Categorie archieven: Training

Donkere 120min duurloop

Amper twee dagen na mijn snelste wintertoer heb ik opnieuw zin in een langere duurloop. Het is dan wel al zondagavond.

De dag na een intensieve tempoloop verplicht ik mezelf om wat rust in te lassen. Op zondag staat er een veldloop van de kids gepland, dus dat krijgt een hoogste prioriteit. Het duurt dan ook tot in de late namiddag eer het aan mij is om wat sport te doen. De klok duidt bijna 17u aan eer ik effectief klaar ben om te vertrekken. Het is dan bijna donker en moet dan ook zorgen voor voldoende verlichting.

Doel van de dag: duurloop van om en bij de 16K. In deze donkere en mistige omstandigheden kies ik om gewoon richting Horst te lopen via de Houwaartsebaan en dan zie ik wel hoe ik terugkeer. Zoals bij duurlopen wenselijk is, probeer ik nu ook om mijn snelheid en hartslag laag genoeg te houden. Op die manier wordt het lichaam het minst belast. Het is en blijft mijn belangrijkste prioriteit: marathonvoorbereiding zonder overbelastingen of andere ongemakken. LSD (long/slow/distance) is het toverwoord.

De laatste maanden spreek ik bijna over niets anders, maar de uitvoering blijkt toch een karwei. Hoe kan het toch mogelijk zijn dat traag lopen moeilijker is dan sneller lopen? Vandaag is het niets anders; ik loop nog steeds te snel. Ondanks te hoge snelheid, kan ik mijn hartslag in de zogezegde zone 1 houden. Hij schommelt dan ook rond de 135 hs/min. Enkel op de hellingen gaat hij wat hoger liggen.

Intussen blijf ik maar stappen zetten in het vochtige donkere landschap. De weg van Horst naar Holsbeek is nog nooit zo saai geweest. Met een snelheid van net geen 12 km/u leg ik de ene kilometer na de andere af. Ondanks het saaie en eentonige karakter van deze loop, besluit ik toch om verder te lopen naar Kessel-Lo en op die manier de 20K vol te maken. De wegen zijn gelukkig niet onbekend en op die manier kan ik ontspannend blijven lopen.

Nog voor ik aan het provinciaal domein ben, kies ik ervoor om het parcours van de Horstroute verder te volgen, ook al zal ik dan boven de 21K uitkomen. Het ‘loopt’ allemaal nog vlot en dit keer heb ik niet echt een tijdsdruk. Tot mijn verbazing blijkt het provinciaal domein nog open en kan ik de weg erdoor nemen. Om het Negenbunderpad te nemen, is het wat te donker geworden en dus neem ik maar een kleine omweg via de Kortrijksestraat. Op die manier ga ik zelfs boven de 22K uitkomen. 22K of 23K, wat maakt het uit. Er zit nu geen doel of uitdaging meer in. Opeens kies ik voor een nieuwe invalshoek: ik ga voor de 120 minuten.

Als ik bijna thuis ben, moet ik dan wel een kleine omweg maken om de 120 min vol te maken. Net voor ik thuis ben, staat de klok op 2 uur en zonder de eerstvolgende minuut vol te maken, klok ik af op 2u00’52”. De laatste meters jog ik nog wat verder, zonder klok.

Ondanks het saaie en eentonige karakter van deze loop, ben ik tevreden dat ik het gedaan heb.

     


 

Wintertoer brokkenlopers

Na een lange periode loop ik vandaag eens de echte brokkenlopers-wintertoer.

Vooraleer effectief te vertrekken, warm ik mij eerst op met enkele rondjes op de piste. Na 4 rondjes is het bijna 18.15u en is het dus tijd om aan de wintertoer te beginnen.

De eerste kilometer gaat nog vrij rustig. Zolang we op de Holsbeeksesteenweg blijven, blijven we redelijk gegroepeerd. Vanaf de bocht naar de Schoolbergenstraat zijn de snelsten al vertrokken. Ik wil niks forceren en blijf achteraan hangen. Niet veel later versnelt JP en pas na de woorden:”Ga maar.” versnel ik ook. Intussen heb ik al wel wat achterstand op JP en de zware klim van de Martellekensweg komt eraan. Met een hartslag ver in de 170 hs/min haal ik hem toch nog in. Mijn bedoeling was om dan verder met hem mee te lopen, maar hij vertraagt wat en ik kies om toch door te lopen. De snellere waren dan al gaan vliegen. Het zou dus een eenzaam rondje worden.

Niet veel later zie ik er twee voor me uitlopen. Als ik deze kan bijhalen, loop ik niet meer alleen. Het probleem is wel dat zij intrinsiek veel sneller zijn dan ik. Als zij dus ook doorlopen, haal ik hen nooit in. Vol goede moed begin ik aan de achtervolging. Er volgen nog enkele pittige hellingen en misschien vertragen ze daar wat. Met snelheden tussen 14,5 en 16 km/u kom ik amper korter. Bij het verlaten van de Kortrijkstraat, na de hellingen dus, hang ik amper 50m achter.

