Deze week begint niet zoals de meeste weken. Het is krokusverlof en de kinderen moeten niet naar school. Ik heb deze week uitgekozen om wat werk te verrichten wat al lang ligt te wachten. Het klinkt niet, maar het is wel een feit: verlof vragen om te werken. Gelukkig kan ik op veel begrip rekenen van mijn vrouwtje en krijg ik de nodige tijd om te gaan lopen. Gisteren had ik 11 km afgelegd bij gebrek aan tijd, maar vandaag zou ik dat wel kunnen goed maken. Vandaag zou ik toch zeker een 20+ kunnen doen. Sinds enkele weken heb ik één grote lus rond de Chartreuseberg die hiervoor uitermate geschikt is. Iets over half drie in de namiddag kon ik onder een mooie zon mijn duurloop aanvatten. Vermits ik niet echt een schema volg, kan ik vrij kiezen hoe de training eruit ziet. In dit geval wou ik sowieso op hartslag lopen, maar toch wel aan een iets hogere snelheid. Ik had zelfs mijn persoonlijke besttijd op de halve marathon in mijn hoofd. Natuurlijk had ik al een iets te hoge hartslag door de helling die ik moet trotseren de eerste minuten. Het bleek zelfs iets moeilijker dan gedacht om onder de 140 hs/min te blijven. Ik blijf het moeilijk vinden om langzaam genoeg te lopen zodat ik echt onder die 140 blijf, zeker als ik onder een gemiddelde van 140 hs/min wens uit te komen.
De eerste kilometers, tot aan het kasteel van Horst, verliepen onder een mooie zonnetje. Daarna verbleekte deze achter een sluier wolken en had ik ook veel meer tegenwind. Hierdoor voelde het echt wel koud aan. Dit koudegevoel kreeg ik niet meer weg. De laatste kilometers heb ik lichtjes versneld en met het segment ‘Nachtegalenstraat’in het achterhoofd heb ik langs dit stuk echt wel doorgelopen. Daarna was het eigenlijk rustig, maar wel klimmend naar huis lopen.