De vorige wedstrijd is nog niet verteerd en vandaag staat er al opnieuw een stratenloop op de agenda. De plaatselijke (Tessenderlo) feestdag (kermis, braderie, vuurwerk) is voor de 31e keer het decor van The Classic. Naast een Chiquita Kids Run is er een heuse wedstrijd over 4K en over 10K.
Ondanks ik nooit echt getraind heb, sta ik toch al meerdere keren in de uitslag van de de (Nike) Classic. Deze wedstrijd ging ooit van start als ‘The Nike Classic’ waar zelfs wereldtoppers (Kenianen, …) aan de start kwamen. Ui t de streek afkomstig, liep ik er toen als jogger ergens diep verscholen in het pak lopers. Mijn laatste deelname dateert van 2009 en ik zat nog net in de eerste helft (981/2114).
Ondanks deze wedstrijd al lang in mijn agenda staat, heb ik mij toch pas de dag zelf ingeschreven, net als mijn twee zoontjes van 11: Tibo en Tobi, maar zij dan wel voor de 4K. Goed op tijd rijden we naar Tessenderlo en hebben zelfs de mogelijkheid om parking van het sportcomplex te parkeren, idealer kan niet. Nadat de kinderen al de hele dag gespeeld en gevoetbald hebben, gaan ze zelfs hier nog eerst op de plaatselijke speeltuin zich wat uitleven. Ik houd me in ieder geval wel rustig en zal mijn energie straks nog wel kunnen gebruiken. Een uur voor de start hebben ze opeens reuzehonger en moeten ze nog iets eten. Veel te laat eten ze nog een wrap. Als ze er tijdens de wedstrijd last van hebben, weten ze waarom.
Een kwartiertje voor de start, begeven ze zich met zijn tweetjes richting de start. Vanaf nu moeten ze hun plan trekken. Ik begin zelf aan mijn opwarming en zal ze dus enkel zien passeren, niet zien aankomen. Het wordt dus afwachten hoe ze het ervan af gebracht hebben. Bovendien krijgt Het Belang van Limburg de primeur en moeten we nog een dag extra wachten eer we de uitslag te zien krijgen.
Tijdens mijn opwarming voel ik onmiddellijk waarom ik de afgelopen dagen zo weinig gelopen heb: mijn knieën. Rond de knieën blijft het toch wel pijn doen. Hopelijk heb ik er straks én de komende dagen niet te veel last van. Een tiental minuten voor de start begeef ik mij in de startzone. Er is een aparte startbox voor 250 snellere lopers. Als ik me mag baseren op de uitslag van vorig jaar, zou ik toch graag in de top 200 eindigen en ik durf zelfs hopen op top 150. Het duurt tot amper 30″ voor de eigenlijke start eer ze de nadarhekken voor ons verwijderen. Onmiddellijk probeer ik wat naar voor te wandelen zodat ik toch iets beter sta om te vertrekken. Of sta ik nu te ver vooraan en ga ik anderen ophouden??
Er is geen ontkomen meer aan, de starter begint af te tellen en enkele seconden later weerklinkt iets als een startschot en vrij snel kunnen we beginnen lopen. Ter hoogte van de startmat, waar de tijd effectief begint te lopen, kan ik echt al lopen. Het is toch nog twee bochten vrij druk en daarna is het lopen op de limiet. Ik heb na 200m al een hartslag van 170hs/min en net voor het einde van de eerste kilometer flirtte ik al met de grens van de 180hs/min. Zonder echt te weten waar mijn overslag ligt, weet ik dat dit te veel is. Vanaf hier is het een evenwicht zoeken tussen snelheid houden en de hartslag niet verder laten stijgen, als dat nog tenminste. De eerste kilometer en dit is een eindje voorbij het bordje ‘1’ loop ik in 3’57”. Dit zou ik willen volhouden.
De tweede kilometer verloopt analoog, maar dan toch in veel minder druk ‘verkeer’. Intussen heeft iedereen al wat meer plaats om te lopen. Vanaf nu is het eerder proberen om de positie te verbeteren. Dit kan je alleen doen door zo weinig mogelijk te vertragen. Versnellen zit er echt niet meer in. Toch kan ik regelmatig iemand inhalen. Zelf word ik maar heel af en toe ingehaald. De snelheid blijft vrij constant, net boven de 15km/u, maar de hartslag ligt te kort en af en toe boven de 180hs/min. Dit kan ik niet volhouden.
De derde kilometer kan ik de snelheid nog in de buurt van de 4′ min/km houden, maar de hartslag liegt niet: te hoog! De vierde en vijfde kilometer verlopen dan ook iets trager, behalve voor mijn hartslag, die blijft 178 hs/min. Het zijn dan ook twee moeilijke kilometer. Na vijf kilometer ben ik echt zo goed als uitgeteld en we zijn nog maar halfweg. In ieder geval voel ik dat de anderen in mijn omgeving het ook moeilijk hebben. We tappen allen uit hetzelfde vaatje: reserve en karakter.
De zesde en zevende kilometer bevatten beide een stuk van het zwaarste deel van het parcours: de Russelberg of Gerhagenstraat. Hier loop ik dan ook mijn laagste snelheid van deze wedstrijd, zijnde 4’30” min/km of 13,5km/u. In de bergaf die logischerwijze volgt, loop ik niet meer onder de 4′ min/km of boven de 15 km/u. Gelukkig zakt de hartslag dan toch even naar 176 hs/min. De laatste kilometers blijft het tempo liggen rond de 4’05 min/km of 14,6 km/u.
De allerlaatste kilometer doe ik er alles aan om nog enkele plaatsen te winnen, maar het is duidelijk dat niemand die zomaar zal afgeven. Het wordt dan ook knokken tot het einde. Zelfs met een snelheid van terug boven de 15 km/u win ik niet veel plaatsen, maar toch enkele. Tot de laatste bocht, van de piste naar het gras in het midden, geef ik alles. De laatste meters zie ik de meeste bijna stilstaan net voorbij de eindmeet en ik vertraag dan ook al wat. Tot ik zie dat dan mij nog iemand opnieuw wil inhalen. Dan toch nog even opnieuw optrekken …
Eindresultaten:
Tobi: 36/629
Tibo: 81/629
Werner: 132/1593