Het is bij deze bewezen. Ondergetekende heeft geen karakter. Gisteren eindigde ik met de woorden: En vooral: morgen NIET lopen! Vandaag heb ik mijn woord niet gehouden; ik heb toch weer dezelfde omloop afgelegd.
Eén simpel vraagje was al voldoende. Er werd me gevraagd of ik tijdens de middagpauze mee ga lopen. Wie zegt daar nu neen tegen. Dit keer werd er wel duidelijk afgesproken om rustig te blijven lopen. Bovendien zijn de weersomstandigheden perfect om te lopen. De zon schijnt, het is niet te warm en er is weinig tot geen wind. Natuurlijk weet ik dat mijn conditie nog niet ‘top’ is en dat ik zeker voldoende rust moet inbouwen om niet opnieuw geblesseerd te geraken. Gelukkig voel ik niets na de intensieve loop van gisteren. Ik voel nergens pijn en heb ook geen stijve spieren. Wel heb ik een blaar overgehouden en die zal vandaag waarschijnlijk iets groter worden.
Om 12u kleed ik mij om, maar zie nog niemand. Gelukkig moet ik niet te lang wachten eer de collega’s zich ook omgekleed hebben. Ik weet niet wat ik zou gedaan hebben, indien ze niet komen opdagen. Misschien was ik wel terug naar binnen gegaan. Het is niet zo. We zijn met vier en we gaan rustig lopen. Het moet echt een herstelloop worden. Met zijn vieren blijkt dit vrij goed te lukken. We blijven allemaal goed samen en houden ons aan de rustige snelheid van 10 km/u. Het is lang na dat eentje een andere/kortere weg kiest dat het tempo toch iets omhoog gaat, maar nog steeds zonder te forceren. Op de laatste helling (Karmelietenberg) zien we in de verte de collega die het hazenpad gekozen had. Meer was er niet nodig om op deze steile helling de hoogste versnelling in te schakelen en hem zo snel mogelijk proberen in te halen. Net voorbij de top hadden we hem dan toch te pakken.
Het blijft toch een vrij rustige loop, ondanks het sprintje waarbij mijn hartslag toch weer tot 182 hs/min piekte.