Categorie archieven: Lopen

Provinciaal Kampioenschap Veldlopen in Gooik (6de M50)

We zijn een nieuw jaar gestart en vanaf nu ligt de focus nog meer op mijn voorjaarsmarathon: London op 26 april. De Eindejaarscorrida heeft duidelijk aangetoond dat mijn conditie echt wel goed zit. We hebben nog tijd eer de specifieke marathontraining start en dus kan er nog op snelheid gewerkt worden. De veldloop in Leuven verliep beter dan verwacht en dus zal ik de rest van deze winter nog enkele veldlopen doen. Om het schema van mijn marathontraining niet te veel in de war te brengen, kies ik voor de kampioenschappen. Dit klinkt alsof ik een topatleet ben, maar we zien wel hoe ik het er vanaf zal brengen. Op agenda staan:
– 12 januari: Provinciaal Kampioenschap in Gooik
– 9 februari: Crosscup en Vlaams Kampioenschap in Rotselaar
– 20 februari: Nationaal Kampioenschap Masters Defensie in Grobbendonk
– 22 februari: Crosscup en Belgisch Kampioenschap in Brussel

Provinciaal Kampioenschap in Gooik

Spijtig genoeg heb ik sinds Leuven (03/11), waar ik vierde werd, geen veldloop meer gelopen. Het is dan ook een groot vraagteken hoe ik het hier vanaf ga brengen. De conditie zit wel snor, maar niet echt om in een veld 4,4km alles te geven. Mijn goede start in Leuven geeft me wel wat vertrouwen en verliezen kan ik hier niet. Al vrij vroeg ben ik aanwezig op de terreinen van Kester en kan dus het parcours rustig verkennen. Eén stuk van het terrein ligt zo drassig, zeg maar nat, waardoor gewoon wandelen al niet kan zonder natte voeten te krijgen. Dat wordt een moeilijk stuk straks. Als je dan weet dat we hier drie keer heen en weer door moeten, voorspelt dit een zware wedstrijd te worden. Het ander, droger, gedeelte van het parcours ligt er in de voormiddag ook al heel modderig bij. Het gaat sowieso een heel modderige bedoening worden.

Vooraleer aan mijn wedstrijd te denken, ben ik hier als vader van twee cadetten. Zij doen hun opwarming echt zoals het hoort. Na een rustig loopje als basisopwarming, doen zij wel de nodige oefeningen en dynamisch stretchen, gevolgd door enkele versnellingen. Tijdens deze versnellingen komt Tobi wenend afgewandeld. Hij heeft pijn in zijn lies en beseft onmiddellijk dat hij deze wedstrijd niet kan lopen. Tibo warmt wel verder op en iets voor half twee start hij met zijn wedstrijd.

Na een stevige start wordt het een vrij moeilijke wedstrijd. De modder weegt zwaar en toch vecht hij voor elke plaats. Ronde na ronde hangt er meer modder op schoenen en benen en toch houdt hij goed zijn tempo. Met een prachtige top tien plaats weet ik wat mij te doen staat.

Opwarmen op het parcours zit er dit keer niet in. Het wordt dus een rustig duurloopje op de weg. Gelukkig zijn er nog enkele DCLA-clubgenoten en met zijn drieën lopen we een zestal kilometer zodat de spieren het eindelijk wat warmer hebben. Gelukkig hebben we nog tijd genoeg voor een toiletbezoek en het wisselen van schoenen. Eénmaal de spikes aan mijn voeten, blijft er nog net genoeg tijd over om nog wat korte versnellingen te doen en dan maar naar de startbox.

Waar ik vorig jaar nog heel slecht in was, starten, lukt dit jaar al vel beter. In Leuven was ik vrij vroeg weg, maar had het hoge tempo iets te lang aangehouden. Deze fout probeer ik nu niet meer te maken. Gelukkig is nu een vrij grote afstand vooraleer de eerste bocht eraan komt en bovendien ligt die bocht in een modderig stuk. Toch blijft het heel druk tot na de bocht. vanaf nu is het tempo proberen aan te houden. Tot we 300m verder aan de echte modderstrook kwamen. Het tempo zakte van 3’40″/km naar 4’40” en zelfs bijna 5’/km terwijl de hartslag zijn maximum bereikte. Van rustig ademen was hier helemaal geen sprake.

