We houden niet op: interval

Tussen Kerst en Nieuw zijn de meeste mensen in verlof, maar de trainingen blijven doorgaan. Op deze woensdag staat er opnieuw een intervaltraining geprogrammeerd.

Na de eindejaarscorrida van DCLA wordt er maar één dagje rust ingelast. Vanavond is het weer tijd voor een intervaltraining met de brokkenlopers o.l.v. Jeroen. Na de corrida en tussen de feestmaaltijden in, mag er wel iets rustiger gelopen worden, tenminste voor zij dit dit kunnen. Het schema ziet er als volgt uit:

  1. 3 x (600-200R) – tempo 1″/100m trager dan 800m-tempo
  2. 6 x (400-200R) – 800m-tempo

Allereerst starten we met een opwarming. Omdat het toch wel vrij koud is, loop ik eerst enkele rustige rondjes op de piste. Daarna lopen we in groep het vaste opwarmingsrondje via de Kastaar. Dit is een goede 5K. In groep lopen betekent duidelijk niet dat er rustiger gelopen wordt. Ook dit keer slaag ik erin om een PR te lopen en zelfs ook een tweede en derde besttijd.

Mijn 800m-tempo bedraagt 22″ sec/100m. Volgens het schema moet ik de 3x600m afleggen in 23″/100m, wat neerkomt op 2’18” op de 600m of lopen aan 3’50” min/km. Het is moeilijk om heel exact af te drukken aan de start- en stoplijn, maar na controle achteraf blijkt toch dat deze telkens afgelegd werden in 2’19”. Ondanks de afstand telkens iets meer dan 600m blijkt te zijn, zit ik toch wel heel dicht in de buurt van de opgelegde tijd. Bovendien loop ik echt wel drie maal een exact dezelfde tijd. Ik begin het ’tempo-lopen’ echt wel te leren.

Zonder pauze schakelen we over naar de 400m. Hier mag het tempo 1″/100m sneller liggen; dit komt neer op 4×22 of 1’28” per piste-ronde. Het begint intussen ook iets drukker te worden op de piste waardoor niet altijd de ‘kortste’ weg kan gelopen worden. Opnieuw lopen we met zijn drieën en loop ik steeds buitenkant van de binnenbaan en zelfs stukken op baan 2. De rondetijden blijven heel constant: 1’28”, 1’29”, 1’29”, 1’28”, 1’29”. De laatste wordt natuurlijk ietsje sneller gelopen en leggen we af in 1’24.8″.

Hierna loop ik nog een beetje uit, maar niet al te lang. Als ik in de Elfkamper (kantine) al een recupdrankje, in de vorm van een donkere La Trappe, gedronken heb, zie ik nog steeds brokkenlopers rondjes draaien.

     


 

Warmathon

Zoals in alle Vlaamse hoofdsteden heeft ook Leuven zijn Warmathon van Studio Brussel. Op 22 december lopen er duizenden mensen voor vele goede doelen, de eigen conditie en gezondheid is hierin niet  begrepen. Niet allen ik, ook de kids (Tibo&Tobi) staan te springen om hier een langere duurloop van te maken.

Er is sowieso te weinig parkeerplaats rond dit provinciaal domein en na onze langere duurloop nog naar huis te lopen of te fietsen, is niet aangeraden. We hebben geluk: moeder, de vrouw, brengt ons en komt ons halen. Iets over vier kunnen we vertrekken richting het provinciaal domein in Kessel-Lo. In de Domeinstraat is al duidelijk dat parkeren geen zin heeft. Het is er overdruk. Bovendien is dit een straat waar bewoners de straat gebruiken als privéparkeerplaats en waardoor het verkeer helemaal in het honderd loopt.

Rond half vijf hebben wij, Tibo, Tobi en ik, ons borstnummer en kunnen we beginnen aan onze rondjes. Het is al vrij druk op de ‘baan’ maar met het rustige tempo lukt het net. Het is ongelooflijk leuk om samen met je kinderen te kunnen lopen op een dergelijk evenement. We doen onze hobby en dit voor het goede doel. De kilometers tikken vlot aan, zelfs het aantal rondjes.

