Zaterdag had nog eens een klein hoogte punt moeten worden. Het slechte weer was één spelbreker, maar mijn ziekte was een veel grotere hindernis. Ik voelde me zo slecht dat ik zelfs de opwarming van de kinderen niet kon meelopen. Toch hebben Tibo én Tobi gezorgd voor het hoogtepunt van de dag door de gietende regen en snijdende wind te trotseren zonder één gemor. Daarenboven hebben ze echt hun best gedaan en een tijd neergezet waar veel volwassenen jaloers op zijn.
Intussen zijn we bijna een week verder en ik heb nog steeds geen meter gelopen. Deze week, vier weken voor de marathon, had de intensiefste trainingsweek moeten zijn. Het tegenovergestelde is de waarheid geworden. Van vrijdag tot vrijdag heb ik geen meter gelopen. Vandaag voel ik mij de eerste dag niet meer té ziek en zou ik toch nog eens de loopkleren moeten aantrekken. De hele dag ben ik op bezoek in Bastogne (Bastogne Barracks) en moet dus wachten tot ‘s avonds.
Rond 18u kan ik eindelijk aan mijn eerste loop sinds een week beginnen. Het is alles behalve lente en mede door het ziektegevoel kleed ik me helemaal winters. Eén van mijn warmste loopshirts met daarboven een fluo windvestje zorgen ervoor dat ik zeker geen koud krijg. De training van de Tibo en Tobi is al volop aan de gang. Veel tijd heb ik dus niet meer. Ook al omdat de laatste trainng al een tijdje geleden is, wil ik er vandaag een lap op geven. Gelukkig vertrek ik met een beraf en heb ik dus heel snel een mooi tempo in de benen. Koud krijgen wil ik niet en ik houd er dus van in het begin de iets hogere snelheid in. Na een kwartier al goed doorlopen, sneller dan mijn marathontempo, probeer ik minstens deze snelheid aan te houden en zelfs nog wat op te drijven. Dan voel je toch al vrij goed dat de conditie niet echt goed meer is. Na 7km ben ik echt wel moe en heb ik meer dan voldoende gezweet. Nu is het tijd om iets te drinken in de kantine van VK Linden.