DCLA: training met Miel

Na een zware start van de week met drie lopen, waarvan één wedstrijd of test, is het vanavond training van DCLA. Op woensdag is het een bepaald programma, opgelegd door onze trainer ‘Miel’.

We zijn allemaal grote jongens en beginnen autonoom aan onze opwarming. Met enkelen lopen we eerst heel rustig een paar rondjes over de piste. Dit is aan een echt rustig tempo om de spieren en gewrichten voor te bereiden op wat komen gaat. Iets later vertrekt de eigenlijke opwarming richting provinciaal domein. Vaak wordt er dan al relatief snel gelopen, toch zeker als je helemaal geen opwarming vooraf gedaan hebt. We, ik dus ook, zijn niet meer van de jongsten en een rustige opwarming is dan zeker aan te raden. De opwarming in groep loopt rond de grote vijver en op initiatief van iemand worden er drie korte versnellingen ingelast. Met de rondjes rond de piste inbegrepen, kom ik al aan vier kilometer opwarming. Dit moet zeker voldoende zijn. Miel kan nu uitleggen wat de training van vandaag inhoudt. Het wordt een training die hijzelf altijd graag gedaan heeft, zijnde 1′ vlot, 1′ traag, 2′ vlot, 2′ traag, 3′ vlot, 3′ traag, 4′ vlot, 3′ traag, 3′ snel, 2′ traag, 2′ snel, 1′ traag en dan nog eens 1′ snel. De training start en gelukkig is er wel iemand die de horloge goed in het oog houdt en ons tijdig doet stoppen en ook doet versnellen. Vandaag voel ik mij goed en het vlotte gedeelte gaan dan ook vlot. Bij de snelle stukken kan ik ook nog vrij goed volgen. Het doet me deugd. Enkele weken geleden vroeg ik me nog af of ik in de goede groep zit en vandaag ben ik toch wel overtuigd dat dit het geval is.

Bij de laatste versnelling, die meestal echt snel gelopen wordt, loopt er iemand naar de kop en zegt smalend: “We laten niemand ons voorbij lopen.” Dit hoor ik altijd graag, want dit motiveert me om te doen wat ze niet graag hebben. Ik blijf de eerste helft van deze versnelling braaf op de tweede lijn volgen en gebruik het laatste stuk om nog wat extra te versnellen. Houdt de rest zich in of loop ik opeens echt sneller dan de anderen? In ieder geval ik kom op kop en loop zelfs een klein beetje uit. Doel geslaagd zou ik zeggen, ook al is het nooit mijn bedoeling om te “winnen”. Het is enkel een reactie op het ene zinnetje.

Na deze versnellingen loop ik met L. nog een ronde van de grote vijver en terug naar de Gaston Roelants Arena. Hier ligt de snelheid toch ook weer boven de 12 km/u en dit keer moet ik mij niet echt forceren om te volgen. De hartslag blijft onder de 150 hs/min. Het is weer een goede training geweest. Morgen las ik toch wel een rustdag in, want vrijdag staat er weer een nieuwe training op het programma.

Na ochtendrace, uitlopen ’s middags

Je hebt zo van die dagen dat je denkt dat alles kan. Vanmorgen heb ik mijn jaarlijkse sportproef afgelegd, met niet het gewenste resultaat. Het lopen daarentegen verliep wel zoals gepland. Met een gemiddelde snelheid van 15,5km/u mag ik niet ontevreden zijn.

