Na de intensieve VijverRun van afgelopen zondag start ik met mijn drie weken taperen. Dit is de periode net voor de marathon om het lichaam de noodzakelijke rust te geven en moet zorgen voor de overcompensatie op de dag van de wedstrijd. Toch mag er in die periode niet stilgezeten worden. De training wordt enkel stilaan afgebouwd. Vandaag loop ik tijdens mijn middagpauze en dit keer zonder collega’s.
Ik ben dus vrij om te doen wat ik wil en gezien dat er op woensdag een intervaltraining gepland is, wil ik mij vandaag niet te zwaar inspannen, maar zeker ook niet treuzelen. Ik kies dus voor het parcours dat ik al eerder liep. Dit betekent dat ik een klein uurtje zal lopen marathontempo, met een hartslag die liefst niet boven de 150 hs/min uitkomt.
De eerste kilometers lukt dit aardig. Ondanks de vele andere lopers, blijf ik rustig lopen aan een snelheid van 12,6 km/u. De hartslag blijft ruimschoots onder de 150 hs/min. De helling langs de E40 richting de Hazenfonteinstraat gooit de eerste keer roet in het eten. De weg langs de spoorweg zelf blijf ik ook het stevige tempo vasthouden.
Als ik op de Herendreef terug richting Heverlee loop, begin ik iets sneller te lopen. Het eerste stuk is dalend en dat helpt natuurlijk. Verder, over de domeinen van de KULeuven, probeer ik de snelheid boven de 13km/u te houden zonder noemenswaardige verhoging van de hartslag.
Uiteindelijk loop ik de 11,7 km aan een gemiddelde snelheid van 12,7 km/u aan een gemiddelde hartslag van 148 hs/min. Als ik dit op 10 april in Rotterdam ook zou kunnen, …