Duurlopen (1/2) voor #nycmarathon

De TCS NYCMarathon komt nu wel echt kortbij. Het is dan ook hoogtijd voor de lange duurlopen. Dit weekend kies ik voor een ‘gesplitste’ duurloop.

Onlangs las ik iemands mening over de langere duurlopen. Deze zijn echt wel belastend en kunnen zorgen voor een dramatische overbelasting. Hij stelde voor om twee duurlopen na elkaar te doen. Dit weekend is er ook de marathon van Berlijn met daaraan gekoppeld een aparte ‘uitdaging’ op Strava. Het lijkt me inderdaad een mooie uitdaging om de afstand van de marathon in dit weekend af te leggen. Op Strava heb je er trouwens vier dagen voor.

Niet helemaal ontspannen, vertrek ik net voor de middag voor mijn eerste langere duurloop. In plaats van de geplande Horstroute (=33K) kies ik voor een verkorte versie. Ik blijf het te moeilijk vinden om echt langzaam te lopen en kies dan maar voor een tussenoplossing. Ik loop rustig, zijnde met een hartslag in de 140 hs/min. Veel te snel lees ik al hartslagen af in die buurt. Het blijft een kwestie van opletten. Ik probeer dan vooral op gevoel te lopen en minder naar de hartslag te kijken.

Het is vrij warm. Dit excuus gebruik ik misschien enkel om de hartslag te verantwoorden. Anderzijds loop ik vandaag maar iets meer dan 20K en dus moet ik niet echt langzaam lopen, niet? Het moet toch iets opbrengen? Zijn die echte LSD’s niet pas echt rendabel als je meer dan twee uur loopt? Na enkele kilometers kan ik toch iets sneller lopen met deze hartslag. Hiermee moet ik alvast rekening houden. De eerste kilometers moet ik echt beschouwen als een opwarming. Hier moet ik zeker rustig blijven. Bij de marathon doe ik geen aparte opwarming. De opwarming gebeurt tijdens de eerste kilometers en dan moet ik er ook zo naar handelen. Bovendien lopen we in New York de eerste kilometers over een brug waar het echt koud kan zijn. Het is daar zelfs van belang om nog wat extra kledij aan te houden en deze pas uit te doen voorbij de brug.

Intussen kan ik nu blijven lopen aan kilometertijden rond de 4’50”. Met de wetenschap dat mijn hoofd niet volledig rustig was, moet ik hiermee toch tevreden zijn. Het is dus van belang om stressloos aan een training of wedstrijd te starten als je wilt presteren. Hopelijk lukt het morgen beter.

Movescount_logo     strava

 

DCLA intervaltraining 800m

De wonden na de val van afgelopen zondag zijn intussen redelijk in orde, maar deze aan de enkel blijft echt wel pijnlijk en zorgt voor een onaangenaam gevoel bij het lopen. Toch probeer ik mee te trainen.

Echt goed loopt het niet en dus vertrek ik met de groep van Miel. Ik ben echt van plan om het rustig aan te doen. Bij de opwarming, een loopje naar het provinciaal domein, worden we ingehaald door de groep van Jeroen en na een kort gesprekje, sluit ik me toch aan bij de training van de brokkenlopers.

Op het programma staat een kortere intervaltraining: 800m. Een ronde van de grote vijver bedraagt 1360m waardoor we wel genoodzaakt zijn om een de resterende 560m te gebruiken als rust-loopje. Met een tempo van ongeveer 23″/100m lopen we met een klein groepje o.l.v. Jeroen. Hij kan echt lopen als een klok. Door de drukte is het soms moeilijk om echt een constant tempo te lopen, maar ik doe mijn best om en zijn buurt te blijven.

