Na enkele nieuwjaarsbrieven én voor de volgende nieuwjaarsbrieven, maak ik even tijd om wat te lopen. Het stilzitten van de afgelopen dagen moet van me afgelopen worden.
Het nieuwe jaar is nog geen volledige dag oud en tussen twee familie’feesten’ in, maak ik wat tijd vrij om te gaan lopen. Het wordt een avondloop, want op deze dagen is het veel te vlug donker. Het is nog niet volledig donker wanneer ik vertrek, maar lang zal het niet meer duren. In volle ornaat en met de nodige verlichting vertrek voor een nog onbekende toer.
Zonder te overdrijven ligt de snelheid toch al snel boven de 13 km/u en zal er niet meer onder komen. Het wordt dus eerder een tempoloop dan een duurloop. Het eerste goede voornemen van het jaar ligt al aan diggelen. Ik wil mijn duurlopen trager doen.
Om geen overbelasting te veroorzaken, wil ik mijn duurlopen veel trager afleggen. Het is heel duidelijk dat de snelle duurlopen de grootste oorzaken zijn van sportblessures. Ik ken intussen mijn zwakke punten, zowel aan mijn lichaam als in mijn hoofd. Luisteren is nooit mijn sterkste kant geweest, zelfs niet naar mezelf. Toch moet ik rekening houden met mijn zwakke plekken, zijnde rechter hamstring en knieën (patellapees).
Om mijn twee snelheidstrainingen per week (interval en tempo) te kunnen uitvoeren, moeten alle andere trainingen zo weinig mogelijk belastend zijn. Langzaam lopen is en blijft dus de boodschap.
Het zal voor een andere keer zijn. Vandaag is het toch al te laat en dus doe ik er de tweede helft nog een schepje bovenop. In plaats van in te korten om tijdig terug thuis te zijn, loop ik verder en dus wat sneller. Het worden dan ook bijna 17km op dat uur en een kwart.
Het heeft toch deugd gedaan. Na de douche volgen er opnieuw bubbels en wat hapjes en het gaat me smaken!