Die modderstroken hakken er echt wel in. Het is telkens net niet sterven. Na de modder is het zo snel mogelijk terug op adem komen en tegelijkertijd het tempo opnieuw opdrijven.
Bij de tweede en derde ronde worden die steeds zwaarder, maar niet alleen bij mij. Bij elke passage kan ik een of twee plaatsen goed maken. Op het einde van de laatste keer door de diepe modder, kan ik nog juist iemand inhalen.
Vanaf hier zit er maar één ding op en dat is het tempo zo hoog mogelijk houden opdat hij er niet meer terug over komt.

Op 200m voor de finish hing ik er nog voor, maar 100m later niet meer. Ondanks mijn verwoede poging kwam hij nog vrij vlot voorbij en kon ik het zelfs niet spannend meer maken.
Resultaat is een 6de plaats bij de M50 of 5de bij de 50-54-jarigen.

Eindejaarscorrida Leuven 2019

Een wedstrijd georganiseerd door je eigen club mag je niet missen.

In 2018 was dit nochtans wel het geval. Door een aanslepende blessure moest ik vorig jaar verstek laten gaan. Gelukkig bracht de kiné me er terug bovenop. De laatste maanden gaat alles vrij goed en sta ik dit jaar op 29 december opnieuw aan de start.

Na mijn laatste marathon heb ik weken, zoniet maanden in een runners’ high verkeerd. De wedstrijden die erop volgden (veldloop Leuven, HM Flawinne, …) verliepen allemaal vrij goed. De trainingen worden al serieus opgedreven en het goed gevoel blijft.
Ondanks deze wedstrijd een bepaalde belangrijkheid heeft, pas ik mijn trainingsschema niet aan en blijf ik werken aan een stevige basis voor de volgende marathon (London 2020). Mijn weektotalen bedroegen in november steeds meer dan 80km en zijn in december zelfs opgelopen tot 100km. De laatste week, deze van de Corrida, houd ik me aan het schema met een stevige snelheidstraining op woensdag en een vlotte wintertoer op vrijdag. Veel wordt er dus niet getaperd.

Op zondagochtend, de dag van de wedstrijd, is het echt wel koud. Gelukkig loop ik de langste afstand en is de start pas voorzien om 11.15u. Toch was ik al vrij vroeg ter plaatse. Om 10u stonden Tibo en Tobi aan de start. Met een 41ste en 33ste plaats doen zij het meer dan goed. De toon is gezet; ik weet dus wat me te doen staat: knallen!

Mijn opwarming begint niet echt zoals gehoopt. Tibo is gelukkig mijn begeleider, maar door mijn kledij te moeten dragen, verliest hij zijn handschoen die de dag voordien pas was gekocht. Na een kleine zoektocht en toiletbezoek was het hoog tijd om mijn opwarming aan te vatten. Ik zoek een rustig plaatsje uit in het overvolle Leuven en loop daar wat heen en weer en doe aansluitend wat versnellingen. De dynamische opwarmingsoefeningen zijn nog steeds niet aan mij besteed. Hierin heb ik nog veel te leren. Enkele minuten voor de start neem ik plaats in het overvolle startvak.
Zoals steeds zijn er minder snelle lopers die vooraan postvatten. Net iets luider dan nodig zeg ik tegen mijn marathoncollega Tom Van Ongeval dat ik dit jaar veel rustiger ga starten dan vorige keer en dus niet veel sneller dan 3’15″/km zal lopen. Het mist zijn doel niet; sommigen draaien zich om en beseffen dat ze minder snel lopen en dus niet echt op de juiste plaats staan. Wetende dat Tom heel wat sneller zal starten is het voor hem nog meer van belang. Ik probeer dit keer echt niet té snel te starten om zo mijn snelle energiebronnen nog wat te sparen voor de tweede helft van de wedstrijd. Zo gezegd, zo gedaan!

