Categorie archieven: Duurloop

Rustige week, van moeten?

Van een rustige week gesproken. Ook al voel ik links en rechts wel iets, toch is het niet echt uit schrik van een blessure dat ik minder loop.

Midden deze week stond er een halve marathon op het programma en hierdoor moest ik dus passen voor mijn midweekse intervaltraining. Hiervoor had ik twee dagen rust genomen, ook al omdat mijn benen niet echt fris aanvoelden. Op woensdag voelden ze wel normaal aan waardoor de halve marathon wel liep zoals gepland, met een PR tot gevolg. Na de marathon maakte ik de fout door geen cooling down te doen en de benen hadden het echt wel nodig.

Daags nadien voelden de benen wel opnieuw ok, maar voel ik toch enkele kleine pijntjes. Voorlopig zeker niets om mij zorgen over te maken. Op vrijdagavond moest ik opnieuw passen voor de training wegens oudercontact in de school van de kids. Overdag lopen op het werk lukte ook al niet. Zaterdag zou een oplossing geweest zijn, ware het niet dat het gezinsleven mij dit verhinderde.

Gelukkig lukte het zondag wel. Op zondag, net na de middag, kon ik wel tijd vrijmaken om mijn duurloop af te werken. De pijntjes waarvan sprake waren voor de start nog wel voelbaar, maar tijdens het lopen verdwenen ze als sneeuw voor de zon. Het goede weer van de afgelopen weken is enkel nog een herinnering, maar toch komt de zon nog steeds vanachter de wolken. Het probleem van de kledijkeuze begint dus ook weer. Ik vertrek toch met korte short, maar met twee T-shirts: eentje met korte en daarboven eentje met lange mouwen.

Het eerste deel voel ik weinig wind, maar zie aan het gras en de bomen dat deze toch aanwezig is, maar van rechts in mijn rug blaast. Door de zon en door de afwezigheid van luchtkoeling lijkt het alsof het zomer is. Toch houd ik mijn dubbele t-shirt aan. Niet veel verder draai ik in de tegenovergestelde richting en zal ik deze waarschijnlijk nodig hebben.

Na 7k draai ik links en loop vanaf hier een 10-tal km in westelijke richting, recht tegen de wind in. En of ik het verschil voel. Het zijn niet alleen de lichte hellingen die me doen vertragen. De zon houdt me hier niet voldoende opgewarmd en dus moet mijn lichaam voor extra warmte zorgen. Het tempo houden is alles wat ik nu nog doe. De hartslag blijft dan niet meer onder de 140 hs/min.

Na 17k wordt het zelfs niet meer evident om deze onder de 150 hs/min te houden. Het wordt dus toch meer dan een rustig duurloopje. Toch gaat de hartslag minder de hoogte in dan vorige week. Er is dan toch wel een verbetering merkbaar. Vorige week had ik waarschijnlijk wel veel te weinig gegeten om 22K te lopen. Vandaag maar een beetje te weinig.

Toch wil ik deze duurlopen in het weekend blijven doen, maar dan liefst met een lagere hartslag, zonder in snelheid te moeten toegeven. Er moet nog veel aan de basis gewerkt worden, dat is zeker.

Duurloop vandaag (22/10):   

zelfde duurloop op 15/10:   

 

Lange duurloop op vrijdagmiddag

Na de min of meer tegenvallende intervaltraining van afgelopen woensdag en een rustdag, wil ik vandaag aan de basis werken met een lange rustige duurloop.

Het parcours ligt vast, de afstand niet. Om te starten loop ik naar Heverleebos en maak daar mijn vierkant rondje langs de Langen-daalstraat die langs het militair domein loopt. Het is al vrij warm en dus zal lopen met lage hartslag nog iets moeilijker worden.

Tot aan de eerste beklimming van de “Poggio” lukt het vrij goed om de hartslag onder de 140 hs/min te houden. Op de helling zelf let ik natuurlijk niet op de hartslag, maar probeer er wel goed ademend en zonder diep te gaan te blijven lopen. De maximale hartslag bedraagt 163 hs/min en dat valt al bij al nog wel mee.

