Het einde van een werkweek wordt steevast afgesloten met een duurloop met de collega’s van DCLA. Sinds een tijdje voel ik wat pijn aan mijn rechterknie. Zelfs bij het normaal stappen, op en af een trap, voel ik deze pijn. Dit is natuurlijk geen goed teken. Zeker niet als je weet dat ik vele jaren niet heb kunnen lopen door een ontsteking aan de rechter patellapees. Om er zeker van te zijn of ik überhaupt kan lopen, doe ik eerst enkele testrondjes op de atletiekpiste. Deze ondergrond is vrij zacht en bovendien lopen we hier echt heel rustig. Hieruit merk ik dat de pijn niet erger wordt en ik besluit om toch maar deel te nemen aan de wekelijkse duurloop.
Er zit geen verrassing aan te komen en dus lopen we de normale wintertoer. Dit rondje bedraagt om en bij de 14,5km.
Om stipt 18.15u vertrekken we voor onze duurloop. Er zijn meerdere groepen die dan vertrekken want het is opeens heel druk op het kleine weggetje dat vertrekt aan de Gaston Roelants Atletiekarena. Na het doorsteken van het Heuvelhofpark zijn we terug alleen met ‘onze’ groep van Miel. Miel volgt, als trainer, zoals steeds de groep met de fiets en staat ons zo bij met raad en daad. Je moet alleen nog kunnen spreken tijdens het lopen.
De eerste kilometers ligt het tempo vrij laag, zijnde rond de 11km/u. Na vijf kilometer en enkele hellingen is iedereen goed opgewarmd en gaat de snelheid steevast hoger liggen. Op de vrij zware helling richting het Bed van Napoleon ligt de snelheid zelfs nooit lager dan 11,5km/u. Na de helling is het groepje al wel gesplitst. Er wordt even achterom gekeken, maar echt gewacht wordt er niet. De fiets van Miel hoor of zie ik dan niet meer. De snelheid komt dan rond en zelfs meer en meer boven de 12 km/u te liggen. Met de nodige aandacht aan mijn loophouding (meer voorvoetlanding) blijft de pijn in knie vrij goed weg.
Vanaf de afdaling van Steenveld gaat de snelheid echt de hoogte in en daalt, tot aan de abdij van Vlierbeek, zelfs niet meer onder de 13km/u. Samen met Ellen versnellen we echt vanaf De Kastaar tot aan de Molenstraat. Geen van beide had de intentie om te versnellen, maar toch lopen we naast elkaar en trekken zo elkaar boven de 14,5 km/u. De laatste kilometer lopen we opnieuw rustiger, zodat ik terug met een normale hartslag de atletiekpiste bereik. Met een gemiddelde van 12,1 km/u houden we ons aan het normale gemiddelde.
Het heeft weer deugd gedaan, net als de pannenkoeken achteraf.