Deze vrijdag is toch wel iets anders dan de andere vrijdagen. Niet dat er deze week niet gelopen wordt, integendeel. Het is wedstrijddag. De laatste weken loop ik mijn wekelijkse duurloop samen met de brokkenlopers en dit is telkens al heel intensief geweest; het is dus eigenlijk een wedstrijdsimulatie. Vandaag een wedstrijd lopen op ongeveer hetzelfde uur, zou geen probleem mogen zijn.
Om 17.45u vertrekken we samen met de kids naar Waanrode, deelgemeente van Kortenaken. Hier organiseren de vrienden van DCLA Halen de jaarlijkse tweedorpenloop. Er is voor elk wat wils. Tibo en Tobi kiezen hier beide voor de 5K. Dit zijn twee rondjes van elk 2,5km. Spijtig genoeg kan ik hier niet naar blijven kijken.
Gezien het een twee-dorpenloop is, worden de lopers eerst met bussen naar het andere dorp gebracht: Glabbeek. De wedstrijd is een loop van iets meer dan 10K, gaande via kleine wegen, van de sporthal van Glabbeek naar de sporthal van Waanrode. De voornaamste richting is naar het noorden. Spijtig genoeg komt de wind uit het noordoosten en zal deze de wedstrijd iets zwaarder maken, om nog maar te zwijgen van het glooiend landschap.
Zoals een echte atleet, begin ik tijdig aan mijn opwarming. Een vlug geïmproviseerd plaatselijk rondje zal hiervoor gebruikt worden. Ik ben hier duidelijk de enige niet. Tijdens dit kort loopje (2,5km) doe ik een aantal versnellingen, zodat de hartslag regelmatig wat hoger komt en het lichaam en spieren goed opgewarmd zijn. Het zweet heeft zijn weg naar buiten al goed gevonden. Er blijft nog net genoeg tijd over om vlug wat te verfrissen en een beetje water te drinken.
Na het verrassende fluitsignaal beginnen we aan de loopwedstrijd. Na minder dan 300m bedraagt mijn hartslag al meer dan 160 hs/min. Het wordt dus opletten om niet te vlug van stapel te lopen en me te pletter te lopen. Ben, ook een brokkenloper, loopt iets voor me en hem probeer ik toch niet te ver vooruit te laten lopen. Ik zou zelfs graag voor hem eindigen. Na één kilometer bedraagt mijn tussentijd 4’10” en dat op een licht stijgende weg. Als dat maar niet te snel is?
Ik probeer de inspanning op dit niveau aan te houden. Ik blijf in ieder geval in de buurt van Ben. Na enkele kilometer passeer ik hem zelfs. Nu is het van belang om de rest van de wedstrijd voor hem te blijven. Voor mij loopt er dan iemand met een blauw t-shirt en hem probeer ik in het vizier te houden. Het voelt wel al heel snel aan dat hij deze snelheid ook gaat aanhouden. Inhalen zal dus moeilijk zijn.
Enkele kilometer voor het einde zie ik in de verte nog iemand lopen. Onmiddellijk ben ik ervan overtuigd dat ik mij moet focussen om deze laatste en niet meer op de persoon met het blauwe t-shirt. Stilaan komen we effectief korter, zonder dat ik korter kom bij de persoon net voor me. In de laatste kilometer haalt de loper met het blauwe t-shirt zijn voorganger in. Nu zou ik nog dezelfde klus moeten kunnen klaren. Spijtig genoeg lukt me dit niet meer. De twee personen voor me blijven samen en dus ook voor me.
Mijn (zelf gemeten) eindtijd bedraagt 43’16” voor de 10,4 km. Niet slecht voor mij, al moet ik het zelf zeggen.
Zodra de uitslag ergens beschikbaar is, wordt hier een link geplaatst.