Afgelopen zondag, 18 juni, liep ik in helse temperaturen een marathon. Enkele dagen rust zijn dan een vereiste, maar wanneer begin je terug met lopen en trainen?
Op maandag en dinsdag is het heel duidelijk en vertellen je beenspieren je dat je er zelfs niet moet aan denken om nog maar naar die loopschoenen te kijken. Voorzichtig wandelen is het enige wat ze je gunnen en dan liefst zonder trappen. Te lang zitten is ook niet aangewezen, want als de benen terug in actie moeten komen, laten ze opnieuw van zich horen, voelen dus.
Op woensdag is het het hoofd dat het terug voor het zeggen heeft. De benen zijn deels hersteld en werken terug mee. Uit eigen ervaring en (vooral) uit ervaring van vele marathonlopers weet ik dat in de weken na een marathon de kans op blessures het grootst is, tenminste als je in voorbereiding op de marathon al niet te veel gegeven hebt. Op dit moment ken ik enkele goede (beter als ik) marathonlopers die met één of meerdere blessures (overbelasting, …) zitten. Dit wil ik ten allen tijden vermijden. Eén zomer niet kunnen/mogen lopen is meer dan voldoende.
Op vrijdag voel ik me helemaal klaar om opnieuw aan te sluiten met de brokkenlopers van DCLA voor de wekelijkse duurloop. Het is nog steeds vrij warm en als eerste duurloop wil ik het toch wel relatief rustig houden. Rond 18.15u vertrekken we vanaf de DCLA atletiekpiste voor de traditionele zomertoer. Het voorstel om een alternatieve omloop te lopen zag ik niet zitten. Met dit weer verkies ik de schaduwrijke zomertoer en bovendien kan ik deze door de parcourskennis ook alleen lopen (als ik de rol moet lossen).
De eerste kilometer wordt er links en rechts nog heel wat gebabbeld, maar dan begint toch al vrij snel het serieuze werk. Ik laat me wat uitzakken en zal me laten inlopen door Jeroen. Eénmaal in het bos loopt Yves nog steeds net voor me uit. Als hij ook rustig blijf lopen, kan ik ook bij hem blijven. Foute keuze. Zijn rustig tempo ligt nog steeds iets te hoog voor mij. Kilometertijden onder de 4’30” is niet echt wat ik vooraf gepland had. Niet veel later komen we Simon tegen en zelfs die twee lopen rustig, misschien zelfs babbelend, een te hoog tempo. Jeroen en Rütger zijn intussen iets te ver achter en dus loop ik maar mijn eigen tempo, maar nog steeds met de bedoeling om bij Yves en Simon te komen. De achterstand wordt niets kleiner, integendeel. Ik blijf een 100m achter hen aan hollen. Ik loop al relatief intensief (>160 hs/min) en wil zeker niets forceren. Vertragen doe ik dan ook weer niet.
Uiteindelijk blijf ik een goede 100-150m achter hen. Wat voor hen een relatief rustige duurloop is, werd voor mij een stevige tempoloop. Ik verbeter zelfs mijn besttijd op deze omloop, volgens Strava. Dit was vandaag zeker niet de bedoeling. De komende dagen moet ik zeker opletten dat de rechter hamstring hiervan geen last ondervindt. Dit blijft, naast de krampen in de kuiten, mijn gevoeligste spier. Wat overbelasting betreft!!
Gelukkig voel ik op zaterdag geen last van de te snelle duurloop. Op zondag duurt het tot in de late namiddag eer ik aan mijn weekendduurloop kan beginnen. Door de sterke wind en de hoge temperatuur lukt het weer niet om met een lagere hartslag te lopen. In het begin, met rugwind is het echt te warm en na de zware hellingen richting Pellenberg zorgt de tegenwind ervoor dat de hartslag iets te hoog blijft.
Toch blijft de koelende tegenwind voordeliger dan de te warme rugwind.