgen opnieuw volop gaan tijdens de DCLA intervaltraining op de piste.

 

Zoals net gezegd staat er de dag na de tempoloop een intervaltraining op het programma. Dit keer lopen we 2 duizendjes en daarna dubbele rondjes (=800m). Het tempo hiervoor ligt op 21″/100m. Bij de eerste twee kilometers lukt het om ze in 3’31” en 3’29” af te leggen. Hierna blijven er nog 6x800m af te leggen in hetzelfde tempo. Alle 800m worden effectief afgelegd in 2’46”-2’47”. Met dank aan het tempowerk van de hazen. We wisselen om de beurt mooi af om de kop te nemen en zo het tempo te bepalen. Op die manier moet er maar eentje regelmatig zijn horloge controleren en kan de rest zich concentreren op het lopen. Bij deze snelheden ligt mijn cadans mooi net boven de 180 stappen per minuut. Het mag dan ook een goede training genoemd worden.

 

Na een complete rustdag verleng ik op vrijdag de wintertoer door van thuis uit te vertrekken. Ik loop van thuis uit, tegen het startuur, naar DCLA om met de brokkenlopers de wintertoer te lopen. Iets te laat vertrekken betekent dat ik al vrij vlot moet doorlopen om tijdig aan de start te verschijnen. De wintertoer van 15,4km wordt niet supersnel, maar toch zonder joggen afgewerkt in 66’16” (=4’19″/km) waarna ik nog naar huis moet lopen. Het naar huis lopen probeer ik te doen aan dezelfde snelheid (4’17″/km). Hierdoor wordt deze langere duurloop meer een tempoloop. Toch ben ik tevreden van deze avond.

 

Na opnieuw een rustdag is het op zondag weer tijd voor het langere werk. Toch moet ik dit keer wachten tot de vooravond, omdat op de middag het provinciaal kampioenschap veldlopen voorrang krijgt. Dit keer pas ik voor de veldloop en kies voor het verharde asfalt. Zonder veel nadenken loop ik opnieuw 25km en dit voor de zoveelste keer via Horst en Kessel-Lo. Door de koude noordoosten wind houd ik het tempo er goed in om zeker geen koud te krijgen. De enige wijziging met de vorige 25k is dat ik nu wacht tot in Linden (en niet in het provinciaal domein) om de 2k extra te lopen. Al bij al mag ik blij zijn met een gemiddeld tempo van 4’22″/km, ook al heb ik hier gemiddeld 154 hs/min voor nodig.
Toch voel ik me alles behalve blij. Er komt een stekende pijn uit mijn rechter voetzool en dit is duidelijk geen spierpijn. Dit lijkt fel op opkomend hielspoor of Fasciitis Plantaris. Morgen toch eens langs de dokter passeren.

 

Deze week sluit ik af met iets meer dan 80km op de teller. Dit is al redelijk, maar ik had er graag nog wat meer gedaan.

 

 

Na de rust, opnieuw het werk hervatten

Vorige week maakte ik melding van een opkomende blessure aan mijn linker knie en onmiddellijk bouwde ik een kleine week rust in. Na de langere duurloop op zondag duurde het tot vrijdag eer ik opnieuw de loopschoenen aantrok.

Op vrijdag stond het jaarlijks etentje van de brokkenlopers geprogrammeerd en een etentje wordt steevast voorafgegaan door een loopje. Het is vrijdag en dus wordt er een duurloopje gedaan. Zonder te kiezen voor een alternatief parcours vertrekken we met velen voor de traditionele wintertoer. We zijn duidelijk met meer starters dan gewoonlijk. Het etentje van vanavond zal er zeker iets mee te maken hebben.

Vaak wordt er vrij snel gelopen en ook ik doe er aan  mee, in de mate van het mogelijke. Dit keer wil het minder intens houden en zal des te meer naar mijn knie moeten luisteren. Vandaag wijken we er niet van af en valt de groep al snel uit elkaar. Het tempo gaat al vrij snel iets hoger liggen. Hoger betekent nog niet snel, maar als ik niet in de val wil trappen om toch te snel te lopen, moet ik na 7 minuten al enkele lopers laten gaan. Ik houd me in en blijf een stevig, maar niet te snel tempo lopen.

Iets later haal ik een andere loopgroep in en samen met één loper hiervan zetten we ons tempo van 4’20” à 4’30” verder. Halfweg zijn we toch opnieuw met vier en gaat het tempo toch nog de hoogte in. Ditmaal laat ik me wel verleiden en bepaal mee het hogere tempo (+/- 4’00″/km). Tot op het einde blijven we met zijn tweeën het hoge tempo aanhouden waardoor het toch nog een vrij stevige duurloop geworden is.

Hierna is het tijd voor ons jaarlijks etentje en wordt er niet op een calorie meer gekeken. Integendeel, het moet zo lekker maar niet zijn.