De volgende rondjes worden quasi analoog afgelegd. Vanaf het vijfde rondje loop ik alleen. Ik probeer om het tempo even constant te houden, maar vooral even hoog te houden. Het blijft me redelijk lukken om de 800m rond de 3′ min af te leggen. Na het zesde rondje zou ik al kunnen stoppen, maar ik ga er toch nog eentje bijdoen. Dit keer ga ik proberen om de volledige ronde aan deze snelheid uit te lopen. Zonder hartslagmeter voel ik toch dat ik in het rood aan ’t lopen ben. Toch houd ik de snelheid een volledige ronde ongeveer even hoog.

Ondanks de pijnlijke wonden is het me toch gelukt om een deftige training neer te zetten. Het doet dan ook echt deugd.

Movescount_logo     strava


 

Sequoia: wonden likkend

Zoals je hier al kon lezen, ben ik niet zonder kleerscheuren aan de aankomst van de Crescendoloop geraakt. Ondanks de zware inspanning en het vallen, zijn de spieren in orde, maar zorgen de schaafwonden voor de nodige hinder.

Het is sowieso niet slecht om na een wedstrijd een dagje rust in te lassen, maar dit keer is het echt wel tegen mijn zin dat ik niet kan lopen. Op dinsdag wil ik het toch wel opnieuw proberen. Met de nodige pijnen trek ik mijn loopschoenen aan. Echt snel zal het zeker niet gaan, maar toch probeer ik zo normaal mogelijk te lopen.

img_3645-2De eerste kilometers gaan niet echt vlot. Na een tijdje loopt het minder stroef en kan ik opnieuw min of meer normaal lopen. De snelheid komt dan boven de 12 km/u liggen. De vermoeidheid is toch niet volledig verdwenen. Mijn hartslag ligt toch wel iets te hoog, vind ik.

Ik ben alvast tevreden dat ik, ondanks de wonden, vrij normaal kan lopen. Hopelijk lukt het me morgen om te trainen met DCLA.

Movescount_logo     strava


 

Crescendoloop Pellenberg 2016

Vandaag staat de vierde manche van het criterium ‘Marathon van Lubbeek’ op het programma. Voor deze wedstrijd sta ik derde in het algemeen klassement en tweede als Lubbekenaar. Ik heb hier dus iets te verdedigen.

Vooraleer ik van start ga, is het eerst de beurt aan mijn zoon Tobi (11) op de 4K. Tibo draagt momenteel een plaaster van enkel tot lies en kan niet van start gaan. Na een zenuwachtige opwarming, begint hij samen met de lopers van de 4K én de 7K aan zijn wedstrijd. Ik zie hem met de eerste vertrekken, maar dan zijn ze uit mijn gezichtsveld en kan ik alleen maar afwachten. Ik ga hem opwachten op 400m voor de aankomst om hem nog aan te moedigen. Wie komt daar als EERSTE uit de bocht: Jawel, Tobi!! Hij wint hier de wedstrijd van de heren 4K !!

160917_crescendo-tobi1 160917_crescendo-tobi3

160917_crescendo-tobi2

Dit kan ik niet evenaren. Ik concentreer me vooral op de uitslag van het criterium. Om een plaats te stijgen moet ik voor de twee Bovyns eindigen. Het zal dus vooral uitkijken zijn naar Paul Verbeek. Hij staat net achter me, op de vierde plaats. Om 15.30u, na een korte opwarming, vertrekken we voor twee rondjes van 7K. Na 200m kasseiweg moeten we een smal, gevaarlijk padje naar beneden lopen. Dit werd door iedereen als gevaarlijk omschreven en het was dan ook goed uitkijken waar je je voeten moet zetten. Om wat snelheid te houden moet je met een heel snelle cadans lopen. Halfweg dit padje moet je rechtsaf terug omhoog lopen.

