Exact twee weken na de Bierloop staat de volgende wedstrijd op het programma. Vandaag loop ik de derde manche van de marathon van Lubbeek; dit keer is Binkom aan de beurt.
Op het programma staat een 14km-lange stratenloop in een glooiend landschap. er zijn dus niet echt steile hellingen, maar vlak is het alleszins niet. Het is afwachten wie er allemaal aan de start zal verschijnen. Binkom is traditioneel de minst populaire loop van de vier, maar dit wil niet zeggen dat er geen sterke lopers aanwezig zijn.
Reeds lang voor de start zijn de sterkste lopers al aanwezig. Eentje loopt zelfs de 4K ook mee. Het is dus al snel duidelijk wie één en twee gaat worden hier. Samen met Kevin lopen we een deel van de omloop als opwarming. Na meer dan 4K komen we terug aan de start en lopen we elk apart onze korte versnellingen. Hiermee zijn we meer dan goed opgewarmd. Het weer is zomers, +25°C, zeker als je dit vergelijkt met de laatste dagen. Deze opwarming geldt ook als verkenning voor het parcours. In de afgelopen week heb ik hier ook gelopen, maar ik liep in omgekeerde richting 🙂 .
Vooraleer het startschot kan gegeven worden, is het nog even wachten op de laatste deelnemers van de vorige wedstrijd, de 7K. Een goede 10-tal minuten na het voorziene startuur kunnen we dan toch van start gaan. Op het eerste zicht zie ik drie ‘concurrenten’ die voor me gaan eindigen. Zonder vergissingen kan ik dus vierde worden, net geen podium dus. Hier is geen podium voor Masters +35 voorzien, al zou ik hier tweede Master kunnen worden.
Onmiddellijk bij de start loop ik als vijfde. De drie verwachte, snellere lopers en nog eentje die gewoonlijk snel start, maar die ik normalerwijze wel kan inhalen. De eerste 500m zijn dalend, onmiddellijk gevolgd door een klim van 1,5km. Pas op het einde van de beklimming haal ik de vierde, snel startende, loper in, maar dit keer lost hij niet. Toch hoor ik aan zijn ademhaling dat ik mij geen zorgen hoef te maken.
Bij de volgende helling moet hij wel lossen. Op dit ogenblik is de vierde plek al vast. Ik heb daarvoor al niemand achter mij gezien. Het is al geruststellend dat ik niet meer denken om deze vierde plek te verliezen, tenzij ik zelf een inzinking krijg. Doseren, zeker bij dit warm weer, is duidelijk de boodschap. Een derde plek is normaal niet haalbaar. De loper die voor mij is, loopt in dit soort wedstrijden 5″ à 10″/km sneller dan ik. Toch loopt hij dit keer niet echt van me weg en heb ik steeds iets om me op te focussen. Op die manier passeren we de aankomst voor de eerste keer en beginnen we aan een tweede, identieke ronde. Met een hartslag van 170 hs/min loop ik nog niet in overdrive en zal ik die tweede ronde niet al te veel moeten vertragen.
Droom ik of kom ik werkelijk korter bij mijn voorligger? Hij loopt nochtans steeds sneller dan ik en zou ik hem dit keer kunnen bijhalen?? Zonder overmoedig te worden, houd ik het tempo vrij hoog en besef dat ik toch iets korter kom, zeker op de hellingen. Net voor we van de grote baan rechts draaien richting bos, kom ik net achter hem. Nu kies ik ervoor om bij hem te blijven, want ik weet dat hij in het bos beter (lees: sneller) loopt dan ik. Toch voel ik in het bos dat ik hem goed kan volgen en dat zelfs mijn hartslag ruim onder de 170 hs/min blijft.
Net na het bos is het nog 2,5K gaat het terug bergop. Nu moet ik het verschil maken. Ik versnel dan ook en hoop dat hij moet afhaken. Het gaat hier wel over de derde plaats!! Na enkele honderden meters voel ik dat hij moet lossen. Hopelijk heb ik niet te veel op mijn adem getrapt (piekhartslag van 179 hs/min) en kan ik de inspanning volhouden tot het einde. Na de helling kan ik het tempo nog wat opdrijven en zo mijn derde plaats veilig stellen. Uiteindelijk heb ik zelfs een voorsprong van meer dan een halve minuut. Bij de twee vorige Lubbeekse stratenlopen (Linden en Lubbeek) was hij voor me; dit keer ben ik voor hem.