 

Na de marathon, de leegte??

Afgelopen zondag, 18 juni, liep ik in helse temperaturen een marathon. Enkele dagen rust zijn dan een vereiste, maar wanneer begin je terug met lopen en trainen?

Op maandag en dinsdag is het heel duidelijk en vertellen je beenspieren je dat je er zelfs niet moet aan denken om nog maar naar die loopschoenen te kijken. Voorzichtig wandelen is het enige wat ze je gunnen en dan liefst zonder trappen.  Te lang zitten is ook niet aangewezen, want als de benen terug in actie moeten komen, laten ze opnieuw van zich horen, voelen dus.

Op woensdag is het het hoofd dat het terug voor het zeggen heeft. De benen zijn deels hersteld en werken terug mee. Uit eigen ervaring en (vooral) uit ervaring van vele marathonlopers weet ik dat in de weken na een marathon de kans op blessures het grootst is, tenminste als je in voorbereiding op de marathon al niet te veel gegeven hebt. Op dit moment ken ik enkele goede (beter als ik) marathonlopers die met één of meerdere blessures (overbelasting, …) zitten. Dit wil ik ten allen tijden vermijden. Eén zomer niet kunnen/mogen lopen is meer dan voldoende.

Op vrijdag voel ik me helemaal klaar om opnieuw aan te sluiten met de brokkenlopers van DCLA voor de wekelijkse duurloop. Het is nog steeds vrij warm en als eerste duurloop wil ik het toch wel relatief rustig houden. Rond 18.15u vertrekken we vanaf de DCLA atletiekpiste voor de traditionele zomertoer. Het voorstel om een alternatieve omloop te lopen zag ik niet zitten. Met dit weer verkies ik de schaduwrijke zomertoer en bovendien kan ik deze door de parcourskennis ook alleen lopen (als ik de rol moet lossen).

De eerste kilometer wordt er links en rechts nog heel wat gebabbeld, maar dan begint toch al vrij snel het serieuze werk. Ik laat me wat uitzakken en zal me laten inlopen door Jeroen. Eénmaal in het bos loopt Yves nog steeds net voor me uit. Als hij ook rustig blijf lopen, kan ik ook bij hem blijven. Foute keuze. Zijn rustig tempo ligt nog steeds iets te hoog voor mij. Kilometertijden onder de 4’30” is niet echt wat ik vooraf gepland had. Niet veel later komen we Simon tegen en zelfs die twee lopen rustig, misschien zelfs babbelend, een te hoog tempo. Jeroen en Rütger zijn intussen iets te ver achter en dus loop ik maar mijn eigen tempo, maar nog steeds met de bedoeling om bij Yves en Simon te komen. De achterstand wordt niets kleiner, integendeel. Ik blijf een 100m achter hen aan hollen. Ik loop al relatief intensief (>160 hs/min) en wil zeker niets forceren. Vertragen doe ik dan ook weer niet.

Uiteindelijk blijf ik een goede 100-150m achter hen. Wat voor hen een relatief rustige duurloop is, werd voor mij een stevige tempoloop. Ik verbeter zelfs mijn besttijd op deze omloop, volgens Strava. Dit was vandaag zeker niet de bedoeling. De komende dagen moet ik zeker opletten dat de rechter hamstring hiervan geen last ondervindt. Dit blijft, naast de krampen in de kuiten, mijn gevoeligste spier. Wat overbelasting betreft!!

        

Gelukkig voel ik op zaterdag geen last van de te snelle duurloop. Op zondag duurt het tot in de late namiddag eer ik aan mijn weekendduurloop kan beginnen. Door de sterke wind en de hoge temperatuur lukt het weer niet om met een lagere hartslag te lopen. In het begin, met rugwind is het echt te warm en na de zware hellingen richting Pellenberg zorgt de tegenwind ervoor dat de hartslag iets te hoog blijft.

Toch blijft de koelende tegenwind voordeliger dan de te warme rugwind.

        

20km van Brussel

Op zondag 28 mei nam ik deel aan de 20km van Brussel, een wedstrijd die voor mij eigenlijk geen wedstrijd is.

De laatste zondag van mei staat bij velen gehighlight voor dé lang(st)e wedstrijd van het jaar: 20 km! En als ik zeg velen, dan bedoel ik heel veel. Net zoals de 10 Miles in Antwerpen, is ook de 20km van Brussel te catalogeren als een massa-evenement. Ondanks ik wel graag grote stadsmarathons (New York, Parijs, …) doe, ben ik voorstander voor deze massalopen.