Het lijkt een wedstrijd. ik probeer die kleine achterstand goed te maken, maar het lukt me niet. Mijn kilometertijden liggen tussen de 3’51” en 4’01” maar ik kom geen meter korter. Bij de afdaling van Steenveld probeer ik iets sneller te lopen dan anders, maar dat doet meer kwaad dan goed. Ik krijg een ‘steek’. Dit keer niet aan de zijkant (milt?) maar midden, net onder de borstkas. Ik probeer met de pijn mijn snelheid hoog te houden en zo rustig en diep mogelijk te ademen.

De afstand achter mijn voorliggers is opnieuw iets gegroeid. In de donkere stukken richting abdij van Vlierbeek, zie ik ze zelfs niet meer. Toch loop ik zo snel ik kan. Voorbij de abdij, richting Heuvelhofpark, komt Simon mij opeens voorbij gelopen. Hoe kan dat? Ik het een foute weg genomen. In plaats van vóór de abdij rechts te draaien, richting provinciaal domein, heb ik de gebruikelijke weg (van de opwarming voor interval) gevolgd. Dit is duidelijk iets korter.

Ik leg de (foute = 15,2K) wintertoer af in 1u02′. Dit is veruit mijn snelste tempoloop. Spijtig genoeg telt deze niet, want ik heb niet het juiste parcours gevolgd. Toch ben ik tevreden van mijn loop.

     


 

 

Eerste intervaltraining van ’t jaar

De eerste woensdag in 2017 betekent onmiddellijk de eerste intervaltraining van 2017. De eerste van een lange reeks?

Op woensdag 4 januari telt het jaar al 3 werkdagen, heb ik al 2x gelopen en doe ik mijn eerste intervaltraining. ik hoef niet te wachten tot de aanvang van de training om te weten wat me te wachten staat. Jeroen zorgt er tijdig voor dat we ons kunnen voorbereiden, psychisch althans. De eerste intervaltraining van het nieuwe jaar wordt een piramidetraining. Twee keer van 800 naar 400 en terug naar 800, met aangepast tempo. Dat gaat als volgt:
2 x (800-400R-600-200R-400-200R-600-200R-800-400R)
tempo: 800 en 600 aan 800m-tempo; 400 1 à 2″/100m sneller.

Vooraleer de eigenlijke training aan te vatten, moet er eerst opgewarmd worden. Deze opwarming bestaat uit een vijftal kilometer op de weg, richting Linden en terug. Deze wordt al meer dan vlot gelopen en daarom doe ik eerst enkele rondjes op de piste. Om 18.15u vertrekken we dan samen aan de opwarmingsronde. De 5K wordt afgelegd in 21’18” wat al vrij snel is.

 

Op de piste starten we eerst met twee rondjes waarin we enkele korte versnellingen doen, zodat de hartslag en de spieren zich kunnen voorbereiden op het echte werk. Ik leg voor mij de lat vandaag op een 800m-tempo van 22s (22″/100m) wat neerkomt op 3’40″min/km. De eerste 800m wordt afgelegd in 2’55”, perfect op schema dus. Met een hartslagpiek van 171 hs/min bij het eerste snelle stuk blijkt de 22″ iets te hoog gegrepen vandaag. De volgende 600m bewijst dit: 2’18”.

De 400m probeer ik iets sneller te lopen en met 1’24” lukt me dit dus toch aan 21″ te lopen. De volgende 600m wordt gestart zonder volledige recuperatie en begint iets stroever. Toch worden deze en de erop volgende 800m gelopen binnen de 23″/100m.

 

Na de 400m ‘rust’ begin ik aan hetzelfde scenario. De eerste 800m verloopt iets moeilijker. Ik blijf zelfs net boven de 3′ min, opnieuw eerder een 23″ en niet de beoogde 22″. Na deze 800m neem ik maar 200m rust i.p.v. 400m, een vergissing. De volgende 600m worden afgelegd aan 23″. De snelle 400m kan ik opnieuw houden aan 21″ en de afsluitende 800m aan 22″.

Het lukte me dus vandaag niet om alles aan 22″/100m te lopen. Ik had nochtans gisteren niet gelopen en zou dus voldoende uitgerust moeten zijn.

     


 

Eerste werkdag, en met een loopje

Op de eerste werkdag van het kalenderjaar moet er gewerkt, gelopen en gefeest worden. Het zou slechter kunnen starten.

De eerste werkdag van het jaar valt vroeg. Op 2 januari roept de plicht al. Na een week verlof is het altijd iets moeilijker om opnieuw wat vroeger op te staan. Bovendien rijdt mijn bus zelfs niet. Gelukkig zijn er andere bussen en/of mogelijkheden om te gaan werken en geraken we tijdig op het werk.

Reeds voor het eindejaarsverlof is er afgesproken om op de eerste werkdag de loopschoenen aan te trekken en een toertje te lopen.