De start verliep toch nog steeds vrij moeilijk. Het is echt oppassen om niet ten val te komen en niemand te doen vallen. Gelukkig geraak ik er goed door en kan al vrij snel mijn cruisesnelheid aannemen. De eerste kilometer klok ik af op 3’28”. Niet echt té snel dus. Natuurlijk lopen er dan al veel lopers voor me, ook enkele die ik graag achter me had gezien (of beter gezegd: niet had gezien). Echt veel zorgen maak ik me niet. Het gevoel is echt wel goed.
Na enkele kilometers liggen de meeste posities al vast. Gelukkig zijn er enkele toeschouwers en seingevers die luidop het aantal lopers tellen. De eerste keer hoor ik een getal in de 50. Mijn doel om bij de eerste 50 te eindigen is dus haalbaar, mits ik nog enkele lopers inhaal. Er zit dus niets anders op dan het tempo aan te houden (versnellen zit er niet meer in, vrees ik) en hopen op wat meer verval bij de anderen. Voorlopig blijf ik rond de 3’35” min/km lopen en dit is toch wel iets sneller dan verwacht.

Hoe meer de kilometers vorderen, hoe meer lopers ik kan inhalen. Het verval is bij mij dus toch iets minder dan bij de anderen. Bij het inhalen van collega’s DCLA kan er toch steeds een aanmoedigend woordje af. Na éénmaal de teller in de hoge 40 gehoord te hebben, hoor ik na 9km al een cijfer korter bij de 40. Op dat ogenblik kan ik zelfs lopers inhalen die ik nog nooit voor ben geweest.

Dit wordt duidelijk een persoonlijk succes. Mijn doeltijd van 45min wordt zeker gehaald.
De laatste kilometers worden steeds zwaarder, maar dankzij het kunnen inhalen van enkele gekende ‘snellere’ lopers, blijf ik een goed gevoel hebben. De laatste kilometer is er echt nog een strijd en haal ik het beste in me naar boven en leg deze nog af aan een tempo van 3’24”

Deze schitterende wedstrijd sluit dan ook een mooi jaar af met enkele hoogtepunten op sportief vlak, maar ook met dieptepunten.
De trainingen verlopen perfect op schema en 2020 zal hopelijk een nog beter jaar worden, met als uitschieter toch wel het AbbottWMM Wanda Age Group World Championship in London op 26 april 2020.

NCD Halve Marathon te Flawinne 2019

Amper vier dagen na de veldloop van DCLA staan we opnieuw aan de start van een wedstrijd. Dit keer is het opnieuw een langere afstand, namelijk 21km of een halve marathon.

Na de veldloop voelde de benen echt wel pijnlijk aan en was een herstelloop op maandag onvoldoende om alles te herstellen. Dinsdag moest er dan opnieuw rustig gelopen worden om de laatste spierpijn eruit te krijgen. Na een rustdag op woensdag, geen interval training dus, vertrok ik op donderdag 7 november naar Flawinne waar het 2 Bn Commando deze wedstrijd organiseert.

De halve marathon van 2Cdo heb ik nog al gelopen (2017 en 2018), maar dit is de eerste keer dat ik deelneem aan deze wedstrijd als Nationaal kampioenschap. Het grote verschil zit in de start. Vandaag start iedereen samen, zoals gebruikelijk bij dit soort wedstrijden. Wanneer deze halve marathon niet als kampioenschap ingericht wordt, is er een start per leeftijdscategorie waarbij de oudsten (+50) eerst vertrekken en 5 minuten later de volgende categorie.

Gelukkig starten we aan de achterkant van het paradeplein en is er al wat verdeling wanneer we op de weg komen. Toch is het de eerste minuten goed opletten. Er zijn heel wat bochten te nemen en vrij hoge borduren. Door de regen is het niet overal goed om te lopen; zelfs de weg ligt er echt wel nat bij. De tweede kilometer is nog meer dalend en door deze hogere snelheid is het nog meer opletten. Bovendien zijn we nog vroeg in de wedstrijd en het risico op een te snelle start is hier groot. Mijn hartslag ligt ruim boven de 160 bpm en vanaf nu is het dus tempolopen.