Dankzij Defensie kon ik deelnemen en heb ik bijkomende faciliteiten zoals, parkeerplaats, douchegelegenheid, borstnummer dat klaar ligt, … Het is een echte VIP-behandeling. Op die manier is deelnemen aan een dergelijk massa-evenement wél leuk. Defensie doet dit niet zomaar; er moet dan ook een return zijn in de vorm van uitstraling en extra publiciteit. Zelfs met 200 deelnemers val je niet op tussen de bijna 40.000 anderen als je niet in groep blijft. Vorig jaar was dat niet echt gelukt en daarom wordt er dit jaar in drie groepen (1u30, 1u45 en 2u00) gelopen. Starten vanuit Box 3 en dan lopen voor een eindtijd in de buurt van 1u45min is alles behalve ontspannend. Je moet te veel mensen passeren. Dit jaar loop ik in de groep van 1u30 en starten we vanuit Box 1.

Na het administratief gedeelte en de groepsfoto in de Koninklijke Militaire School begeef ik mij richting Jubelpark. Na een kleine opwarming ga ik richting het gele startvak en zie er dan al meerdere rijen atleten staan drummen om toch maar zo ver mogelijk vooraan te kunnen starten en dus een snelle en vrije doortocht te hebben. Voor mij wordt dit eerder een trainingsloop in groep en moet dus enkel onze privé-pacer volgen.

Exact om 10u schiet prinses Astrid de elite-lopers op gang en kan de cascade van starten aanvangen. Slecht twee minuten later kunnen wij ook van start gaan. Met een groep van ongeveer 20 personen in wit T-shirt volgen we met militaire discipline onze ‘leider‘, gelukkig met een rood T-shirt én met een zonnebril bovenop zijn hoofd. Het valt al bij al nog goed mee om hem te kunnen volgen. Het opgelegde tempo is vrij vlot aan te houden en wanneer de afstand met onze leider wat groot wordt, versnel ik even om opnieuw op de voet te volgen.

De enige moeilijkheid, zoals steeds, is het inhalen van tragere lopers. Bovendien zijn er verschillende groepen die een rolstoel of eigengemaakte kar duwen en die nemen natuurlijk heel wat meer plaats in en verdienen die ook. Waar ik wel een hekel aan heb, zijn de lopers die een oneerlijke verwachte eindtijd opgeven en dus niet thuishoren vooraan deze wedstrijd en nog erger: lopers met een startnummer uit box 4, 5 of 6 die zelfs vooraan box 1 gestart zijn. Zij weten dat ze het tempo van de lopers rond hen niet kunnen volgen en belemmeren dus bewust duizenden die wel hun gehoopte eindtijd proberen te halen.

Na enkele kilometers lopen we door enkele tunnels. Hier had ik verwacht dat deze voor wat verfrissing zouden zorgen, maar niets was minder waar: het was er nog warmer! Vooral bij het uitlopen van de tunnels voelde je de echte hitte en brak het zweet nog meer uit. Gelukkig heb je niet veel later (6K) de schaduw in het Terkamerenbos. Hier loop je niet in een rechte straat, maar maakt de weg een slingerbeweging. Sommige lopers proberen overal de binnenbocht te nemen en snijden je dan te pas en te onpas de weg af. Bij de drankposten zijn het waarschijnlijk ook die lopers die het eerste flesje willen bemachtigen en sprinten dan dwars over de weg naar dat eerste tafeltje om daar plots te stoppen om rustig te drinken.

Ondanks de ongemakken van deze massalopen, blijft het zalig om met vele lopers aangemoedigd te worden door een massa aan supporters. Het zorgde af en toe zelfs voor een kippenvel moment en dat kon dit jaar niet aan de temperatuur liggen. Halfweg passeren we na 43’42” (5K na 23’15”) en liggen we na een rustige start zelfs iets voor op het schema. Af en toe kom ik iemand tegen die ik ken en kan er een babbel af. Na een korte versnelling sluit ik dan terug braaf aan bij onze, intussen toch uitgedunde, groep.

Binnen onze groep (Defensie 1u30) is de samenwerking zeer goed. Al van bij de eerste drankpost worden flesjes water doorgegeven. In de tweede helft zijn er toch die iets te snel lopen. Onderaan de laatste helling (Tervurenlaan) worden deze terug gehaald. Prima, zo hoort het.

Na iets meer dan 1u28min passeren we de eindmeet en mag ik zeggen dat dit een geslaagde editie was van de 20km van Brussel. Ondanks het warme weer met extra veel zweet durf ik toch spreken van een topeditie. Hopelijk krijg ik volgend jaar opnieuw deze kans.

De fles water van 75cl die we allemaal krijgen na de aankomst, gaat er zonder problemen in. Het gevoel van moeten plassen dat ik in het begin van de wedstrijd nog had is nu volledig verdwenen.

28684/36531

        


Van de 36531 ingeschreven deelnemers bereiken er 28684 de finish. Dit betekent niet dat er bijna 8000 hebben opgegeven; ik denk dat er eerder heel veel nooit gestart zijn.