Tijdens het vijfde rondje, dit is na 12km, moet ik hen bijna verplichten om het rustiger aan te doen. Bij de passage aan de start-aankomst moeten zij eerst even wat wandelen en daarna mogen ze kiezen: verder lopen, wandelen of stoppen. Ik loop intussen iets vlotter verder en zal hen wel inhalen.

Terwijl de rondjes volgen, wordt het vlot lopen steeds moeilijker. Het is nu echt wel druk. Er zijn vooral heel veel kinderen aan het lopen en deze doen er alles aan opdat je niet kan inhalen. Kinderen hebben precies een afwijking. Zij lopen niet mooi vooruit, maar lopen kriskras over de smalle weg, waardoor het inhalen nog moeilijker wordt. Ondanks mijn iets hogere snelheid dan de gemiddelde loper, kom ik T&T maar niet tegen. Waar zitten die? Zijn ze gestopt?

Na een hele tijd zie ik ze eindelijk. In plaats van te stoppen na 5 ronden, lopen ze nu samen met enkele meisjes en zijn dus niet te stoppen.

Na 10 ronden ga ik ervan uit dat zij ook gestopt zijn en ik neem de uitgang. Hier krijg je dan een herinneringsmedaille en een flesje water. Na een poosje wachten passeren de jongens en die weten van geen ophouden. “Wij doen nog een rondje!”, schreeuwen ze uit. Ik klim vlug de omheining over en doe samen met hen er nog een rondje bij. Uiteindelijk hebben zij 10 ronden afgelegd. Dit is meer dan 25 kilometer!!

Na het ophalen van de rugzak en het aankopen van houten vlammetjes, gaat het lopen naar de auto iets moeizamer. Ze zijn nu echt wel moe.

Toch blijf ik me afvragen hoe een 11-jarige 25km kan blijven lopen??

     

Eindejaarscorrida Leuven 2016

Tweede Kerstdag staat dit jaar  in het teken van de eindejaarscorrida van DCLA. Het centrum van Leuven werd helemaal ingepalmd door lopers op verschillende wedstrijden van 1km tot en met 12km.

Na de Warmathon met zijn 28km voelde ik mij toch wel vermoeid. De pijn van de afgelopen dagen in de hamstring was wel veel minder, maar mijn benen waren allesbehalve fris. Op regelmatige tijdstippen voelde ik een lichte pijn aan mijn schenen. De dag na de Warmathon skipte ik al de wekelijkse training en zelfs in het eropvolgende weekend liep ik helemaal niets.

Maandag 26/12/2016 is het weliswaar geen werkdag, toch laat de wekker ons tijdig wakker worden. De kinderen lopen om 10u hun wedstrijd en starten hun opwarming reeds om 9.20u. De weergoden zijn ons dit jaar iets minder goed gezind, want rond 9u regent het echt wel vrij fors. Na de opwarming maken ze zich klaar voor hun wedstrijd. Tobi loopt zelfs in short en singlet; net zoals de “pro’s”.

Net voor 10u klinkt hun startschot van de wedstrijd over 4,2km en zetten er zich bijna 1500 lopers in beweging. Tibo en Tobi zijn goed weg. Als ze dit tempo volhouden eindigen ze bij de eerste 100. Ondanks de regen wordt er zeer goed gelopen. Tobi behaalt de eindstreep na 16’22, wat neer komt op een gemiddeld tempo van 3’55” min/km. Tibo eindigt een goede minuut later met een gemiddeld tempo van 4’12”. Beide eindigen duidelijk bij de eerste 100 (van 1395). Na hun wedstrijd zetten zij hun beste beentje voor de club: ze helpen waterbekertjes uitdelen aan de stand van de Watergroep.

Om 11u, 30 min voor mijn start, begin ik aan mijn opwarming. Na een kwartiertje met wat heen en weer geloop met enkele versnellingen, houd ik het voor bekeken. Een goede 10′ min voor de start heb ik mijn laatste stress-plasje gedaan en begeef ik me naar de start. Ik probeer een plaats te kiezen waar ik niet te veel gehinderd ga worden, maar waar ik ook niet te veel in de weg loop van de snellere lopers. Bij het zien van enkele snellere collega-brokkenlopers weet ik dat ik vrij goed sta. Ze mogen er aan beginnen.

