De wonden na de val van afgelopen zondag zijn intussen redelijk in orde, maar deze aan de enkel blijft echt wel pijnlijk en zorgt voor een onaangenaam gevoel bij het lopen. Toch probeer ik mee te trainen.
Echt goed loopt het niet en dus vertrek ik met de groep van Miel. Ik ben echt van plan om het rustig aan te doen. Bij de opwarming, een loopje naar het provinciaal domein, worden we ingehaald door de groep van Jeroen en na een kort gesprekje, sluit ik me toch aan bij de training van de brokkenlopers.
Op het programma staat een kortere intervaltraining: 800m. Een ronde van de grote vijver bedraagt 1360m waardoor we wel genoodzaakt zijn om een de resterende 560m te gebruiken als rust-loopje. Met een tempo van ongeveer 23″/100m lopen we met een klein groepje o.l.v. Jeroen. Hij kan echt lopen als een klok. Door de drukte is het soms moeilijk om echt een constant tempo te lopen, maar ik doe mijn best om en zijn buurt te blijven.
De volgende rondjes worden quasi analoog afgelegd. Vanaf het vijfde rondje loop ik alleen. Ik probeer om het tempo even constant te houden, maar vooral even hoog te houden. Het blijft me redelijk lukken om de 800m rond de 3′ min af te leggen. Na het zesde rondje zou ik al kunnen stoppen, maar ik ga er toch nog eentje bijdoen. Dit keer ga ik proberen om de volledige ronde aan deze snelheid uit te lopen. Zonder hartslagmeter voel ik toch dat ik in het rood aan ‘t lopen ben. Toch houd ik de snelheid een volledige ronde ongeveer even hoog.
Ondanks de pijnlijke wonden is het me toch gelukt om een deftige training neer te zetten. Het doet dan ook echt deugd.