Categorie archieven: Snelheid

Phef 2015

Vandaag staan de jaarlijkse Phef’s (Physical Evaluations Fitness) op het programma. Deze testen worden dit jaar voor het eerst uitgevoerd, in vervanging van de gekende MTLG’s (Militaire testen voor Lichamelijke Geschiktheid. De aerobe test, zijnde 2400m lopen is niet veranderd.

core strength side bridge
core strength side bridge

De anaerobe proef daarentegen is totaal verschillend. In het verleden bestond de anaerobe proef uit een dynamische gedeelte, zijnde sit-ups en opdrukken. Dit jaar bestaat het anaeroob gedeelte uit een statisch gedeelte, meer bepaald de Left- and Right Sidebridge.

 

In de afgelopen maanden heb ik natuurlijk genoeg gelopen. Dit is nooit een effectieve training geweest voor deze test, maar het brengt natuurlijk wel de nodige conditie en efficiëntie bij om hier vlot te slagen. Voor de side bridge daarentegen, heb ik niet geoefend. In de maand mei heb ik het wel enkele keren geprobeerd en daarvan wist ik dat het niet eenvoudig is om deze houding lang genoeg te kunnen aanhouden. Bij de uitleg hoe de test zou afgenomen worden en zelfs tijdens de begeleide opwarming (ook een unicum) wordt duidelijk vermeld dat je hiervoor moet trainen. Ik besluit hieruit dat deze test NIET meet hoe fit je bent, maar enkel hoeveel je ervoor getraind hebt. Voor mij is het duidelijk: niet genoeg getraind, tenminste als je het maximum der punten als de referentie neemt!

Na deze anaerobe proef in zaal, gaan we naar buiten voor de loopproef. In het verleden werd deze proef afgenomen op de atletiekpiste van het sportkot in Heverlee. Dit jaar vindt deze proef plaats op betonbaan tussen de bomen. Eén rondje over deze omloop bedraagt 1200m, exact de halve afstand dus. Het is dus de bedoeling om deze zo snel mogelijk af te leggen. Om iedereen goed te begeleiden wordt de tussentijd na 400m individueel vermeld. Hiermee heb je onmiddellijk een idee hoe snel je vertrokken bent en kan je nog tijdig corrigeren.
Ik krijg de melding na 100m reeds dat ik te snel gestart ben. Het klopt wel, na 100m heb ik een tussentijd van 20s en dat is inderdaad een snelheid die ik niet kan volhouden. Ik houd me dus iets meer in. Op dat ogenblik heb ik niemand meer voor me en hoor ik zelfs niemand meer achter me. Daarvoor is mijn voorsprong op de tweede al iets te groot. Na 400m kom ik door op 1’28” en zelfs dat is voor mij toch wel snel. Dit is volledig te danken aan de snelle start van de eerste 100m. Bij mijn eerste passage, halfweg dus, kom ik door na 4’45”. Als ik dit tempo blijf lopen, betekent dit een eindtijd van 9’30” en dit ligt volledig in de lijn van mijn mogelijkheden. Hiermee ben ik wel tevreden, maar dat houdt wel in dat ik de huidige snelheid nog iets meer dan een kilometer moet volhouden.
De tweede ronde loopt gelijkaardig, met dat verschil dat het ook meteen de laatste is. Veel reserve moet je nu niet meer overhouden. Ik probeer de snelheid minstens zo te houden. Met een cadans van 172-175 passen per minuut zit ik zeker hoger dan normaal. Enkel mijn pas iets vergroten volstaat om de snelheid op te drijven. In de twee laatste bochten houd ik toch iets in, omdat de ondergrond vol ligt met wat zoal van bomen kan vallen: eikels, naalden, … Na twee kilometer kijk ik toch nog eens naar mijn horloge en zie een kilometertijd van 3’51”. Dat is effectief iets sneller dan de eerste kilometer. Het volstaat om dit tempo vol te houden tijdens de laatste 400m en eventueel nog wat te versnellen na de laatste bocht, wat nog lukt ook. Mijn eindtijd luidt: 9’13”. Als ik mij niet vergis is dat zelfs een halve minuut sneller dan vorig jaar.

Trainen wordt dus zeker beloond. Nu nog trainen voor de side bridges.

Movescount_logo     strava

 

 

Nuchtere ochtendloop op snelheid

Het weekend is alweer voorbij. Mede door de langere duurloop van zaterdag was het gisteren een zondag, rustdag. Er stond dan ook een familiefeestje op het programma. Voor velen was dit duidelijk geen rustdag. Op Strava heb ik sterke tot zeer sterke prestaties gezien van enkele dorpsgenoten. Zij hebben het mooie weer van deze zondag gebruikt om er een stevige training van te maken.