Omdat de sporttest in de ochtend plaatsvond, is het daarna een gewone werkdag. In plaats van me te douchen, besluit ik om tijdens de middagpauze nog wat te lopen. Spijtig genoeg zijn er geen collega’s die me kunnen vergezellen. Toch blijf ik volharden in de boosheid en ga een tweede maal op een dag lopen. Dit keer wel wat trager, maar langer dan vanmorgen. Ik vertrek rustig, maar merk toch dat het sneller is dan normaal. Ik steek het maar op de snelheid van vanmorgen waarom ik nu ook iets sneller loop. Ik ben toch alleen en kan dus mijn eigen tempo lopen zonder iemand achter te laten of zonder achter gelaten te worden. Om echt goed te zijn, is dit een echte herstelloop, enkel en alleen om de verzuring van vanmorgen tegen te gaan. Er zijn niet veel wandelaars en fietsers dit keer en daarom kan ik overal vrij vlot lopen. Langs het Dijlepad zie ik iemand voor mij uit lopen en heel langzaam lijk ik korterbij te komen. Alleen dit beeld is al genoeg om me iets sneller te doen lopen. Net als ik haar bijgehaald heb, sla ik rechtsaf en loop verder richting IMEC. Ik kijk niet eens of de weg terug beschikbaar is en loop al uit gewoonte langs de voorkant van het nieuwe torengebouw.

De rest van het parcours loop ik verder met een relatieve hoge snelheid, voor mijn doen althans. Het deed echt deugd om zo te kunnen lopen. Met kunnen bedoel ik deze snelheid aanhouden zonder op de adem te moeten trappen en niet het feit dat ik alleen heb gelopen. Zonder echt te vergelijken, heb ik de indruk dat ik intussen het niveau van voor de zomer al bereikt heb. Het komt er nu op aan om niet te overdrijven, voldoende rust in te bouwen en iets meer tijd te steken in andere vormen van sport dan lopen.

Phef 2015

Vandaag staan de jaarlijkse Phef’s (Physical Evaluations Fitness) op het programma. Deze testen worden dit jaar voor het eerst uitgevoerd, in vervanging van de gekende MTLG’s (Militaire testen voor Lichamelijke Geschiktheid. De aerobe test, zijnde 2400m lopen is niet veranderd.

core strength side bridge
core strength side bridge

De anaerobe proef daarentegen is totaal verschillend. In het verleden bestond de anaerobe proef uit een dynamische gedeelte, zijnde sit-ups en opdrukken. Dit jaar bestaat het anaeroob gedeelte uit een statisch gedeelte, meer bepaald de Left- and Right Sidebridge.

 

In de afgelopen maanden heb ik natuurlijk genoeg gelopen. Dit is nooit een effectieve training geweest voor deze test, maar het brengt natuurlijk wel de nodige conditie en efficiëntie bij om hier vlot te slagen. Voor de side bridge daarentegen, heb ik niet geoefend. In de maand mei heb ik het wel enkele keren geprobeerd en daarvan wist ik dat het niet eenvoudig is om deze houding lang genoeg te kunnen aanhouden. Bij de uitleg hoe de test zou afgenomen worden en zelfs tijdens de begeleide opwarming (ook een unicum) wordt duidelijk vermeld dat je hiervoor moet trainen. Ik besluit hieruit dat deze test NIET meet hoe fit je bent, maar enkel hoeveel je ervoor getraind hebt. Voor mij is het duidelijk: niet genoeg getraind, tenminste als je het maximum der punten als de referentie neemt!