Er staat toch wel wat wind en ik heb niemand onmiddellijk voor me. Graag had ik aangesloten bij het groepje voor me. Niet veel later lukt me dat zelfs. Ik zie dat er van kop gewisseld wordt, dat zit dus goed. Het tempo ligt eigenlijk net iets te hoog, maar dit voordeel wil ik echt niet verliezen.
Enkele kilometer verder moeten er twee lossen en ik ben het niet. Met wat moeite kom ik opnieuw bij de voormalige koploper. Net op dat ogenblik doet hij teken om over te nemen. Hij beseft duidelijk niet dat ik net met de nodige inspanning die enkele meters heb moeten goedmaken. Toch neem ik over en voel opeens de felle tegenwind. Is dat nu toeval, dat ik net overneem wanneer de wind op kop staat. Op kop lopend blijf ik mijn best doen om het tempo hoog te houden, maar krijg toch de indruk dat het iets minder snel gaat. Hij neemt toch niet over dus het zal wel snel genoeg zijn.
Wanneer de wind minder nadelig blaast, neemt hij wel terug over en beginnen we aan het meer stijgend gedeelte van de wedstrijd.

Na het zwaarste gedeelte van de wedstrijd komt het moeilijkste gedeelte. Dit klinkt niet logisch, maar is spijtig genoeg wel het geval. In de laatste 6k zitten veel onverharde wegen. Deze wegen zijn door de regen omgeschapen in modderpaden en met de slicks (Nika Vaporfly) aan mijn voeten is er van lopen geen spraken meer. Het alsof je met rolschaatsen over het ijs loopt. Mijn collega (voor één dag) gaat er vandoor. hij heeft duidelijk meer grip.
Op het volgend modderstuk word ik voorbij gelopen en opnieuw is er van aanpikken geen sprake. Ik geraak op die stukken niet vooruit. Op het verhard gedeelte heb ik de indruk om iets in te lopen, maar dan komt er opnieuw een quasi onbeloopbaar stuk aan. Voorlopig hoor ik achter mij niet onmiddellijk iets, maar dat kan niet lang meer duren. Het blijft dus zo snel mogelijk lopen tot de finish.

De laatste kilometer is vooral gras en hier is het voorzichtig zijn, maar lopen lukt toch nog. Uiteindelijk kom ik als 17de (algemeen) over de finish in een tijd van 1u22. Dit levert me een vijfde plaats op bij de masters+40.

DCLA Veldloop 2019

Na een lange zomer met drie marathon (Boston, Puurs en Chicago) komt de winter eraan met wedstrijden in het veld. DCLA opent dit nieuwe veldloopseizoen.

Vorige winter was een ramp. Na de eindejaarsmarathon, Berlijn 2018 die wel een succes was, bleven de billen, hamstrings en de pezen in die buurt me parten spelen. Dankzij kiné Dennis Laerte werd een een revalidatieperiode ingelast en was ik net op niveau voor het voorjaar. Nu, na een schitterende eindejaarsmarathon, is het opnieuw opletten geblazen. In ieder geval kan ik al opwarmen zonder pijntjes te voelen en eerlijk gezegd, dat doet deugd.

Mijn laatste cross dateert van exact een jaar geleden. ondanks mijn blessure heb ik vorig jaar toch deelgenomen aan de veldloop van DCLA in 2018. Als net geen vijftiger liep ik toen nog met de Masters +35 over een afstand van 6.5km. Dit jaar krijg ik 4,2km voorgeschoteld en ben er eerlijk gezegd niet kwaad om. Ondanks mijn specifieke marathontrainingen van de afgelopen maanden wordt dit totaal iets anders. Lopen tot je niet meer kan en dat volhouden tot de finish.

