Deze week is al goed gestart met een duurloop op maandag én op dinsdag, beide met een tussentijdse versnelling. Vandaag is het woensdag en dat houdt in dat er ‘s avonds een training van DCLA op de agenda staat. Rekening houdend met de wedstrijden van dit weekend en met de toch lichte pijn aan de patella zal ik het rustig moeten houden.
Ik verkies om de intervaltraining te laten voor wat het is. Het zullen m.a.w. meer kilometers aan rustiger tempo worden. De kinderen, die samen met mij naar de training gaan, willen met de fiets gaan en dus vertrek ik al lopend van thuis uit, onder begeleiding van twee jonge fietsers. Naar schatting zou dit een drietal kilometers moeten zijn, maar met de gevolgde weg staan er, bij aankomst, al 4,3K op mijn teller.
Ik loop dus al zeker niet mee met mijn nieuwe, snellere, groep, maar loop de opwarming mee met de groep van Miel. De training van Miels groep bedraagt 3 x 2000m. Vermits er meerdere van deze groep op vrijdag de wedstrijd in Waanrode (2-dorpenloop) meelopen, moet er niet al te snel gelopen worden vandaag. Om niet alleen rondjes te lopen, besluit ik om deze 3 stukken samen met hen te lopen. De eerste 2K worden inderdaad niet al te snel gelopen.
L. vindt dit ook en hij wilt de tweede dubbele kilometer toch iets sneller lopen. Voor mij mag het ook iets sneller en ik blijf dan wel bij hem. Na amper 100m lopen we effectief met zijn tweeën. De anderen beschouwen dit toch als iets té snel en lopen volgens eigen ‘kunnen’: goede beslissing trouwens. Na een snelle start lopen we de eerste kilometer aan 4’20” min/km. De tweede kilometer wordt min of meer aan dezelfde snelheid gelopen, zijn 26″/100m.
Op het eindpunt draaien we ons om en dribbelen opnieuw naar de start voor de derde interval van 2000m. Zonder te wachten op de rest maken we hier ook een bocht van 180° en beginnen zonder stoppen aan het snellere werk. Opnieuw lopen we met een snelle start een eerst kilometer aan 4’20”. De tweede kilometer wil ik het tempo niet laten zakken, integendeel, ik houd de snelheid er goed in en versnel geleidelijk aan. De versnelling blijf ik volhouden tot op het einde, ook al is L. intussen wat achter gebleven. De laatste snelle kilometer loop ik zelfs onder de 4′ min.
Na deze drie snelle stukken lopen L. en ik nog een rondje rond de grote vijver en het stuk naar de atletiekpiste als cooling down. Hiermee staan er al meer dan 17km om min teller, maar ik moet nog steeds thuis geraken. Na enkele minuten wachten op de kids, loop ik met hen opnieuw naar huis. Het stilstaan zorgt wel voor wat strammere spieren, maar gelukkig gaat dit over na een tijdje. Ik loop intussen toch wel wat sneller dan 13km/u. Dit druist in tegen mijn voornemen om mijn knieën wat te sparen. Hopelijk zijn mijn benen en knieën helemaal fit op vrijdag.