Na deze anaerobe proef in zaal, gaan we naar buiten voor de loopproef. In het verleden werd deze proef afgenomen op de atletiekpiste van het sportkot in Heverlee. Dit jaar vindt deze proef plaats op betonbaan tussen de bomen. Eén rondje over deze omloop bedraagt 1200m, exact de halve afstand dus. Het is dus de bedoeling om deze zo snel mogelijk af te leggen. Om iedereen goed te begeleiden wordt de tussentijd na 400m individueel vermeld. Hiermee heb je onmiddellijk een idee hoe snel je vertrokken bent en kan je nog tijdig corrigeren.
Ik krijg de melding na 100m reeds dat ik te snel gestart ben. Het klopt wel, na 100m heb ik een tussentijd van 20s en dat is inderdaad een snelheid die ik niet kan volhouden. Ik houd me dus iets meer in. Op dat ogenblik heb ik niemand meer voor me en hoor ik zelfs niemand meer achter me. Daarvoor is mijn voorsprong op de tweede al iets te groot. Na 400m kom ik door op 1’28” en zelfs dat is voor mij toch wel snel. Dit is volledig te danken aan de snelle start van de eerste 100m. Bij mijn eerste passage, halfweg dus, kom ik door na 4’45”. Als ik dit tempo blijf lopen, betekent dit een eindtijd van 9’30” en dit ligt volledig in de lijn van mijn mogelijkheden. Hiermee ben ik wel tevreden, maar dat houdt wel in dat ik de huidige snelheid nog iets meer dan een kilometer moet volhouden.
De tweede ronde loopt gelijkaardig, met dat verschil dat het ook meteen de laatste is. Veel reserve moet je nu niet meer overhouden. Ik probeer de snelheid minstens zo te houden. Met een cadans van 172-175 passen per minuut zit ik zeker hoger dan normaal. Enkel mijn pas iets vergroten volstaat om de snelheid op te drijven. In de twee laatste bochten houd ik toch iets in, omdat de ondergrond vol ligt met wat zoal van bomen kan vallen: eikels, naalden, … Na twee kilometer kijk ik toch nog eens naar mijn horloge en zie een kilometertijd van 3’51”. Dat is effectief iets sneller dan de eerste kilometer. Het volstaat om dit tempo vol te houden tijdens de laatste 400m en eventueel nog wat te versnellen na de laatste bocht, wat nog lukt ook. Mijn eindtijd luidt: 9’13”. Als ik mij niet vergis is dat zelfs een halve minuut sneller dan vorig jaar.

Trainen wordt dus zeker beloond. Nu nog trainen voor de side bridges.

Movescount_logo     strava

 

 

Nuchtere ochtendloop op snelheid

Het weekend is alweer voorbij. Mede door de langere duurloop van zaterdag was het gisteren een zondag, rustdag. Er stond dan ook een familiefeestje op het programma. Voor velen was dit duidelijk geen rustdag. Op Strava heb ik sterke tot zeer sterke prestaties gezien van enkele dorpsgenoten. Zij hebben het mooie weer van deze zondag gebruikt om er een stevige training van te maken.

Vandaag heb ik een dagje verlof; niet dat het nodig is ten gevolge van het feestje, neen, het wordt een dagje sauna vandaag. Maar vooraleer naar het saunacomplex te vertrekken, ga ik toch eerst wat kilometers hardlopen. Ik vertrek samen met de kinderen naar school, zij met de fiets, ik op mijn loopschoenen. Toch zit ik met gemengde gevoelens, maar dan in positieve zin. Enerzijds zou ik deze nuchtere ochtendloop moeten gebruiken om rustig te lopen zodat mijn lichaam leert om vet te verbranden. Bovendien heb ik morgen mijn fysische evaluatietesten. Dit zijn dus al twee redenen om het rustig aan te doen. Anderzijds heb ik er zin in en wil ik toch ook wel op snelheid trainen. Het gevoel wint van de ratio en ik loop dus toch te snel.

Wetende dat ik met een bergaf start en dat er twee fietsers me op de hielen zitten, heb ik onmiddellijk het gevoel dat de snelheid er al goed in zit. Het hierboven vermelde denkproces begint weer. Ik houd mij dus toch wat in. Ik wil er zeker geen wedstrijd van maken en het is dan toch een omloop van 11K die moet afgelegd worden. De temperatuur van 8°C is eigenlijk ideaal om wat sneller te lopen. Té warm wordt het nu niet te rap, maar toch begint het zweet me al vrij vroeg uit te breken. Dit zal hoogstwaarschijnlijk te maken hebben met het feestje van gisteren. Tenminste, dat maak ik mezelf wijs.

Ik loop de eerste kilometers dus toch met de nodige reserve. Mijn hartslagmeter heb ik niet om, dus daar kan ik niet op rekenen; mijn gevoel is dit maal de enige rem. Deze snelheid wil ik zeker aanhouden en alleen daardoor versnel ik lichtjes. Dit proces van niet willen vertragen, doet me stelselmatig versnellen. Ik kijk ook enkel bij de afloop van elke kilometer kort naar mijn horloge. Telkens zie ik een kilometertijd die begint met een 4. Ik loop dus steeds onder de 5′ min/km. Ik zie zelfs tussentijden onder de 4’50”: ik ben dus goed op dreef. Op de terugweg naar huis, de laatste drie kilometer, loop ik toch wel in het rood. Ik voel me goed en ondanks ik morgen nog een test moet lopen van 2400m, blijf ik doorgeven.