Na deze beklimming is het de bedoeling om verder te lopen in rustige modus, maar toch liggen zowel de snelheid als de hartslag iets hoger. Het wordt dus opnieuw concentreren om in dat rustige langeduur-tempo te blijven lopen. Intussen rijst de idee om er niet één maar twee extra rondje bij te voegen. Op het knooppunt 76 draai ik dus niet linksaf richting E40, maar begin aan een tweede rondje. Hiervoor kies ik het smallere weggetje langs een kabbelend beekje. De weg ligt er vrij goed beloopbaar bij.

De tweede beklimming gebeurt vanuit een zijweggetje maar verloopt analoog en zelfs met exact dezelfde maximale hartslag van 163 hs/min. Dan begint het twijfelen. Ga ik er nog een rondje van 5K aan toevoegen of keer ik terug richting Leuven. Een duurloop van 25K op vrijdagmiddag, bij dit weer, is toch al helemaal niet slecht.

Toch kies ik ervoor om er dat extra rondje nog bij te doen. Dit keer loop ik langs de volledig rechte Nieuwendreef. Bij de derde beklimming van Poggio deel 2 loop ik zelfs nog iets sneller met een iets minder hoge gemiddelde hartslag, maar opnieuw met exact dezelfde piek van 163 hs/min.

Intussen ligt de hartslag veel hoger en krijg ik hem niet meer onder de 150 hs/min. Is dit dan toch het rondje te veel? Ben ik nu bezig met spierafbraak. Het is duidelijk dat 30km lopen zonder herbevoorrading en zonder defit te drinken vooraf, geen goed idee is. Wanneer zal ik het ooit leren?

 

        

Een weekje routine, met lange interval

De marathon is nog ver, maar toch zijn alle schema’s al gestart. Ik houd me voorlopig nog aan mijn traditioneel weekschema.

Na de wedstrijd van zondag in Glabbeek neem ik op maandag toch complete rust. Het is misschien dit keer niet echt nodig, maar de hamstring blijft voelbaar en ik wil in de eerste plaats blessurevrij blijven. Ik ben duidelijk geen 20 meer.

Op dinsdag moet er dan natuurlijk wel gelopen worden. Ondanks de rustdag van gisteren, ga ik vandaag ook niet voluit. Morgen staat er immers een intervaltraining op het programma. Mijn vertrouwde omloop “Sequoia” is toch iets te weinig en dus moet ik wat improviseren. Veel improvisatie komt er toch niet aan te pas; ik vertrek langs dezelfde weg en loop verder, onder de E40, tot aan The Shelter in Korbeek-Dijle. Zonder veel afwisseling keer ik langs dezelfde weg terug naar mijn startplaats. Dit wordt dan een looptochtje van 14,5K en dat aan een relatief rustig tempo.

Ter hoogte van km 4 haal ik iemand in en blijf dan naast hem lopen. Hij draagt oortjes en dit betekent voor mij dat hij geen gesprek wilt aanknopen. Ik zeg dan ook niks. Het duurt zelfs echt lang eer hij doorheeft dat er iemand langs hem loopt. Nadat hij het dan toch doorheeft, blijven de oortjes zitten en lopen we muisstil naast elkaar gedurende meer dan 10 minuten. Aan de tweede bunker, op km 6.5, draait hij terug. Dit keer volg ik hem niet en loop volgens mijn strikte planning tot aan het einde van dit pad (Stationsstraat) om daar 180° te draaien. Op de terugweg is er niemand meer om langs te lopen en houd ik tempo (4’45″/km) stabiel.

        

Op woensdag staat er, traditiegetrouw, een intervaltraining op het programma. Dit keer wordt het geen moeilijk schema, ook al had Jeroen ons een mooi alternatief voorgesteld, met progressieve snelheidsopbouw. Ik houd het bij de eenvoudige rechttoe-rechtaan vijverrondjes. Als snelheid kies ik voor 22″/100m. Ik zou misschien iets sneller moeten kunnen, maar ik denk dat ik al blij mag zijn als ik dit vandaag kan volhouden. Spijtig genoeg ben ik de enige die hiervoor kies en dus bepaal ik zelf het tempo. De eerste vijverronde leg ik af in 5′ rond en blijf dus echt goed in de buurt van de vooropgestelde 22.

