DCLA duurloop in omgekeerde richting

Vrijdagavond staat, zoals steeds, in het teken van de DCLA-training. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor Tibo en Tobi, staat er tussen 18u en 20u steevast de training geprogrammeerd.

Als recreant train ik niet op de piste, maar lopen we onze intervals in het provinciaal domein en onze duurloop in de straten rond Kessel-Lo. Om voor wat afwisseling te zorgen, lopen we niet altijd hetzelfde parcours. Vorige week lieten we onze fantasie de vrije loop. Vandaag kiezen we ervoor om onze zomertoer in omgekeerde richting te lopen, met kleine aanpassingen.

Op dit ogenblik is mijn niveau iets beter dan de meeste van de groep van Miel, waarmee ik vorig jaar gestart ben en met veel moeite kon volgen. Intussen loop ik al heel wat beter en kan op het einde nog goed versnellen. In goede dagen loop ik mee met de ‘brokkenlopers’ of de groep van Jeroen. In deze groep ben ik opnieuw de zwakste. Door een steeds zeurende pijn in mijn knieën, wil ik zeker niet te snel lopen vandaag en kies dan ook voor de groep van Miel.

Ondanks de vrij lage snelheid blijf ik wat last hebben van mijn knieën; de linkse zelfs nog iets meer dan de rechtse. Na enkele kilometer heb ik toch de indruk dat de pijn iets minder is. Het is natuurlijk ook zo dat ik me dan ook meer moet concentreren op de loop zelf. In het bos lopen vraagt wel degelijk meer concentratie en zeker als je net achter iemand anders loopt. Je hebt dan moeilijker een overzicht op de grond voor je. Het is dan heel goed uitkijken waar je je voeten zet. Bovendien heeft het fel geregend en liggen er overal plassen. Dubbel uitkijken dus.

Ik let bij deze loop helemaal niet op het tempo, noch op de hartslag. Het enige wat ik vandaag doe, is de rest volgen. De laatste kilometers worden gelopen zoals vorige week. Hier neem ik iets meer het voortouw, maar bij elke bocht houd ik even in, zodat de rest opnieuw volgt. Om toch even wat snelheid te lopen, ga ik op het einde een stuk van de Finse piste erbij nemen. Dat stuk loop ik dan even heel intensief, met een hartslag die piekt op 175 hs/min. Op die manier ga ik eventjes wat dieper en doe ik iets meer dan 15K in plaats van iets minder.

De pijn in de knie is nooit volledig weggeweest. Ik zal de komende dagen helemaal niets doen en hopen dat daarmee de pijn volledig verdwijnt. Dat zien we op woensdag wel.

Movescount_logo     strava


 

Zelfde toer, andere collega

Zoals je kan lezen, loop ik tijdens mijn middagpauze, vaak met collega’s. Vandaag doe ik onze traditionele toer, de Sequoia, maar dit maal met een andere collega. Hij loopt zelden tijdens de middag en ook vandaag lopen we in de namiddag.

Het is natuurlijk niet iemand die voor de eerste keer loopt, maar eerder op een ander moment en via andere wegen. Omdat ik zelf niet kon lopen tijdens de middag, zoek ik een ander ‘slachtoffer’ om samen te kunnen lopen. Terwijl de anderen een koffie drinken in de namiddag, kleden wij ons om en trekken erop uit. Dit keer speel ik als gids en begeleid hem langs de bekende omloop langs het sportkot, het kasteel Arenberg en in het bos rond het oude Jezuïetenklooster.

Hij is ook niet aan zijn proefstuk toe. Naast voetbal en zwemmen, doet deze collega ook regelmatig een looptraining. We lopen dan ook vlot aan 12 km/u. Het is een snelheid die we beide goed kunnen lopen, want er kan gedurend nog een gesprekje af. Het gaat zelfs zo goed, dat we samen besluiten om een extra rondje van de Finse piste lopen. Deze extra kilometer lopen we heel wat intensiever.