Uiteindelijk kan ik over de deze elf kilometer blijven versnellen, met een voorlaatste kilometer van 4’31” en een laatste van zelfs 4’23”. Ik weet niet dat dit me ooit al eerder gelukt is, zonder het echt als doel te hebben.

Movescount_logo     strava


 

Halve marathon, lang geleden

Na twee dagen zonder intensieve training, is het vandaag tijd om er nog eens in te vliegen. Eergisteren heb ik enkel rustig een herstelloopje afgelegd en gisteren stond ik op een golfterrein om te leren kloppen tegen een balletje. Van dit laatste ging mijn hart niet veel sneller kloppen. Vandaag staat er een duurloop op het ongeschreven programma. Het weer is perfect, een mooie zon, een 16-tal graden en het heeft de laatste dagen bijna niet geregend, dus zullen de wegen er ook wel goed bijliggen.

In het weekend heb ik natuurlijk niet alleen mezelf waarmee ik rekening moeten houden. Niet dat dit tijdens de week wel het geval is, maar dan is er sowieso te weinig tijd. Nadat de kinderen wat voor de school gewerkt hebben, waar de hulp van hun papa toch wel bij vereist is, kunnen we gaan middageten. Daarna ben ik wel verplicht om mijn eten wat te laten zakken. Iets over 14u wordt het dan wel tijd om aan mijn looptocht te beginnen. Afgelopen week heeft een buurman een mooie 21K afgelegd en dat parcours zou dus een mooie referentie zijn om ook een een halve marathon-afstand te lopen. Het blijkt toch iets te moeilijk te zijn om op 1-2-3 van buiten te leren en ik wil het nu ook weer niet opslaan in mijn Suunto horloge, dus ik besluit om mijn gekend parcours via Pellenberg en Kessel-Lo te gebruiken. Als ik mij ter hoogte van het Heuvelhofpark, waar de Finse piste ligt, nog goed voel, kan ik daar een extra rondje doen (+1K) en hetzelfde geldt voor het provinciaal domein. Hier heb ik verschillende mogelijkheden, zodat ik zonder problemen daar kan blijven lopen tot ik aan 18K kom. Van daaruit is het nog drie kilometer om thuis te geraken.

Rond kwart over twee vertrek ik in zomerse kleren aan mijn duurloop van de week. Spijtig genoeg ben ik mijn hartslagmeter op het werk vergeten en moet deze langeafstandsloop dus zonder lopen. Hopelijk laat mijn gevoel me niet in de steek en heb ik voldoende reserve om de laatste kilometers ook nog met veel plezier af te leggen. De zon geeft toch voldoende warmte en de eerste kilometers blijft mijn snelheid dan toch onder de 11 km/u. Na enkele hellingen ben ik goed opgewarmd en draait de motor al wat soepeler, waardoor de snelheid rond en boven de 11 km/u ligt.

Er is in de rustige straatjes van Pellenberg weinig tot geen verkeer (daarom loop ik er ook) en heb dus niet al te veel afleiding. Gelukkig kan ik al genieten van het lopen zelf, anders zou het een saaie bedoening zijn. Zelfs ik het iets drukkere Kessel-Lo is het vandaag vrij rustig. Op de Finse piste kom ik natuurlijk enkele andere lopers tegen, maar veel heb je daar ook niet aan. Tegenwoordig loopt iedereen met luidsprekers in de oren. Toch blijf ik halsstarrig elke andere hardloper vriendelijk een goede dag zeggen en steek daarbij mijn hand op. Je kan het vergelijken met motorrijders die elkaar ook steevast een handje zwaaien. In het provinciaal domein is het met dit weer natuurlijk iets drukker en hier moet ik dan wel goed uitkijken en af en toe zelfs uitwijken om niet in botsing te komen. Op dit moment ligt mijn snelheid nog iets hoger, rond de 11,5 km/u.