Voor de start warm ik samen op met enkele collega’s van DCLA mét ervaring. Na een korte opwarming op de weg is het tijd om die spikes aan te trekken en het gevoel van die dunne schoentjes met pinnen terug te krijgen. Het is toch wel een heel andere vorm van lopen. Eerst doe ik enkele voorzichtige versnellingen in de buurt van mijn sporttas om eventueel nog wijzigingen te kunnen aanbrengen, zoals kortere of langere pinnen, veters vaster of losser, … Alles voelt goed en na een laatste stress-plasje ga ik richting start om daar nog wat verder op te warmen met nog korte versnellingen. Bovendien is er nog wat tijd om ‘oude’ bekenden tegen te komen en wat te socializen.

Perfect volgens de regels en op schema wordt de wedstrijd op gang geschoten. In tegenstelling tot de vorige jaren ben ik dit jaar iets beter weg. De ‘oudere’ masters lopen samen met de jongere scholieren en die mannen lopen niet alleen sneller, ze starten vooral ook sneller. Het is in de eerste bochten toch wel wat wringen. Na enkele bochten en smalle loopstroken loop ik opeens samen met Marc Neefs, de winnaar van vorig jaar. Dit kan alleen maar betekenen dat ik zeker snel genoeg gestart ben. Ik sta er helemaal niet bij stil of hij dan wel goed of slecht vertrokken is. In ieder geval is het nu hoog tijd om rustig te blijven want er staan nog wel wat rondjes te wachten. Elk rondje staat voor meerdere bochten, een stevige helling en zelfs enkele hindernissen in de vorm van strobalen.

In tegenstelling tot stratenlopen heb je hier helemaal geen tijd om rond te kijken. De prioriteit ligt vooral in het zoeken van de ideale lijn: zonder putten, plassen, boomstronken of andere obstakels die het lopen kunnen tegenwerken. Zelfs naar de horloge kijken, wordt al moeilijk. Gelukkig hoor ik (als ik het al hoor) het einde van elke afgelegde kilometer. Een eerste kilometer in 3’38” is voor mij echt wel snel en misschien zelfs iets té snel. De hartslag bedraagt intussen al +160 bpm. Dit is een cijfer wat ik op intervaltraining nog niet zag.

Het tweede rondje is het vooral geconcentreerd blijven en de snelheid hoog houden. De tweede km wordt afgeklokt na 3’53”. Dit is nog steeds heel behoorlijk, maar de motor draait warm, hopelijk niet te warm. Met +170bpm in koude en regen komt dit in de buurt van een overdrive. Mijn voorligger heeft intussen al wat afstand genomen en dus is het plaatsbehoud nu mijn prioriteit. Ik hoor niet onmiddellijk iemand achter mij, geen scholier en ook geen master. Pas in de derde ronde lopen we iets verder en is er een 180° bocht waardoor we een goed zicht krijgen op de anderen. Hier merk ik een relatief grote voorsprong op de achterliggers. Het plaatsbehoud moet dus mogelijk zijn. Vertragen is wel niet aan de orde. De ademhaling is de enige die versnelt. Vanaf nu concentreer ik me hierop. Rustig en zo diep mogelijk ademen wordt de hoofdopdracht.

Na vier rondjes bereik ik, toch wel uitgeput de finish. Met een opgelopen achterstand van 30″ kan ik mezelf niks verwijten en had ik zeker geen plaats kunnen opschuiven. Maar welke plaats heb ik nu? Ik heb er totaal geen zicht op. Hoeveel masters waren er nog voor me? Na aankomst hoor ik de speaker iets zeggen en dacht te horen dat mijn voorligger tweede was. Maar dit was te mooi om waar te zijn: hij was derde. Ik word hiermee vierde en val dus net naast het podium.

Uitslag M50

Chicago Marathon 2019

Wat vooraf ging…

Exact een jaar geleden schreef ik mij in voor mijn vierde Major Marathon: Chicago 2019. Enkele dagen voor de inschrijving boekte ik al een hotelkamer. Gelukkig kreeg ik al vrij snel de bevestiging dat ik toegelaten was voor de Bank of America Chicago Marathon 2019.

