Het is al van zondag (Linden Bosloop) geleden dat ik nog gelopen heb. Na enkele dagen rust omwille van blijvende pijn in mijn rechter dijbeen, probeer ik vandaag toch nog eens te lopen.
De afgelopen dagen is er op puur sportief vlak dus niet veel gebeurd, althans niet voor mij. Het tegenovergestelde is waar voor mijn zoontjes. Zij hebben maandag beslist om niet langer te voetballen, maar over te schakelen naar atletiek. Vanaf vrijdag zullen zij dus twee keer per week gaan trainen bij DCLA. Niet alleen ligt deze atletiekclub vlakbij; het is dan nog eens een zeer goede club ook.
Vandaag hoop ik pijnvrij te lopen en bovendien pijnvrij te blijven de komende dagen. Spijtig genoeg was ik alleen en heb dus niemand om me in te tomen. Vaak loop ik te snel als ik alleen ben. Ik start alvast redelijk rustig en voel niets. Vanaf kilometer twee hoer ik wat stemmen achter mij die steeds iets dichter komen. Hierdoor ga ik automatisch iets sneller lopen om ze niet te laten passeren. Iets verder beslis ik toch om terug wat rustiger te lopen, want ik wil nu ook niets forceren. Dit zou een test- of herstelloop moeten blijven. Het onheil is al geschied; het tempo is de hoogte in gegaan. Nadat onze wegen scheiden, blijf ik dit tempo min of meer aanhouden. Mijn hartslag schommelt steeds rond de 160 hs/min en de snelheid blijft iets boven de 12 km/u.
Uiteindelijk doe ik deze gekende toer op 43 min met een gemiddeld tempo van 4’52 min/km. Er moet duidelijk nog aan de basis gewerkt worden, want aan deze snelheid lopen zou toch onder de 150 hs/min moeten kunnen. Of is dit te ver gegrepen?