Deze snelheid probeer ik dan ook vol te houden tot thuis. Ondanks de lichte helling van het Negenbunderpad, waar ik trouwens drie andere hardlopers kruis, houd ik de snelheid goed aan. Verder, langs de Nachtegalenlaan, ook licht stijgend, blijf ik dezelfde snelheid lopen. Toch wel moe, maar voldaan, druk ik mijn horloge af aan het begin van de Houwaartsebaan. Op dat ogenblik staat de teller op 21,8K, dus toch wel een doel bereikt: ng eens een halve marathon-afstand lopen. Deze helling loop ik heel rustig op, om toch wat cooling down te doen, wat niet altijd eenvoudig is als je juist op een helling woont.

Movescount_logo     strava


 

Initiatie golf

Vandaag wordt er niet gelopen. Toch staat er sport op het programma. Deze voormiddag wordt er gegolft.

Golf course Duisburg
Golf course Duisburg

Met enkele collega’s van het werk krijgen we vandaag een initiatie golf. Onder een mooi ochtendzonnetje, maar op nat gras, krijgen we de eerste instructies aangeboden. Het begint allemaal met een uitleg over de verschillende clubs, gaande van hout, stalen en kunststoffen, zoals grafiet. Zonder tegen een balletje geklopt te hebben, zijn de verschillen wel in te beelden, maar niet te toetsen aan de werkelijkheid. Het tweede verschil tussen de clubs is te vinden a.h.v. het nummer of de letter onderaan. Hiermee zie jet hot onderscheid tussen en vlakke baan, waar het balletje nog veel verder rolt, en een eerder hoge baan, waarmee preciezer kan geklopt worden omdat het balletje sneller stil ligt als het de grond raakt.

Het volgende is ‘de swing’. De beweging van de club en het lichaam om de eigenlijke slag uit te voeren. Alles begint met de juiste grip en met de juiste lichaamshouding. Om het verschil tussen de sterke en de minder sterke hand (links en rechts) te compenseren, moeten beide handen mekaar wat overlappen, tenminste de wijsvinger en de pink. Vervolgens is de lichaamshouding van belang. De club moet een grote zwaai uitvoeren, maar het lichaam voert de beweging mee uit. Bovendien bepaalt het lichaam ook de afstand met de grond waarop het balletje ligt en waardoor je dit perfect kunt raken. De eerste slagen bewijzen dat er toch oefening bij komt kijken. Bij de eerste slagen zie ik soms de graszode verder vliegen dan het balletje. Na enkele mislukte pogingen komt het er toch van dat mijn balletje in de juiste richting vrij ver weg vliegt. Hoe meer ik kracht wil zetten achter mijn slag, hoe moeilijker het is om de lichaamshouding goed te houden. Bij een rustige slag, en dus met een stabiel bovenlichaam, lukt het vrij goed. Het balletje vliegt dan toch een 50 m ver.

Het tweede gedeelte van deze eerste praktijkles zit hem in de ‘finish’, de afwerking van de swing. Je lichaam draait iets verder door, waardoor je rechterhiel omhoog komt en de club kan doordraaien tot achter je hoofd. Je gezicht komt daarmee in de richting waarin het balletje zou moeten vliegen, maar dit is nog niet bij elke slag het geval.

De initiatie beperkt zich tot het aanleren van de swing. Volgende lessen houden nog in om na de lange slagen, korter bij de vlag te komen, het eigenlijke ‘putten’ en hoe je uit de bunker moet geraken. Pas als je dit alles onder de knie hebt en een deftig parcours kunt afleggen, kan je proberen het brevet te halen dat je toelating geeft om op de eigenlijk golf course te golfen, zonder te veel de anderen te hinderen. Beschouw als een rijbewijs eer je op de weg mag rijden. Na de eerste initiatieles begrijp ik maar al te goed dat je niet zomaar de green op kunt, zonder enige kennis van zaken en zonder enige ervaring waardoor je de anderen niet ophoudt.

Veel golfplezier!!