Na een recuperatie van 600m (3′) begin ik aan mijn tweede ronde. Het begint al direct zwaarder te worden. Ondanks de relatief lange recuperatie voel ik dat dit niet de eerste is. Ik probeer de snelheid op mijn niveau te houden en klok deze ronde af na 5’03”. Net iets trager. Toch maar vol goede moed en met de nodige motivatie aan de volgende ronde beginnen, resultaat 4’57”. Opnieuw iets sneller, maar de hartslag heeft wel de grens van de 180 hs/min bereikt. De verzuring is hiermee ontegensprekelijk ingezet, zonder lactaattest om dit aan te tonen. De recuperatie rond de kleine vijver moet voor de nodige herstelling zorgen.

We zijn sowieso al half, maar de volgende ronden moeten nog gelopen worden. Bij de vierde moet ik weer vrij diep gaan om deze te kunnen afleggen in 5′. De vijfde ronde loop ik opnieuw tegen de limiet aan om net boven de 5′ uit te komen (5’03”). Ik pas voor een zesde ronde omdat ik vrees dat dit er eentje te veel gaat worden.

        

Week tussen twee wedstrjden

Afgelopen zondag liep ik in Lubbeek een wedstrijd van 14K en komende zondag sta ik opnieuw aan de start van een stratenloop, dit keer een 10K in Glabbeek.

Tijdens de wedstrijd viel de last aan de hamstring nog redelijk mee waardoor ik me niet onmiddellijk zorgen maak. Tijdens de trainingen deze week blijven ze toch parten spelen. Na een rustdag op maandag, loop ik dinsdag een rustig Sequoia-rondje. Zelfs bij het rustig lopen blijft de lichte blessure voelbaar.

        

Op woensdag skip ik daardoor de intervaltraining.

Echt nietsdoen is ook geen oplossing en daarom kies ik ervoor om op donderdag opnieuw een langere duurloop (21K) te doen door heverleebos. Zoals verwacht is het lopen geen probleem, maar ben ik er nog steeds niet gerust in.

        

Door enkele ander activiteiten op vrijdagavond en zaterdag wordt er niet meer gelopen, maar ook niet echt gerust. Deze avonden lig ik dan ook veel te laat in mijn bed. Niet echt sportman-minded. Gelukkig kan ik mij dat permitteren; ik loop trouwens sowieso enkel voor eigen rekening.

Hopelijk lukt het me om op zondag een degelijke wedstrijd te lopen. Ik loop er in de kleuren van DCLA en kan dus niet te veel afgaan.

 

Enkele duurloopjes voor het serieuze werk

Blessurepreventie is het actuele thema. Vele lopers blijken net na een marathon de meeste kans op blessures te hebben. Ik voel mijn hamstring steeds en moet dus blijven opletten.

Net zoals in 2015 blijk ik ook in 2017 last te hebben van een gevoelige rechter hamstring. Deze kwaal achtervolgt me al sinds ik ben beginnen hardlopen. Extra oefeningen ter versterking zullen toch nodig zijn. Trouwens core stability over het algemeen is een vereiste. Het bewijs werd afgelopen dinsdag geleverd. In het komende weekend staat de tweede manche van het criterium ‘Marathon van Lubbeek‘ op de agenda en hier heb ik toch wel een prioriteit van gemaakt.

Gisteren heb ik mijn gedeelte ‘snelheid’ al gehad en daarom ruil ik de DCLA-woensdag training in voor een duurloop op het parcours van zondag. Op die manier spaar ik toch wel de gevoelige hamstring en verken ik het uitdagende (lees: zware) parcours van de SMS-loop in Lubbeek. Er staat een stevige wind en zonder echt bewust intensief te lopen, blijk ik toch een vrij hoge hartslag te hebben. Al bij al wordt het dus toch een vrij stevige duurloop. Dit was niet echt wat ik had moeten doen. Ondanks de lichte pijn ben ik wel blij het parcours verkend te hebben.

