Na een rustweekje met één tempoloop en één duurloop staat er vandaag een wedstrijd tegen mezelf op het programma.
Zoals jaarlijks moet ik ook dit jaar eens mijn PhEF’s afleggen. Deze Physical Evaluation Fitness test is de eigenlijke opvolger van de MTLG of de militaire testen voor lichamelijke geschiktheid. Deze nieuwe test bestaat uit twee onderdelen. Allereerst de side bridge links en rechts. Voor mijn leeftijdscategorie wordt verwacht dat je zowel links als rechts 1’50” foutloos kan uitvoeren. Het tweede onderdeel is 2400m hardlopen. Hier krijg je de maximum der punten als je dit in minder dan 10’35” kan.
Na een korte opwarming mag ik beginnen aan de side bridge links. Al na 10″ voel ik dat het moeilijk gaat worden. ik concentreer me meer op de ademhaling dan op de tijd, maar na 1 minuut wordt dit steeds moeilijker. Exact na 1’46” moet ik mijn tweede arm gebruiken om niet door te zakken en hierdoor wordt voor mij de tijd stopgezet. Het doel van 1’50” wordt dus niet gehaald.
Wanneer al de collega’s gepasseerd zijn is het opnieuw de beurt aan mij voor de rechterkant. Deze verloopt analoog, maar hier kan ik het gelukkig wel lang genoeg volhouden. Na de mededeling van 1’45” en even zelf verder tellen, weet ik dat ik gehaald heb. Toch wil ik zekerheid en wacht op de officiële tussentijd. Deze wordt pas bij 1’55” omgeroepen en dan mag ik er ook bij gaan liggen. Hier haal ik gelukkig wel het beoogde doel.
Wanneer de rest deze test aflegt, ga ik al richting de start van het tweede onderdeel: de 2400m en begin aan mijn opwarming. Hier stelt zich niet de vraag of ik binnen de tijd loop om het maximum van de punten te halen. Dit haal ik sowieso. Ik heb de afgelopen jaren niet voor niks zo veel getraind. De enige vraag die zich stelt, is hoeveel ik verbeterd ben t.o.v. vorig jaar (8’44”). Dit jaar zou ik toch graag 8’30” lopen. Het blijft gissen, zeker met de marathon van amper 9 dagen geleden. De opwarming bedraagt zelfs meer dan te lopen afstand en zorgt ervoor dat ik al bezweet aan de start verschijn.
Met een 30-tal staan we aan de start, maar niemand heeft de ambitie om met me mee te lopen. Het zal dus een strijd tegen mezelf en de chrono worden. Onmiddellijk na het startsignaal schiet ik weg. In het verleden ben ik telkens vrij snel vertrokken, maar dit keer lijkt het toch iets té snel. Na 100m staan er amper 18″ op mijn horloge. Dit is toch wel iets te snel. Wat geeft dit na 200m? Net geen 38″; de snelheid is nu iets haalbaarder, ondanks de hartslag reeds 170 hs/min bedraagt. Nu is het wat zoeken naar het evenwicht tussen snelheid en uithouding. Blijft de snelheid van 18 km/u of 3’20” min/km haalbaar? Dit is eerder mijn 800m-tempo en het zal dus moeilijk worden om dit drie keer zo lang vol te houden. Concentreren en volhouden blijft de boodschap. Na één ronde, halfweg dus, de officiële tussentijd: 3’57”!! Waauw, hier schrik ik zelf van. Als ik dit kan volhouden blijf ik zelfs onder 8 min!!
Maar de realiteit is anders. Ik ben duidelijk te snel vertrokken. Met een hartslag boven de 180 hs/min heb ik mijn grens bereikt. Het is nu vechten om te overleven. Na elke pas moet ik mij inspannen om de volgende te zetten. De souplesse is volledig weg. Het is telkens me opnieuw oppeppen om te blijven doorgaan. Ik voel dat de snelheid volledig weg is. Toch blijk ik nog steeds 17km/u te lopen, maar wel een pak trager dan de eerste keer ik hier passeerde. In de twee laatste bochten gaat het zelfs ietsjes omhoog en haal ik het onderste uit de lege kan. Hierna is afzien voor de laatste honderden meter. Aankomsttijd: 8’06”.
Na een korte ontgoocheling dat ik de tweede ronde heb moeten verzwakken, besef ik dat ik geen 15″ beter doe dan vorig jaar, maar zelfs 38″! Hiermee ben ik uitermate tevreden.
Ter info: hieronder een overzicht van de tijden van de laatste 5 jaar.
11/2013: 11’14” @189hs/min
09/2014: 09’46” @179hs/min
09/2015: 09’16” @172hs/min
05/2016: 08’44” @178hs/min
06/2017: 08’06” @179hs/min