Nu het administratieve achter de rug was, kon het sportieve beginnen of dat was toch het plan. De voor bereiding van de voorjaarsmarathon startte bijzonder slecht. Gelukkig bracht ik de Boston Marathon 2019 toch nog tot een goed einde. Amper vier weken later liep ik nog de Great Breweries Marathon en met de noodzakelijke rust kon ik in juni herbeginnen met de trainingen.

De grote verandering kwam via Runnersconnect.net. Vanaf nu zou ik mijn schema en opvolging krijgen via hen. De eerste contacten verliepen zeer goed en niet veel later kreeg ik mijn schema voorgeschoteld. Wat was me dat? Moet ik dat allemaal doen? In de eerste weken was het vrij moeilijk om het volume te volbrengen, maar na verloop van tijd, verliepen de dagelijkse trainingen al wat vlotter en kwam ik steeds vlot aan het gevraagde volume en zelfs in de voorgestelde tempo’s. Dit zou mijn beste voorbereiding ooit zijn.

Veel lokale wedstrijden zaten er dit jaar niet meer in. De vier lopen van de Marathon van Lubbeek zouden quasi de enige wedstrijd zijn die ik zou lopen. Bij de tweede wedstrijd, die van Linden op 16 augustus , liep het fout. Drie kilometer voor het einde sloeg ik mijn voet om. Geen enkel schema is daarop voorbereid. Net nu de specifieke marathontrainingen moeten beginnen, lag ik uit. Gedaan met lopen! Daar ging mijn training!

Zonder teveel te panikeren herstartte ik voorzichtig 10 dagen later, maar dan kwam mijn linkerkuit roet in het eten gooien. Deftig lopen was ook al niet meer mogelijk. Opnieuw roep ik de hulp in van Kiné Laerte. Dennis moest me er weer bovenop helpen, maar eerst toch nog de wedstrijd in Pellenberg afwerken, want ik moest die Marathon van Lubbeek nog voltooien. Ondanks de pijn bij het rustig lopen, gaat het bij sneller lopen met minder pijn. Gelukkig maar. Dankzij de kiné, het niet-panikeren en het blijven volhouden, kon ik toch nog min of meer het schema van RunnersConnect volgen. Tot aan het vetrek naar Chicago bleef die kuit voor pijn en ongerustheid zorgen. Het doel om de PR te verbeteren werd al bijgesteld tot gewoon Sub3hr.
Ondanks de pijn en het slecht gevoel lukt het me toch nog om 19 september een 10 Mijl te lopen onder het uur, wat een tweede plaats in mijn leeftijdscategorie oplevert.

De laatste dagen …

De laatste dagen voor vertrek verliepen nogal hectisch. Ondanks de taperperiode waarin gevoelig minder gelopen wordt, kwam ik nog steeds tijd te kort om te doen wat moest gebeuren. Gelukkig kon ik op de nodige steun rekenen van de mensen rondom mij. De zenuwen, die ik normaal niet heb, lieten toch van zich horen, mede door de onafgewerkte zaken en ook doordat de loopjes tijdens het taperen zelfs niet gingen. Ramp o ramp, wat ging ik eigenlijk doen in Chicago.

Woensdag, na het werk, liep ik nog een heel rustig loopje met Tom. Het lopen ging zonder noemenswaardige problemen, maar mijn horloge kwam opeens af met een hartslag van 160 en meer. Na de bekommernissen op het werk, privé, sportief, kon dit er ook nog wel bij. Een heel korte nacht later werd ik zonder fout goed en wel afgezet in Zaventem en kon het avontuur van mijn vierde Major Marathon beginnen. Chicago, here I come!