Net voor 11.30u zet de meute zich reeds in beweging, tot aan de startkoord. Niet veel later hoor ik een startschot en kunnen we er aan beginnen. Ik heb nog nooit zo snel naar het station gelopen, ondanks enkele lopers die toch beter wat verder achteraan gestart zouden hebben. Na iets meer dan 500m volgt de eerste bocht en daar heb ik toch al voldoende plaats om deze vlot te kunnen nemen. Toch blijft het vrij druk in de volgende snel-op-elkaar-volgende bochten.

Na de eerste passage over het Ladeuzeplein lopen we door het stadspark. Het ligt er door de regen vrij modderig bij en hier kies ik ervoor om rechts van de bomen te lopen. Het is er vrij smal en inhalen kan hier niet. Na de bomen volgt een nieuwigheid: een extra rondje door het park en bovendien vrij zwaar. ik wist niet dat het hier zo steil klimmend is. In de Vlamingenstraat kies ik opnieuw de zijkant, dit keer om de kleine kasseien te vermijden. De parkstraat is op het einde nog niet geasfalteerd en dus hier moeten we opnieuw opletten. De Karmelietenberg naar beneden lopen doe ik bijna dagelijks, maar nooit aan deze snelheid (>18 km/u).

Vanaf nu is het vooral tempo hoog houden. Meestal loop ik zonder iemand naast me en kan dus goed mijn eigen weg kiezen. Ik blijf steeds lopers inhalen en wordt zelf niet ingehaald. Dit wil ik zo houden. Op het einde van de eerste ronde, na bijna 8K dus, krijg ik het even wat moeilijker. Net op dat moment kom ik net weer iets korter op enkele voorliggers en dit zet me aan om nog minstens even hard door te gaan.

De Bondgenotenlaan opnieuw aflopen gaat vrij goed. Net aan de bocht haal ik Stijn in en moedig hem nog aan. Zelf haal ik er extra energie uit om de laatste 3,5 km door te gaan tot het uiterste. De tweede passage over het Ladeuzeplein en vooral door het stadspark is echt wel zwaar. De laatste kilometers zullen nog afzien worden. Ik hoorde iemand tellen en zat toen op de 78ste positie. Dit wil ik niet meer verliezen. De Naamsestraat naar beneden lopen gaat echt snel. Het ommetje via het Hogeschoolplein gaat minstens even snel. Daarna wordt het afzien en besef ik amper waar ik loop. Ik kijk niet meer rond en weet enkel waar ik loop t.o.v. de finish. De laatste 800m pers ik er alles nog eens uit.

Uiteindelijk zie ik de finish (na 45’54”) en heb onmiddellijk een goed gevoel. Ik heb sneller gelopen dan ooit. Mijn snelste tijd op de 10K heb ik vandaag ook verbeterd: 38’27” (Bron: Strava)

     

 

Sequoia, met stevige versnelling

Vandaag loop ik nog maar eens de Sequoia-ronde; de volledige dit keer.

We lopen met verschillende collega’s van het werk en we houden het echt wel rustig dit keer, heel rustig zelfs. De eerste kilometers worden afgelegd onder de 10 km/u.

Na 2,5 km worden we ingehaald door Paul Verbeek. Het is alweer een tijdje geleden dat ik hem zag en dus loop ik verder met hem mee. De snelheid ligt dan natuurlijk een stuk hoger. Ondanks de hogere snelheid kunnen we toch wat bijpraten.

Na 4 km draai ik rechtsaf en schakel dan nog een versnelling hoger. Ik ga ervan uit dat de anderen een vroegere ‘afslag’ genomen hebben en dat ik hen opnieuw kan inhalen. Mijn snelheid komt dan ook boven de 15 km/u te liggen. Het duurt natuurlijk wel een tijdje eer ik ze opnieuw zie. Ze hebben toch wel die ‘afslag’ genomen?

