Sinds eind oktober, omschakeling naar winteruur, wordt er elke vrijdag de wintertoer gelopen. Om wat afwisseling te brengen wordt af en toe een andere omloop gekozen. Op 6 november ll. werd om die reden eens richting Leuven en Wilsele gelopen. Vandaag staat er de traditionele toer op het programma, maar in omgekeerde richting. De twee beklimmingen (Martellekensweg en Kortrijkstraat) moeten vandaag dus niet opgelopen worden. Op het eerste zicht denk ik enkel aan de Steenveldstraat. Als ik mij niet vergis, heb ik die helling nog nooit eerder opgelopen. Wetende dat deze helling op enkele honderden meter van mijn woonplaats ligt, is dit toch wel uitzonderlijk. Het is dus een aangename verrassing om er nu eindelijk eens op te lopen.
Vooraleer echt te vertrekken, loop ik met enkele anderen eerst twee rondjes op de piste. Op die manier kan ik niet alleen rustig opwarmen, maar kan ik ook de temperatuur eens voelen. Met de eerste koude dagen is het altijd een beetje moeilijk om de juiste kledingkeuzen te maken. Met een buitentemperatuur onder de 10°C (6°C à 7°C) kies ik och voor een lange broek en een shirt met lange mouwen. Afhankelijk van de wind kies ik dan voor een winddicht fluovestje of eerder een heel licht fluohesje. Vandaag kies ik toch voor de lichtere versie. Het is droog en er staat niet te veel wind.
De eerste kilometers verlopen relatief rustig, zelfs iets langzamer dan anders. Op de helling van de Steenveldstraat versnel ik iets meer dan de anderen. Ik kom dan vanuit mijn laatste plaats langzaam naar voren en laat op het steilste stuk zelfs iedereen een beetje achter. Eénmaal boven vertraag ik zodat iedereen opnieuw kan aansluiten en neem ik terug mijn plaats in als laatste. Het verder verloop over dit gekende parcours is door zijn omgekeerde richting nog steeds wat verrassend. Er zijn toch wel enkele stukjes ‘vals plat’ waar je anders weinig van merkt. De gekende beklimmingen in normale richting zijn nu vrij sterke afdalingen. Op dergelijke stukken is het heel anders lopen. Het zijn heel andere spieren die opeens wakker geschud worden. De laatste afdaling van de dag zorgt tevens als aanloop van de versnelling van de laatste twee kilometer.
Het parcours in omgekeerde richting nodigt iets minder uit voor de versnelling op het einde, maar toch wordt er wel degelijk versneld. Op de afdaling schuif ik langzaam iets naar voor, maar helemaal vooraan was de versnelling al degelijk begonnen. Pas op de Nachtegalenstraat versnel ik ook echt op zoek naar de koploper. Bij hem aangekomen, neem ik geen initiatief om nog meer te versnellen en blijf dan ook braaf achter en naast hem lopen. Het laatste stukje gebruik ik om wat rustig uit te lopen.