Vandaag heb ik een dagje verlof; niet dat het nodig is ten gevolge van het feestje, neen, het wordt een dagje sauna vandaag. Maar vooraleer naar het saunacomplex te vertrekken, ga ik toch eerst wat kilometers hardlopen. Ik vertrek samen met de kinderen naar school, zij met de fiets, ik op mijn loopschoenen. Toch zit ik met gemengde gevoelens, maar dan in positieve zin. Enerzijds zou ik deze nuchtere ochtendloop moeten gebruiken om rustig te lopen zodat mijn lichaam leert om vet te verbranden. Bovendien heb ik morgen mijn fysische evaluatietesten. Dit zijn dus al twee redenen om het rustig aan te doen. Anderzijds heb ik er zin in en wil ik toch ook wel op snelheid trainen. Het gevoel wint van de ratio en ik loop dus toch te snel.

Wetende dat ik met een bergaf start en dat er twee fietsers me op de hielen zitten, heb ik onmiddellijk het gevoel dat de snelheid er al goed in zit. Het hierboven vermelde denkproces begint weer. Ik houd mij dus toch wat in. Ik wil er zeker geen wedstrijd van maken en het is dan toch een omloop van 11K die moet afgelegd worden. De temperatuur van 8°C is eigenlijk ideaal om wat sneller te lopen. Té warm wordt het nu niet te rap, maar toch begint het zweet me al vrij vroeg uit te breken. Dit zal hoogstwaarschijnlijk te maken hebben met het feestje van gisteren. Tenminste, dat maak ik mezelf wijs.

Ik loop de eerste kilometers dus toch met de nodige reserve. Mijn hartslagmeter heb ik niet om, dus daar kan ik niet op rekenen; mijn gevoel is dit maal de enige rem. Deze snelheid wil ik zeker aanhouden en alleen daardoor versnel ik lichtjes. Dit proces van niet willen vertragen, doet me stelselmatig versnellen. Ik kijk ook enkel bij de afloop van elke kilometer kort naar mijn horloge. Telkens zie ik een kilometertijd die begint met een 4. Ik loop dus steeds onder de 5′ min/km. Ik zie zelfs tussentijden onder de 4’50”: ik ben dus goed op dreef. Op de terugweg naar huis, de laatste drie kilometer, loop ik toch wel in het rood. Ik voel me goed en ondanks ik morgen nog een test moet lopen van 2400m, blijf ik doorgeven.

Uiteindelijk kan ik over de deze elf kilometer blijven versnellen, met een voorlaatste kilometer van 4’31” en een laatste van zelfs 4’23”. Ik weet niet dat dit me ooit al eerder gelukt is, zonder het echt als doel te hebben.

Movescount_logo     strava


 

Iets lichtere DCLA-training

Op woensdag staat er sinds vorige week de DCLA-training op het programma. Zoals je vorige week kon lezen, ben ik gestart als lid van een atletiekclub. Eén van de gevolgen is dat ik wekelijks een of meerdere trainingen in groep bijwoon.

’s Woensdag staat er meestal een training in het provinciaal domein van Kessel-Lo op het programma. Onze trainer, Miel, zorgt voor wekelijks voor een andere training en houdt zoveel mogelijk rekening met geplande wedstrijden en andere evenementen. Vorige week stond er een zware opdracht op het programma, zijnde 4 x 2000m. Deze week is de training, volgens hem, iets lichter. Vandaag staan er kortere afstanden op het programma. We beginnen met twee keer een 1500m aan een vlot tempo van 28 (sec op 100m) en daarna twee of drie keer een 750m, maar dan zo snel mogelijk. Voor diegene die zaterdag naar een wedstrijd gaan, stelt hij toch voor om het vandaag rustig aan te doen en zich te beperken tot enkel de vlotte loopjes van 1500m.

Om echt rustig te beginnen start ik samen met enkele anderen met rondjes op de piste. Vandaag lopen we er drie aan een echt rustig tempo. Iets later, als iedereen er is, start de eigenlijk opwarming met een loop naar het provinciaal domein en ter plaatse met een rondje rond de grote vijver. Tijdens deze ronde zijn er drie korte versnellingen van om en bij de 150m.  Daarna krijgen we de uitleg van Miel en kunnen we starten met de uitvoering van het eigenlijk programma. Vorige week heb ik echt wel doorgelopen, vandaag heb ik een minder gevoel en wil me zeker niet forceren. De eerste 1500m gaan toch vlot. Na een korte pauze starten we met de tweede reeks en ook deze gaat zonder problemen. Mijn hartslag blijft onder de 160 hs/min, dus er is nog marge. Met een snelheid van 13 km/u wordt er, zoals opgelegd, gewoon vlot gelopen.