In de namiddag staat er reeds een receptie op het programma en daar willen we niet ontbreken. Het vertrekuur zal iets vroeger moeten liggen. Iets over half twaalf zijn we met enkele klaar om het vertrouwde rondje langs sportkot en kasteel Arenberg te lopen.

De collega-lopers hebben allemaal stiekem getraind tijdens het verlof, maar toch houden we het vrij rustig en maken we het ook niet al te ver. We kiezen ervoor om de “middelste” ronde te lopen, waardoor we zullen uitkomen op een kleine 8K. Niet slecht om het jaar te beginnen. Ik heb gisteren al vrij intensief gelopen en ben dus meer dan tevreden met deze beslissing.

Na het lopen wordt er opnieuw gewerkt tot het tijd is voor de trimestriële plechtigheid en tevens nieuwjaarsreceptie.

    


 

1 januari: nieuw jaar, dus eerste loop van het jaar

Na enkele nieuwjaarsbrieven én voor de volgende nieuwjaarsbrieven, maak ik even tijd om wat te lopen. Het stilzitten van de afgelopen dagen moet van me afgelopen worden.

Het nieuwe jaar is nog geen volledige dag oud en tussen twee familie’feesten’ in, maak ik wat tijd vrij om te gaan lopen. Het wordt een avondloop, want op deze dagen is het veel te vlug donker. Het is nog niet volledig donker wanneer ik vertrek, maar lang zal het niet meer duren. In volle ornaat en met de nodige verlichting vertrek voor een nog onbekende toer.

Zonder te overdrijven ligt de snelheid toch al snel boven de 13 km/u en zal er niet meer onder komen. Het wordt dus eerder een tempoloop dan een duurloop. Het eerste goede voornemen van het jaar ligt al aan diggelen. Ik wil mijn duurlopen trager doen.

Om geen overbelasting te veroorzaken, wil ik mijn duurlopen veel trager afleggen. Het is heel duidelijk dat de snelle duurlopen de grootste oorzaken zijn van sportblessures. Ik ken intussen mijn zwakke punten, zowel aan mijn lichaam als in mijn hoofd. Luisteren is nooit mijn sterkste kant geweest, zelfs niet naar mezelf. Toch moet ik rekening houden met mijn zwakke plekken, zijnde rechter hamstring en knieën (patellapees).

Om mijn twee snelheidstrainingen per week (interval en tempo) te kunnen uitvoeren, moeten alle andere trainingen zo weinig mogelijk belastend zijn. Langzaam lopen is en blijft dus de boodschap.

Het zal voor een andere keer zijn. Vandaag is het toch al te laat en dus doe ik er de tweede helft nog een schepje bovenop. In plaats van in te korten om tijdig terug thuis te zijn, loop ik verder en dus wat sneller. Het worden dan ook bijna 17km op dat uur en een kwart.

Het heeft toch deugd gedaan. Na de douche volgen er opnieuw bubbels en wat hapjes en het gaat me smaken!

    


 

Naar en van het werk, al lopend

Tussen Kerst en Nieuw ben ik thuis van het werk. Het is een week echt verlof. Toch is het nodig dat ik naar het werk moet en waarom niet al lopend?

Het blijft echt lang mistig vandaag en dus wacht ik tot in de namiddag om in de meest gunstige omstandigheden te vertrekken.

Dit keer loop ik niet via het provinciaal domein, maar kies ervoor om eerst de grote steenweg over te steken. De voornaamste wegen worden dan: Zavelstraat, Platte Lostraat, Jan Vranckxpad en dan verder via de Philipssite naar het centrum van Leuven.

Het is en blijft toch wel vrij koud. Bovendien wil ik het tempo hoog genoeg houden, omdat ik een telefonische afspraak heb en toch niet te laat wil komen. Onderweg krijg k nog een sms waardoor ik eigenlijk nog vlugger wil aankomen en dus lopen. Het tempo ligt al redelijk hoog en als ik veel sneller loop, ga ik te veel zweten om nog deftig te kunnen ‘werken’. Ik probeer zo rustig mogelijk het tempo van 4’40”-4’50” min/km aan te houden.

     

Eénmaal op het werk ben ik zeker niet uitgeput en kan doen waarvoor ik gekomen ben.

Gelukkig kan nog voor 16u terug huiswaarts keren. De zon heeft net plaats moeten ruimen voor de mist. Mijn kledij is nog steeds vochtig en voelt dus koud aan. Ik heb natuurlijk niet veel keuze; ik moet al lopend naar huis.

Met min of meer hetzelfde tempo loop ik min of meer dezelfde weg naar huis. Het tempo ligt vrij stabiel: 4’52”-4’55” min/km.

Op die manier heb ik vandaag, daags na een intervaltraining toch 2×8 of 16km afgelegd.

Zijn dit nu de laatste kilometers van 2016 of doe ik er nog enkele bij??