In deze laatste week voor de Great Breweries Marathon moet er ‘getapered’ worden. In tegenstelling tot de vorige marathons (Antwerpen 2015 en Rotterdam 2016) doe ik niets speciaals. Ik loop (bijna) zoals ik anders zou lopen en eet zoals ik altijd eet. Bovendien ga ik zondag niet voor een PR of doe ik geen poging om onder een bepaalde tijd te blijven. Het doel is enkel uitlopen en liefst zonder krampen, maagproblemen, e.d.
Omdat ik afgelopen zondag al wat veel gelopen heb, neem ik een rustdag op maandag. Op dinsdag ga ik samen met collega’s een loopje doen tijdens onze lunchpauze. Omdat het de afgelopen dagen veel te veel geregend heeft, kiezen we voor onze vertrouwde (ingekorte) omloop: Sequoia(-). Deze bedraagt 8 km en is hopelijk goed beloopbaar, zonder natte voeten te krijgen.
Op dinsdag lopen we alvast tussen de regenbuien in en worden we niet nat geregend. Het is echter zwoel weer en dus zal het zweet wel tevoorschijn komen. We vertrekken niet al te snel. Na het kasteel van Arenberg en de Celestijnenlaan hebben we een lang recht stuk. Hier gaan we toch een versnelling plaatsen. Dit kan je vergelijken met een Fartlek-training, maar dan zouden er meer versnellingen moeten volgen tijdens deze loop.
Na de versnelling van ongeveer 800m heeft het zweet zijn weg naar buiten al goed gevonden. Bovendien zijn de spieren hierdoor goed opgewarmd en heeft het hart ook een sneller ritme gekend. Na de versnelling ligt automatisch het rustige tempo iets hoger dan ervoor.
Er komt geen tweede versnelling. Toch blijven we na afloop een gemiddelde boven de 12 km/u gelopen te hebben. Rekening houdend met de verschillende wegen die moeten gekruist worden en de tunnel (met trappen) die we door moeten, is dit zeker een niet onaardige snelheid.
De rest van de week lees je hier