Na de Finse piste keren we via de normale weg terug naar onze startplaats. Het was een leuke training en dit ondanks het regenweer.

Movescount_logo     strava


 

Sequoia, met versnellingen

Ondanks de wedstrijd van gisteren, loop ik toch ook op maandag tijdens mijn middagpauze. Het zou eigenlijk een herstelloopje moeten worden en hoop dat ik samen met iemand kan blijven zodat ik niet onnodig ga versnellen.

De eerste collega’s  zijn al vertrokken wanneer ik mij nog moet omkleden. Gelukkig blijft er nog iemand over waarmee ik kan samenlopen. Het omkleden gaat vlot, maar we zullen toch wel enkele minuten moeten goed maken als we de anderen willen inhalen.

We lopen relatief vlot, zonder echt te snel van start te gaan. Toch duurt het niet lang vooraleer we de twee vroege vogels te pakken hebben. Niet veel later loop ik met eentje van de vroegere vertrekkers iets sneller en houd zo mijn gemiddelde snelheid op peil. Als herstelloop kan dit zeker tellen. De snelheid blijft toch in de buurt van de 12 km/u liggen.

Ter hoogte van de studentenresidentie aan de expressweg hoor ik dat ik best wat doorloop. Ik trek vrij snel op en loop de volgende kilometer in 4’17”. Met nog een kleine versnelling, boven de 15 km/u, haal ik opnieuw de collega’s in die een iets kleiner toertje gelopen hebben. Opnieuw blijf ik bij hen. Ik wou eigenlijk heel rustig lopen, weet je nog?

Voorbij de tunnel voel ik me helemaal relaxed met een hartslag rond de 140 hs/min. Dit is toch wel een mooie loop geweest, met verschillende tempowissels, en dus een mooie voorbereiding om nog eens voluit te gaan op de Karmelietenberg. Tot op heden ben ik steeds blijven steken op 20s.
Juist op het moment dat ik wil versnellen, komt er een auto aan en moet ik inhouden. Onmiddellijk daarna versnel ik en loop maximaal de berg omhoog. Daarna moet ik wel rustig uitlopen tot aan het vertrekpunt.

Achteraf blijkt dat ik mijn snelste tijd gelopen heb: 19s en daarmee kom ik op een gedeelte eerste plaats.

2016-08-01

Movescount_logo     strava


 

Bosloop Tessenderlo 2016

Op de laatste zondag van juli staat er elk jaar een wedstrijd geprogrammeerd in de bossen van Tessenderlo, in de buurt van de VVV-toren. Vandaag lopen Tibo, Tobi en ik hier een wedstrijd van respectievelijk 4,2K voor hen en 13,7K voor mij.

In de 2009 heb ik ook af en toe gelopen en heb dat jaar ook deelgenomen aan deze wedstrijd. In die tijd liep ik met moeite onder de 5′ min/km. In the Classic dat jaar liep ik 4’48” min/km en in de bosloop haalde ik de 5′ zelfs niet. Vandaag hoop ik een pak beter te doen. De afstand ben ik nu echt wel gewoon en door elke week een wedstrijd te lopen, heb ik ook al een beetje ervaring.

     

Een kwartier voor mijn start, vertrekken de deelnemers van de 4,2K, waaronder Tibo en Tobi. Dit keer lopen ze samen dezelfde afstand. Omdat ze maar net voor mijn wedstrijd starten, kan ik ze niet zien aankomen. Manuela Soccol, deelneemster aan de Olympische marathon in Rio, zie ik nog wel aankomen van haar wedstrijd en onmiddellijk loopt ze door naar de start van de 13,7K. Zij loopt beide wedstrijden en wint ze beide met heel veel overwicht. Niet veel later passeert Tobi over de meet als 27ste met een tijd van 16’38” of 15,1km/u. Tibo haalt de eindmeet na 17’34” wat neerkomt op een gemiddelde snelheid van 14,3km/u.