Intussen is het tijd voor de reeks van drie snelle 750m. Hier wordt de groep als wat kleiner. Sommigen lopen deze niet meer mee, anderen vormen een tweede groepje en lopen deze iets trager. Ik probeer toch met het eerste (snelle) groepje mee te lopen. Na enkele seconden voel je al dat er deze keer wel snel gelopen wordt. Het is maar 750m en dus ongeveer drie minuten; dat moet zeker vol te houden zijn. Zelfs met een hartslag van boven de 170 hs/min kan ik de eerste goed volgen. De tweede run wordt zo goed als identiek gelopen. De derde en laatste zal waarschijnlijk iets sneller gelopen worden. Het is trouwens de laatste en dan mag het onderste uit de kast gehaald worden. Effectief, deze laatste snelle 750m wordt afgelegd in 2’48”. Dit komt overeen met een gemiddelde snelheid van 15,5 m/u.

Volgende week leg ik mijn jaarlijkse sporttesten af waar er 2400m moet gelopen worden. Deze training kwam dus juist op tijd. Nu is het afwachten of ik 15km/u kan lopen gedurende een klein 10 min.

Movescount_logo     strava


 

Een tweede rondje in hoger toerental

Vandaag staat er eigenlijk geen training op het programma, maar omdat ik niets meer voel van de training van gisteren heb ik toch alweer zin om opnieuw te gaan lopen. Morgen, woensdag, staat er een training van DCLA op het programma, dus eigenlijk moet/mag ik het vandaag niet te zwaar maken.

Rik is altijd bereid om te gaan meelopen. Hij is nochtans niet van plan om te lopen vandaag, maar een eenvoudig vraagje of hij mee gaat, wordt positief beantwoord. Zijn tempo ligt in principe iets lager als het mijne, maar ik moet echt leren om dat tempo te lopen op de langere duurlopen. Het is dus niet slecht om samen met hem te lopen. Bovendien is dit een dag van (relatieve) rust en is het veel beter om enkel wat rustig te lopen. We lopen dan ook aan een gemiddelde snelheid van 10 km/u.

Op de terugweg besluit ik om er nog wat kilometers bij te doen en doe de lus van 3,8K die we net gelopen hebben, nog eens te doen, maar dan iets sneller. Door de hernieuwing van het academiejaar is het overal vrij druk. Ter hoogte van het kasteel van Arenberg geraak ik zelfs niet door en moet mijn best doen om niemand omver te lopen. Eenmaal de Celestijnenlaan voorbij is de kust helemaal vrij en kan ik ongehinderd lopen. Op dat moment schiet me het segment van Strava te binnen. Het is nu misschien een uitgelezen moment om het begin Dijlepad of de climb Egenhoven forest aan te vallen, t.t.z. mijn persoonlijke besttijd. Het is geen goed idee om ze beide op hetzelfde moment proberen te verbeteren, maar ik weet niet waar de tweede exact aanvangt, dus doe ik het toch maar.

Tijdens het lopen is het moeilijk om op de juiste plaats te versnellen. Ik versnel gestaag tot de snelheid die ik hoop te kunnen volhouden. In de huidige omstandigheden kom ik uit op 15km/u of 4’00” Min/km. Volgende week moet ik trouwens mijn jaarlijkse fysische testen afleggen en daar hoop ik ook om deze snelheid gedurende 2400m vol te houden. Nu komt het moeilijkste stuk op het laatste, omdat daar het korte klimmetje van de climb Egenhoven forest nog te beklimmen valt. Het eerste vermelde segment heeft volgens Strava toch de prioriteit gekregen, want daar verbeter ik mijn eigen PR met 11″ en kom nu uit op de 47e plaats (van de 448). Niet slecht voor een amateurke van mijn leeftijd.

Na deze extra lus loop ik rustig verder en klok uiteindelijk af net binnen het uur voor de afgelegde 11,3 km. Rekening houdend met de rustige eerste helft, is dit nog een vrij snel gemiddelde.

Movescount_logo     strava

DCLA, eerste training in nieuw seizoen

In navolging van mijn kids heb ik mij ook aangesloten bij een atletiekclub. We hebben het geluk om een heel goede club kort in de buurt te hebben. De kinderen krijgen met de pupillen een algemene training op spelenderwijze, als lange voorbereiding op enkele wedstrijden.Ik heb mezelf ingeschreven als recreant; dit is eerder aan een atletiekclub verbonden joggingclub.

Vandaag staat voor mij de eerste training op het programma. Op woensdag wordt er meestal een specifieke training georganiseerd en op vrijdag wordt een duurloop van 15K gelopen, tenminste de groep waar ik voor gekozen heb. Als je op de website kijkt, zie je dat er voor elk wat wils is. Het is dan ook van belang om de juiste groep te kiezen. Ik heb gekozen voor de groep van Miel. Dit is de groep van 12km/u en sneller met afstanden tot de marathon. Op dit ogenblik is 12km/u of 5’00” min/km al een vrij intensief tempo. De duurloop van 15K aan die snelheid, meestal toch iets sneller dan 12 km/u, komt te dicht in de buurt van wedstrijdsnelheid. De duurlopen zijn dus eigenlijk té intensief om als training te dienen. Het wordt dus nog wat afwachten hoe ik die ga verteren. Deze week kan ik er niet aan deelnemen, maar dat excuus heb ik niet elke week.