Na een lange vlucht en een nog veeeeeeel langere wachtrij aan ‘immigration’ (voor de anderen) vond ik Tom vrij snel in Chicago O’Hare. De trip naar het ‘The Congress Plaza Hotel’ verliep vlekkeloos. Tijdens de vlucht begon ik me wal steeds minder goed te voelen, maar dat zou na een goede nachtrust wel opgelost geraken.
Niet dus. Op vrijdag word ik echt slecht wakker. Na het ontbijt gaat het al iets beter en kunnen we met de voorziene shuttle naar de Expo om de nummers en het startpakket af te halen. En natuurlijk niet vergeten, om te passeren aan de sport-sponsor shop voor de specifieke Chicago Marathon kledij én nog wel van Nike dit keer. Oei, die bankrekening gaat me niet graag zien komen.

Door het vroege bezoek aan de expo bleef er natuurlijk nog tijd over voor wat sightseeing en zelfs voor een loopje om de benen wat losser te maken, want niks doen is echt niet goed.


Zaterdagmorgen staat er de ‘International Chicago 5K’ op het programma en dit reeds om 7:30u bij amper 3°C! Met lange broek en lange mouwen wordt deze wedstrijd gelopen. Nooit eerder liep ik zo een wedstrijd. Nooit eerder liep ik zo rustig een wedstrijd. Enkel de laatste kilometer even het tempo wat opdrijven om de benen nog eens wakker te schudden. En zonder kuitpijn!! Misschien lukt het toch nog zondag. In de namiddag staat er enkel de aankoop van brood en confituur op het programma; wat is me dat een zoektocht geworden! Gelukkig blijft er toch nog wat tijd over om nog wat rusten en hopelijk slaap ik vannacht wel eens deftig.

Sunday, 13/10/2019, Marathon day

Geen wekker nodig. Voor 4:30u zijn Tom en ik al wakker. Wat zei ik net? Deftig slapen? Het was een ramp: doodziek. Die ibuprofen heeft niets geholpen; ik had iets straffer nodig! Gelukkig is er Ann en zij brengt mij Dafalgan. Niet één , maar twee neem ik er. Het helpt nog ook. Mede door de adrenaline begin ik me al iets beter te voelen. De 6°C buiten gaan geen deugd doen en dus vertrek ik met een extra T-shirt en dikke sweater richting start. Wat een luxe om te logeren vlakbij start en finish van een marathon waar meer dan 40.000 lopers aan deelnemen. Geen ‘gear check’ nodig, gewoon rechtstreeks naar het juiste startvak (Corral A) en klaar is kees. De nodige passage aan een Dixi ontbreekt ook dit keer niet. Ruim op tijd sta ik dit keer in het startvak. Dat is ooit anders geweest. We kunnen zelfs nog een enkele rondjes lopen in het vak om de koude wat tegen te houden.

Na het volkslied gehoord te hebben is het enkel nog wachten op het startschot, De elitelopers zien toekomen betekent dat de start niet te lang meer op zich laat wachten. Er zo stilstaan in de koude is niet mijn favoriete bezigheid en al zeker niet als je mede daardoor opeens een volle blaas voelt. Dit komt niet alleen van de stress; dit was echt een volle blaas. In het gevulde startvak kan ik “heel discreet” mijn blaas ledigen en nu voel ik mij echt klaar voor de 26.2 Miles. Het extra T-shirt vliegt niet veel na de pull over het hek. Nu kan het niet snel genoeg gaan. Eén minuut na de elite wordt de eerste wave van de massa gelost.

De eerste kilometers verlopen al vrij vlot. Zonder echt te forceren loop ik iets sneller dan gepland. Er is maar één goede manier om een marathon te lopen en dat is door niet te snel te starten. Niet te snel betekent in dit geval iets trager dan het beoogd gemiddeld tempo. Voor deze marathon heb ik een tempo van 4:05 min/km in gedachten. Ondanks de hoge gebouwen en de tunnel duidt mijn horloge steeds kilometers aan net onder de 4 minuten. De hartslag schommelt rond de 154 bpm en alles voelt prima aan. Toch neem ik het zekere voor het onzekere en loop verder aan 4:00 min/km. Mijn hartslag verlaagt zelfs onder de 150 bpm. Zolang we richting Noord lopen, is er niet te veel wind. Net voor de 7k neem ik mijn eerste gelletje. De eerste 10k worden dan zonder problemen afgelegd onder de 40min.

