Met één dagje vertraging toch de week opnieuw sportief ingezet. Gisteren, maandag, waren er verscheidene redenen waarom ik niet gelopen heb, maar vandaag is geen enkel excuus goed genoeg.
Het regent al de volledige voormiddag, maar toch gebruik ik mijn lunchpauze om wat te lopen. De temperatuur bedraagt 16°C en er is niet te veel wind, ideaal dus. Vandaag zijn er geen collega’s die me vergezellen en dus moet ik op mezelf letten. In het verleden is vaak gebleken dat ik telkens veel te snel loop als ik alleen ben. Afgelopen week was het opnieuw het geval. Het wordt dus opletten en de hartslagmeter regelmatig controleren.
Na enkele honderden meters is het een vrij stevige bergaf (op het einde is dit een steile klim) en als ik beneden kom, zie ik al 140 hs/min staan. Om deze waarde zo snel te zien staan, moet ik mij al vrij vroeg inhouden, anders zal ik heel snel een te hoge hartslag hebben. Bij het uitkomen van de tunnel zit ik boven de 150 hs/min en moet het afremproces beginnen. Ik wil vermijden om boven deze waarde te lopen en dus moet ik rustiger, trager lopen.
De rest van de afstand blijft het flirten met de grens van 150 hs/min en door me in te houden lukt het me toch om eronder te blijven. Het is enkel bij het terugkeren in het stadscentrum en de Karmelietenberg, waarvan hiervoor al sprake, dat mijn hart veel sneller dan 150 keer per minuut moet pompen. Om binnen enkele weken langere duurlopen aan te vatten, zal ik toch moeten leren om nog trager te lopen, ook als ik alleen ben.