Ik ben dan al eventjes aan mijn wedstrijd begonnen. De eerste kilometer loop ik net onder de 4′ min en toch houd ik mijn hartslag in de gaten. Voorlopig blijft hij hangen rond de 165 hs/min. Op die manier zou ik mij niet mogen verbranden. Uit het verleden weet ik dat er ook enkele stijgende stukken bij zijn, maar ik heb geen flauw idee waar of wanneer. De tweede kilometer ligt het tempo (4’07”) een beetje lager, maar toch nog steeds vrij goed. Toch gaan er hier een deel mij voorbij.

Vanaf nu is het positiebepaling. Ik kijk dan minder naar mijn horloge, maar baseer me vooral op de lopers rondom mij. Ik kijk dan alleen nog naar de lopers voor me en probeer telkens eentje in te halen, zonder zelf ingehaald te worden. Het lijkt me aardig te lukken. Velen die me de tweede (en ook eerste) kilometer ingehaald hebben, passeer ik later opnieuw. Ondanks de twee hellingen blijft mijn tempo liggen onder de 4’10” min/km. Na een groepje ingehaald te hebben, zie ik opeens niemand meer voor me. Vanaf dan is het zelf zoeken waar de afpijling hangt en moet je zelf de bochten inschatten. Het is toch wel veel ontspannender lopen als je de lopers voor je ziet links of rechts draaien, zodat je perfect weet waar de bocht is en hoe scherp die is.

Misschien is dat de reden wel waarom ik de twaalfde en dertiende kilometer iets langzamer loop. Of is het gebrek aan concentratie? Het is in ieder geval wel een feit dat deze twee kilometer mijn gemiddelde sterk naar beneden halen. De laatste halve kilometer, nadat ik net zelf werd ingehaald, loop ik toch opnieuw iets sneller. Dit heeft hoogstwaarschijnlijk te maken omdat het einde echt wel kortbij is, de ondergrond verhard is én omdat er dan veel volk aan de kant staat.

Met een 33ste plaats mag en moet ik tevreden zijn. Als ik zie hoeveel deelnemers er zijn van het snelle SQM-team en als ik zie dat mijn gemiddelde snelheid 14,5km/u is, dan kijk ik tevreden terug.

Movescount_logo     strava

DCLA duurloop, maar dan anders

Op vrijdagavond loop ik samen met de collega’s van DCLA een duurloop van om en bij de 15km. Om routine te vermijden, lopen we dit keer niet de gewone zomertoer, maar improviseren we erop los. De hellingen worden gebruikt om wat te versnellen, waardoor de hartslag enkele keren serieus de hoogte in gaat. 2016-07-29-1

Op het afgesproken uur vertrekken we met enkele lopers van DCLA voor onze wekelijkse duurloop. Veel volk is er tijdens de vakantie niet, maar met zijn zessen vormen we toch een mooi loopgroepje. Voor het vertrek hoorde ik enkele praten om wat af te wijken van het gewone parcours en ik laat me dus verrassen dit keer.  De eerste kilometers verlopen zoals steeds, zijnde langs het gekende Negenbunderpad en aan een rustige snelheid.

In Lindenbos wijken we wel degelijk af van het gekende parcours. Na een kleine vergissing nemen we het pad langs de zuidkant van het bos, maar waardoor we wel een serieuze helling te verwerken krijgen. Door de versnelling op het einde van de helling, krijg ik mijn eerste hartslagpiek (152 hs/min).

Tijdens het lopen hoorde ik spreken over de kerk van Linden en vanuit dit bos wees ik de anderen de weg naar deze kerk. Na een smal padje lopen we de Vossekoten in. Dit weggetje, dat bijna passeert bij mij thuis, brengt ons, al klimmend, voorbij de watertoren. Omdat ik mijn eerste loopervaring in Linden opdeed langs deze weg, neem ik de groep mee op sleeptouw. We volgen een heel eind het rode mountainbike parcours van Lubbeek.