Pas bij het verlaten van het bos, ter hoogte van residentie Groenveld zie ik ze in de verte voor me uitlopen. Op dat ogenblik versnel ik nog wat extra, ondanks de weg hier voor positieve hoogtemeters zorgt. Net aan de ingang vand e IMEC-toren haal ik ze effectief in. Met een hartslag boven de 180 hs/min wordt het tijd om opnieuw wat rustiger te lopen, opnieuw aan 10 km/u.

Voorbij de tunnel is het nog een 700m en lopen we minder traag met zelfs een vrij stevige beklimming van de Karmelietenberg.

 

    


LSD langs de Leuvense vaart

Na enkele dagen (verplichte) rust trek ik op een mistige zondagmiddag opnieuw de loopschoenen aan voor een langere duurloop. Hopelijk zonder pijn.

Reeds tijdens mijn laatste intervaltraining voelde ik een lichte pijn in mijn rechter hamstring. De dagen nadien voelde ik een toch wel verontrustende pijn. Wijselijk heb ik dan toch maar enkele dagen niets gelopen. Zaterdag, gisteren dus, was de pijn zo goed als weg en maakte ik opnieuw plannen om te gaan lopen.

Vandaag kan er opnieuw gelopen worden. Het wordt een rustige duurloop naar en langs de vaart vanuit Leuven richting Mechelen. We zien wel hoever we geraken. Allereerst moet er naar de vaart zelf gelopen worden. Het hoofddoel blijft pijnvrij te lopen en dan vooral lettend op een rustige hartslag. Met dit mistige en frisse weersomstandigheden kies ik toch voor een dun vestje boven een T-shirt en een loopshirt en mét handschoenen.

Op de weg naar Leuven kan ik mijn hartslag vrij goed onder controle houden. Deze blijft vrij nauwkeurig tussen de 132 en de 135 hs/min schommelen. Eénmaal lopend langs de vaart blijft dit de strategie. De hartslag blijft steeds maar net boven de 130 hs/min hangen. Het tempo ligt maar net boven de 5′ min/km. De vraag wordt dan eerder hoe ver ik langs de vaart blijf lopen. Na bijna 6k begon ik op het jaagpad te lopen en het einde is dit keer op het einde van de vaartkom. Als ik dus na 10k langs de vaart rechtsomkeer maak, kom ik uit op 25k. Ik voel geen pijn en besluit daar om toch nog wat verder te lopen. Zou 30k geen mooi afstand zijn?

Op 18k maak ik dan rechtsomkeer. Op dat ogenblik liep ik al een tijdje op een onverharde ondergrond tussen Tildonk en Kampenhout. Hopelijk had ik geen rugwind en moet ik met tegenwind terug lopen. Zelfs na het keerpunt blijf ik met dezelfde cijfers lopen. De snelheid ligt net boven de 12 km/u en toch blijft mijn hartslag onder de 135 hs/min.

Na enkele kilometer voel ik toch dat het moeilijker wordt om de hartslag zo laag te houden. Nochtans heb ik geen enkel probleem om de snelheid boven de 12 km/u te houden. Wat moet ik nu doen? Moet ik vertragen om de hartslag terug te laten afnemen of mag ik doorlopen aan dezelfde snelheid? Misschien is het niet verstandig, maar ik kies om het tempo onder de 5′ min/km te houden. De hartslag blijft vanaf dan steeds langzaam toenemen.

Toch maak ik mij niet ongerust. De hartslag ligt intussen boven de 140 hs/min, maar blijft steeds onder de 145 hs/min liggen. Alles onder controle dus. Ter hoogte van het einde van de vaart in Leuven kom ik net nog niet aan 30k en moet dus een klein ommetje maken om toch met een volle 30k deze mistige zondagloop af te sluiten.

De hamstringpijn blijkt opnieuw onder controle te zijn. Slechts af en toe was er nog een lichte pijn voelbaar, maar hiervoor maak ik mij toch geen zorgen meer. We zijn opnieuw aan ’t lopen en dat is het enige wat telt.

     

The fun-part of my life (open to public)