Na een goede 12km draaien we links en krijgen we de wind wel meer in het gezicht. Het is nu dus wel van belang dat de inspanning niet te zwaar wordt . Best is dus dat er steeds iemand net voor me loopt. Er is niet echt een groep met hetzelfde tempo; Iedereen loopt zijn tempo en dat verloopt nogal chaotisch. Ik concentreer me dus ook vooral op mezelf zoek toch af en toe een rug op om achter te lopen. Op die manier blijft het vlot gaan en zie ik zonder problemen de bordjes die met 2 beginnen. Halfweg kom ik door onder de 1u25min en als ik dit tempo kan volhouden, zit een PR er echt wel in.
De tweede helft is meestal aftellen. Vandaag is het toch wel iets anders. In plaats van bij 25k te zeggen: “Het is nu nog 17km.”, zeg ik nu: “Het is al maar 17km meer.” Het tempo blijft constant op 15km/u en de ademhaling en hartslag vertonen geen tekenen van opkomende vermoeidheid. Ik moet echt op de kilometerborden letten om tijdig een gelletje te nemen, want ik voel nooit een behoefte. Door het frisse weer (nog steeds maar 7°C) heb ik ook geen behoefte aan drank. Toch neem ik regelmatig een bekertje water, nooit Gatorade, maar drink er niet te veel van. Het water is echt te koud om te drinken. Steeds houd ik een slokje water even in de mond vooraleer het effectief in te slikken.
Op die manier loop ik ook de 30k voorbij, neem een volgend gelletje op 35, het laatste, en probeer zelfs aan een versnelling te denken. De wind zit dan wel echt niet meer mee en de beoogde versnelling dient enkel om het tempo aan te houden.
De laatste kilometers worden toch iets moeilijker, maar het tempo zakt niet en ik voel nog steeds niets negatiefs. Waar is de tijd dat ik steeds met bijna-krampen moest lopen?

Het einde komt dan ook sneller dan verwacht. Er blijft natuurlijk nog één ‘hindernis te overwinnen: Beat the Hill. 500m voor de finish, bij het opdraaien van Roosevelt Road, zie je een monster van een helling: 300m lang en 3hm! Even het lichaam wat meer voorover laten komen, en eer je het goed en wel beseft, draai je opnieuw links en zie je de finish. Nu is het enkel een laatste ‘sprintje’ inzetten en een plaatsje kiezen om over de lijn te lopen om alleen op de foto te staan. Ik heb nog niet de luxe om quasi alleen over de lijn te lopen. Er zijn wel meerdere die in de buurt van de 2u49′ komen.

My way to Chicago (week 5/12)

Over deze week kan ik heel kort zijn: nul, nada, niks gelopen.

De gevolgen van het omslaan van mijn voet tijdens de Linden Bosloop vorige vrijdag heeft meer schade berokkend dan gevreesd. Met deze week erbij heb ik nu al negen dagen geen loopschoenen aangehad, laat staan een meter gelopen.

Het fietsen gaat intussen wel redelijk. Naast de vijf dagen woon-werk-verkeer (wat amper fietsen kan genoemd worden) heb ik zaterdag een mooie fietstocht met de gravelbike afgelegd. Na een bezoekje aan de wedstrijd in Binkom fietste ik naar één van mijn favoriete plekjes: de lekdreef in Averbode. Na een heerlijk horentje met twee bollen ‘rum en rozijnen’ ging het verder via de de Demer naar Werchter.
Na Werchter gaat het via Wespelaar richting Vaart waar een tweede, eigenlijk derde) stop echt wel nodig was. Na een drankje rond ik deze fietstocht af. met 84km op de teller.

Overzicht deze week:

Maandag: 0
Dinsdag: 0
Woensdag: 0
Donderdag: 0
Vrijdag: Interval 0
Zaterdag: Stevige fietstocht (84km)
Zondag: Rustig fietsen (32km)