Sommige zandweggetjes liggen er slecht bij. In het Natte voorjaar zijn deze kapot gereden door de mountainbikers waardoor het goed uitkijken is om de voeten niet om te slaan. Het tempo gaat hierdoor iets naar beneden. Gelukkig geraken we er allemaal goed door en komen zo terug op bekend terrein voor iedereen.

Na iets meer dan 9K lopen we in de richting van Kessel-Lo. Nu is het de bedoeling om aan min of meer de juiste afstand te halen wanneer we terug aan de atletiekpiste komen. Iedereen weet wel een mooi weggetje richting Kessel-Lo en zo lopen we via de Sneppenstraat en via de nieuwe wijk in Vlierbeek richting DCLA. Met nog een klein rondje over het gras aan de binnenkant van de piste kom ik aan een volle 15K.

Door het afwisselend tempo hebben we weer een mooie training achter de rug.

Movescount_logo     strava

Duurloop naar en in Heverleebos

Na een dagje rust, maar wel met enkele sauna- en stoombadbezoeken, is het vandaag weer tijd voor een duurloopje. Ik zal mijn middagpauze dus iets moeten rekken.

Er zijn geen andere collega’s die vanmiddag mee gaan lopen en dus doe ik alleen een loopje. We zijn al eind juli en ik heb deze maand zelfs nog geen +20K-loop gedaan. Vandaag is het niet al te warm en bovendien de laatste gelegenheid om een duurloop te doen. Het is zeker geen must en ik zie onderweg wel hoe lang ik het ga uithouden.

Gemakkelijkheidshalve vertrek ik identiek als een normale middagloop, aka Sequoia. De eerste vier kilometer zijn volledig hetzelfde. In plaats van rechts te draaien, rond het oude klooster, loop ik nu rechtdoor, onder de E40 en daarna verder richting Heverleebos. Ondanks alles verloopt dit gekend gedeelte vrij stroef. Het lijkt erop dat mijn lichaam er alles aan doet om af te zien van een langere duurloop.

Toch loop ik rechtdoor richting Heverleebos en zie dan wel of ik ter hoogte van de Herendreef terug richting Leuven loop of verder het bos in. Eer we zo ver zijn, staat mijn hoofd volledig op de lange afstand en denk ik niet verder na. Het lopen gaat vanaf dan ook gemakkelijker. De cijfers (snelheid, hartslag, …) tonen dit gevoel niet echt aan, maar het voelt opeens minder zwaar. Intussen begin ik te rekenen langs waar ik moet lopen om net boven de afstand van een halve marathon uit te komen.

Eénmaal in Heverleebos kies ik een bekend parcours, zijnde via Nieuwendreef en Parnassusbergdreef. Op die manier krijg ik ook de Poggio te verwerken. Deze zware helling komt dan net na een stijgend gedeelte van de Nieuwendreef. Deze laatste nodigt door zijn lang recht stuk uit om sneller te lopen. Na dit snelle stuk komt dan net de extra zware helling. Dit zorgt voor twee intensieve stukken achter elkaar en dat kan zeker wel tellen als training.

Intussen gaat het lopen heel wat vlotter dan de eerste kilometers; het is alsof ik nu kan blijven lopen. Op de Herendreef, terug richting Leuven, blijft de snelheid goed hoog liggen. Ter hoogte van de Celestijnenlaan heb ik net 17km achter de rug. Als ik nu doorloop, kom ik niet aan de 21km en dus draai ik opnieuw links, opnieuw de Dijleweg op. Vanaf hier loop ik het verkorte parcours van de Sequoia-ronde. Op die manier kom ik zeker boven de 21km uit en dus wordt mijn gesteld doel zeker gehaald. Bovendien is het zelfs niet echt moeilijk om een redelijke snelheid aan te houden. Met een hartslag net boven de 150 hs/min blijft de snelheid toch in de buurt van de 13km/u liggen.

 

The fun-part of my life (open to public)