Op woensdag staat er steevast een intervaltraining op het programma. Zelfs na de zware trainingen van de afgelopen dagen, ga ik met plezier naar deze intensieve looptraining.
De benen voelen nog steeds zwaar aan, maar toch kijk ik uit naar de training. Zoals steeds worden we tijdig op de hoogte gebracht van wat ons te wachten staat via de site van de Brokkenlopers. Vandaag staat ons onderstaand schema te wachten.
Deze keer gaan we eens iets nieuws doen: ingedeelde 1.200m-intervallen. De eerste 400m aan 800m-tempo, dan 400m “rollen” (2″/100m trager dan 800m-tempo) en dan terug 400m aan 800m-tempo, gevolgd door 400m recuperatie. Anders gezegd: 4 à 6x (400-400-400-400R) met de niet-onderstreepte 400 aan 800m-tempo en de onderstreepte 400 aan 2″/100m trager
Door de zware benen doe ik al een pré-opwarming (4’45” min/km) op de piste. Na 3 rondjes is het bijna tijd en moet ik, samen met de anderen, vertrekken voor de eigenlijke opwarmingsronde. Deze 5,2K wordt gemiddeld gelopen aan 4’30” min/km, gaande van 5′ min/km voor de eerste km tot een 4′ min/km voor de laatste km. Intusen is het beginnen regenen, maar toch heb ik het meer dan warm genoeg en leg mijn vestje aan de kant.
Bij de groepindeling blijk ik de enige te zijn waarvan het 800m-tempo 22″/100m bedraagt. Om toch met een groepje mee te kunnen gaan, sluit ik mij aan bij de iets snellere groep. Ik weet dat ik 1″ per 100 mag prijsgeven. Op 400m komt dit neer op bijna 20m. Toch blijft het voor mij de bedoeling om minder prijs te moeten geven en dit zonder de training vroegtijdig te moeten afhaken. Het wordt in ieder geval een zwaardere training en dit net tijdens mijn rustweek.
Na een week van meer dan 100K beschouw ik deze week als een rustweek. Toch heb ik gisteren mijn duurloop iets te snel afgelegd en zal het vandaag ook snel gaan. Vrijdag staat er opnieuw een Brokkenloper-duurloop op het programma en dat zal ook allesbehalve rustig verlopen. Het wordt met andere woorden een week met minder kilometers, maar wel eentje met vooral snelle kilometers en dat is dan tegen alle regels in.
Genoeg gebabbeld, de intervaltraining moet gelopen worden. Na twee rondjes met korte versnellingen volgt onmiddellijk de eerste snelle 400m (1’24”). Hierna mag een 400m gelopen worden die een klein beetje trager verloopt (1’32”). Tijdens deze 400m gaat de hartslag niet verder stijgen, maar zakt hij ook bijna niets. De volgende 400m moet dan opnieuw sneller gelopen worden. Met een hartslag van 174 hs/min na de eerste 1200m zit ik duidelijk aan mijn limiet. Na de 400m recuperatie is deze hartslag toch opnieuw gezakt tot 143 hs/min en zou ik klaar moeten zijn voor de volgende gesplitste 1200m.
De tweede 1200m blijft heel zwaar. Ik moet de groep (21″) net ietsje lossen bij de eerste 400m in 1’24”. Bij de volgende 400m blijf ik ‘hangen’ en bij de laatste 400m (1’24”) moet ik opnieuw enkele meter prijsgeven. Toch blijf ik onder mijn vooropgestelde 22″. Tijdens de 400m recuperatie zakt mijn hartslag opnieuw van 175 naar 142 hs/min. Op dat vlak zit het dus nog goed. Toch wordt het steeds zwaarder om de snelle stukken te volgen en dit mede door de nadelige wind in de laatste bocht.
Nog twee keer moet er een 1200m gelopen worden. De derde verloopt perfect analoog aan de tweede, ondanks er een andere persoon het tempo aangeeft. Toch heb ik het gevoel dat het iets sneller gaat. De cijfers bewijzen het. Ik loop 1’24”-1’30”-1’24”. En ja, opnieuw moest ik de rol net lossen. De vierde keer loop ik 1’24”-1’31”-1’25”. Het zou de laatste kunnen zijn. Iedereen loopt nog verder en daarom besluit ik om er nog eentje bij te doen en hier ga ik het dan zeker bij houden, ook al lopen zij nog een zesde.
De vijfde moet echt de laatste worden. Ik moet echt alles uit de kast halen om het ritme van de vorige te houden. Een zesde zal waarschijnlijk niet meer haalbaar zijn en ik loop dan liever één minder dan één te veel (te traag).
Na de vijfde ben ik echt blij dat ik nu volledig mag recupereren. Ik heb echt wel behoefte aan enkele kilometers uitlopen.