        

Gezien de lichte pijn van woensdag, ben ik op vrijdag des te meer overtuigd om het rustig aan te doen. Het is dan ook de bedoeling om niet sneller te lopen dan het tempo van Jeroen. Maar, deze vrijdag zijn er slechts drie andere brokkenlopers en deze volgen, is geen goed idee. Het zal dan maar een zomertoer worden op mijn eentje.

Na enkele minuten haal ik Marijke en Lieven (van de groep van Miel) in en dus besluit maar om bij hen te blijven. Dit tempo zou ik toch wel pijnloos moeten aankunnen. Het wordt dan toch een rustige duurloop en dan nog wel eentje met een leuke babbel. Iets over halfweg loopt Marijke een andere weg in en lopen Lieven en ik de zomertoer verder. Deze tweede helft lopen we iets intensiever en ondanks het tempo zeker niet hoog ligt, blijkt de hamstring toch iets meer voelbaar. Het baart me toch wel wat zorgen voor zondag.

        

 


 

Rustige duurlopen, afgewisseld met wat snelheid

Op minder dan drie weken voor een marathon zou er moeten ‘getaperd’ worden. Door de 20km van Brussel van afgelopen zondag, wil ik deze week toch nog wel enkele duurlopen doen en ook wat snelheid.

Zonder echt opgebouwd te hebben naar de marathon van zondag 18 juni (Great Breweries Marathon) neem ik er de laatste drie weken toch opnieuw het schema bij dat ik gebruikte voor de marathon van Parijs. Hierin staan zowel intervaltrainingen als langere duurlopen in deze derde laatste week. Woensdag heb ik toch gekozen voor iets kortere intervallen (7 x 1000m). Daags nadien heb ik me beperkt tot een kortere recuperatieloop met enkele collega’s: Sequoia-ronde: 9K @ 11 km/u, 126 hs/min.

        

Op vrijdag staat er steeds een duurloop met de ‘brokkenlopers’ gepland, maar dit keer vertrek ik iets later en maak er een lange intervalloop van. Na de opwarming een 4K relatief snel. Door de hellingen richting Pellenberg wordt dit al een vrij intensief stuk. Net op het moment dat ik begin te versnellen, stopt de horloge met opmeten. Bij de volgende kilometeraanduiding kijk ik niet, maar dit blijkt net de herstart van de horloge te zijn. Eer ik het doorheb, is er al een zekere afstand gelopen, net een snel stuk.

Er zit dus niets anders op dan te wachten tot de horloge opnieuw het GPS-signaal heeft. Ik veronderstel dat ik al één km ‘snel’ gelopen heb en begin dus opnieuw met 3K intensief. Hierna geef ik mezelf 1K rust om dan opnieuw te versnellen, dit keer 3K. De snelheid van 15km/u of 4’00 min/km blijkt haalbaar. De laatste gaat zelfs nog wat sneller, maar hier word ik meer dan geholpen door het reliëf.

Hierna is het de bedoeling om na 1K rust nog een snelle 2K te lopen, maar net na 500m begin ik aan de Zavelstraat en het lijkt vandaag een geschikt moment om deze nog eens zo snel mogelijk te doen, maar dan wel zonder stil te vallen op het einde en de 2K vol te maken. Mede dankzij de afdaling is de hartslag al gezakt naar 142 hs/min en begin ik vroeger dan gepland aan mijn laatste versnelling van 2K. De Zavelstraat zelf (4’11” of 1150m @3’40” min/km) leg ik 9″ sec sneller af dan mijn vorige PR. Dit keer moet ik de hogere snelheid nog 800m langer volhouden, weliswaar maar aan 15km/u.

Hierna is het nog 1,5K verder (uit)lopen en mag ik, ondanks de haperende horloge, tevreden terugkijken naar deze training.

        

Dit weekend moet er een LSD (lang, langzaam) gelopen worden. Op zaterdag en maandag lukt dit alvast niet, zondag zal dus geen complete rustdag worden.