In deze bocht gaat het grondig mis. Zonder het te beseffen, smak ik met mijn gezicht op de grond! Zonder veel na te denken voel ik of ik verder kan: mijn ogen zitten er nog in, mijn tanden heb ik nog; de rest is bijzaak. Ik sta terug op en zet mijn weg verder. Ik heb nu geen idee hoeveel plaatsen ik verloren heb. De eerste tijd houd ik mij voornamelijk bezig om het bloed en zand uit mijn mond te krijgen. Overal voel ik wel ergens pijn. Straks maar eens kijken hoe erg het is. Nu moet ik eerst bij de les blijven, want ik word ingehaald door twee anderen. Eén van die twee is Paul Verbeek. Hij heeft waarschijnlijk zijn doel op mij gezet. Als hij hier voor mij kan eindigen, wordt hij waarschijnlijk derde in het criterium.

In Lubbeek had ik hem ingehaald, maar kon ik niet overnemen. Daar heeft het tot de laatste helling geduurd eer ik hem voorbij kon. Nu wil ik zeker niet van hem profiteren en probeer de snelheid hoog genoeg te houden zodat ik hem achter mij kan houden. Toch komt hij af en toe naast me. Op een dergelijk moment zeg ik hem nog dat ik gevallen ben. Bij de eerste doortocht aan de aankomst, halfweg na 7km dus, loop ik net voor hem.

Voor de tweede keer moeten we de gevaarlijke afdaling inzetten. Ik loop toch zo snel ik kan naar beneden, maar ben toch uiterst voorzichtig in de bocht naar rechts. Hier voel ik dat ik wat voorsprong genomen heb. Dit voelt goed aan. Nu is het kwestie van niet in aanraking te komen met de man met de hamer. Veel reserve heb ik niet, maar mijn ademhaling zit nog goed en ik heb er alle vertrouwen in. Iets verder zie ik er twee voor me uit lopen. Dat zijn toch niet de twee broers? De twee personen die net voor me staan? Zou ik hen kunnen inhalen? Wat als ik voor hen aankom? Terwijl deze vragen door mijn hoofd spelen, probeer ik hen langzaam in te halen. Enerzijds blijft mijn doel om voor mijn achterligger te blijven, anderzijds zou het nog beter zijn om bij hen te komen.

Ik blijf op mijn rustige ademhaling letten en check ook regelmatig mijn hartslag. Alles zit nog goed, maar ik voel toch dat ik niet veel overschot heb. Op de Oudebaan, net voor we de grotere weg opdraaien, loop ik net achter hen. Vanaf hier gaat het ononder-broken omhoog tot aan de finish. Ik kan nog een tijdje bij heb blijven, maar dan kies ik voor de zekerheid en moet hen laten gaan. Niet veel later blijven zij ook niet samen en kan ik iets goed maken op de tweede. Toch eindigt hij een goede 5 seconden voor me. Ik heb mijn derde plaats algemeen kunnen vasthouden.

160917_crescendo-werner1

Vermits de winnaar niet meer in Lubbeek woont, stijgt iedereen één plaatsje en ziet het podium voor de Lubbekenaren er als volgt uit.

160917_crescendo-werner2

Naast de eeuwige roem, houd ik er toch enkele aankoopbonnen aan over.

Movescount_logo     strava

Uitslagen
Artikel op LeuvenActueel

 

Tempoloopje

Doordat ik gisteren de vrijdagtraining van DCLA gemist heb, wil ik vandaag toch een klein toertje lopen. Niet te zwaar, want morgen is het wedstrijddag in Pellenberg.

Mijn activiteiten bij DCLA krijgen een uitbreiding. Naast recreant en jogger, help ik ook mee als jeugdcoördinator voor de benjaminnen, pupillen en miniemen. Hierdoor heb ik de training van vrijdag gemist. Ik zat sowieso met een dilemma: ga ik meelopen met de groep van Miel of kies ik toch voor de snellere groep van Jeroen. Zondag staat er een ‘belangrijke’ wedstrijd op het programma.

Zaterdagmorgen ben ik toch niet meer te houden en wil echt nog lopen vandaag. Na wat gesukkel met de hartslagmeter, vertrek ik maar met de band aan, maar zonder registratie. (Achteraf bleek een batterijwissel de oplossing.) Zonder echt plan vertrek ik voor een kort loopje.