Vandaag is het woensdag en dan lopen we naar het provinciaal domein van Kessel-Lo, waar Miel al op ons staat te wachten. De verplaatsing vanuit de Atletiek Arena Gaston Roelants dient als opwarming. Je kan bijna zeggen dat, zoals vroeger in het leger, elke verplaatsing in looppas gebeurt. In dit geval wordt er nog een extra lus rond de vijver gelopen, om toch voldoende opgewarmd te zijn vooraleer de ‘echte’ training aan te vatten. De inleiding is heel kort: Je gaat deze training voelen. Vandaag staat er een 4 x 2000 meter op het programma. Begin er maar aan.

De eerste start wil ik mezelf niet helemaal forceren, maar als de groep vertrekt, splitst deze zich al vrij snel op. Ik blijf eigenlijk kort in de buurt van de eerste groep hangen, maar ik vrees dat dit iets te snel voor mij is. We moeten hierna nog drie keer deze afstand lopen. Bij gebrek aan ervaring op deze intervalafstand, speel ik op zeker en doe geen moeite om deze kopgroep te volgen. Mijn hartslag zit al vrij ver in de 160 hs/min en ik weet niet of ik dit kan blijven volhouden. Op die manier loop ik wel alleen.
De tweede snelle 2K verloopt volledig gelijkaardig. Tijdens het lopen maak ik me de bedenking dat ik weer alleen loop en dat ik niet daarom bij een club aansluit. Na de tweede run wacht ik iets langer en sluit me aan bij een tweede groepje. Hier ligt de snelheid iets trager maar slaagt mijn hart al wel 170 keer per minuut. De invloed van de twee vorige keren, wordt al duidelijk voelbaar. Is dit een goed idee geweest om iets trager te lopen, of had ik toch moeten proberen om even snel te lopen? De vierde keer is de eerste groep al vertrokken eer ik terug aan de start kom en ik loop dan ook met het overgebleven groepje mee. Intussen waren al enkele andere lopers gestopt wegens tijdsgebrek. Bij dit laatste rondje ligt de snelheid nog iets lager dan bij het vorige. De tweede kilometer versnel ik zachtjes, maar gestaag. Eén iemand volgt nog net en daardoor blijf ik tot het einde versnellen. Op het einde van deze ‘snelle’ ronde bereik ik dan ook een hartslag van 180 hs/min, toch heel intensief dus.  Na afloop loop ik nog met iemand een extra rondje rond de grote vijver om tegen 19.45u toe te komen aan de Elfkamper waar ze al een kwartier op me aan ’t wachten zijn.

Movescount_logo     strava


 

Stevige start

Het is opnieuw maandag; een nieuwe week breekt aan. Vorige week heb ik afgesloten met 48 km op de teller. Deze week zou dus minimum evenveel moeten worden.

Hoe meer je leest over looptrainingen, hoe meer verschillende meningen je voorgeschoteld krijgt. Gisteren las ik een artikel over een trainingsmethode die uitsluitend uit rustige duurlopen bestaat. Er wordt dus 100% aeroob gelopen. Toch bevatten de meeste trainingsschema’s afwisselend interval, met snelheid en duurlopen. Afhankelijk van de afstand waarvoor getraind wordt zijn het langere of kortere intervalafstanden, en zijn het langere duurlopen.  In ieder geval moet er steeds voldoende aandacht besteed worden aan rustige duurlopen.

Tijdens de middagpauzes is er te weinig tijd voor langere duurlopen, maar een minder lange duurloop kan zeker en vast. Het is dan ook altijd mogelijk om rustig (9 à 10 km/u) te lopen. Vandaag zijn we met zijn vieren en zolang we allemaal samen blijven, wordt er ook rustig gelopen. Nadat twee van de vier afdraaien, lopen we met zijn tweeën verder en wordt er onmiddellijk versneld. We trekken zelfs een tussensprint van ongeveer 400m met een snelheid boven de 16km/u. Daarna blijft mijn hartslag steeds hoger dan voor de tussensprint. De snelheid ligt daarna ook hoger dan de eerste 3 km. Zonder echt te forceren, moet deze training toch gecatalogeerd worden onder snelheid of sterkte. De eerste helft was echt rustig lopen met een hartslag onder de 130 hs/min. De tweede helft was intensiever met een hartslag boven de 150 hs/min.

Movescount_logo     strava