Na de afdaling blijf ik vlot lopen. Zonder echt te forceren en zelfs met de glimlach houd ik de snelheid hoger (>13km/u) dan anders. Toch loop ik de eerste kilometers nog met de nodige reserve. Wanneer ik ter hoogte van het provinciaal domein terug rechts draai, en met de neus richting huis sta, wil ik nog iets sneller gaan op sommige stukken. Het korte wegje ‘Kloosterdijkpad’ is het eerste tussensprintje. Onmiddellijk hierna volgt het Negenbunderpad. Hier houd ik mij opnieuw wat in, want ik wil de stijgende kasseien van de Kortrijkstraat gebruiken om nog eens de hartslag omhoog te krijgen.

Hierna probeer ik de snelheid niet te veel te laten zakken. Dit vereist wel een concentratie op de ademhaling, want de hartslag is duidelijk nog aan de hoge kant. Toch ben ik tevreden van dit loopje. Met 8,7K op 38’34” (=gem 13,6km/u of 4’26” min/km) ben ik toch wel tevreden. Hopelijk ben ik morgen in supervorm in Pellenberg.

Woon-Werk-Woon loopjes

Gisteren heb ik door omstandigheden de training van DCLA gemist en dus wil ik vandaag wet extra lopen. Om dit te realiseren loop ik ’s morgens naar het werk en keer ik ’s avonds al lopend terug naar huis.

Op exact hetzelfde uur als andere dagen vertrek ik ook vandaag naar het werk, maar dit keer in sportkledij en al lopend. Ik kies ervoor om de auto’s te vermijden en loop vanuit het dorpscentrum via de smalste wegen naar de abdij van Vlierbeek. Ik ben tijdig vertrokken en hoef me dus helemaal niet op te jagen. Toch ligt mijn snelheid rond de 12,5 km/u. Het gaat vlot en het voelt zelfs leuk aan om op die manier naar het werk te gaan. Dit moet ik vaker doen.

Het valt me nu pas op hoe je het druk verkeer kan vermijden. Lopend langs smalle paadjes en door het provinciaal domein voelt dit niet alsof je richting stad loopt om te gaan werken. Eénmaal kortbij en ook in het centrum gaat het zelfs nog iets sneller. Hier loop ik zonder te forceren aan 13 km/u. Het gevoel is fantastisch om ’s morgens over de Bondgenotenlaan te lopen, ondanks de rare blikken van sommige pendelaars. Door het bloementapijt is het vrij smal en moet ik echt een weg zoeken tussen de vele wandelaars en fietsers.

Hierna volgt de beklimming van de Naamsestraat. Ik houd mijn snelheid hoog genoeg, waardoor mijn hartslag toch mee de hoogte ingaat. Ik ben er nu toch bijna en dus kan dat. Na 34min bereik ik de ingang van mijn werk. Dit haal ik met het openbaar vervoer nooit!!. Met de fiets doe ik er 20 min over. Nu eerst douchen en vanavond terug naar huis lopen.

Movescount_logo     strava

 

Na de sportief begonnen werkdag met wat vergaderingen waar je niet al te veel kan bewegen, is het nu tijd om opnieuw (droge) sportkleren aan te trekken en naar huis te lopen. Het is pas tijdens het omkleden dat ik me begin af te vragen langs welke wegen ik naar huis ga lopen. Het worden alvast niet dezelfde van vanmorgen.

Ik start alvast langs de Parkstraat richting de Philipssite. Ik neem daar niet de kortste weg maar blijf op de Geldenaaksebaan. Net voor de spoorweg neem ik de Tivolistraat die begint met een steile klim. De fietsers laat ik alvast achter. Ik blijf 12 km/u lopen op deze beklimming. Zonder te weten of de Tivolistraat een Strava-segment is, blijf ik iets steviger doorlopen, ook na de steile klim. Het is nog maar het eerste stuk van de weg naar huis, maar toch loop ik al vrij intensief.

Movescount_logo     strava

The fun-part of my life (open to public)