Schneider Electric Marathon de Paris 2017

Hier volgt mijn verslag van mijn Parijse marathon.

Waar begin je een verslag van een marathon? Bij het begin van de training? De laatste week? Aan de start? Bij de 30km?
Het begint eigenlijk bij de idee om een marathon te lopen. Deze marathon is reeds mijn vijfde marathon en ik begin bij mijn laatste drie weken. Hiervoor liep ik niet volgens een schema. Ik train woensdag en vrijdag samen met de ‘brokkenlopers‘ van DCLA. Andere weekdagen loop ik tijdens mijn middagpauze en in het weekend probeer ik een langere duurloop af te werken.

De laatste drie weken probeer ik wel een schema te volgen, zijnde het schema uit het boek van Paul Van Den Bosch ‘Looptraining van A tot Z’. Hierin staan verschillende schema’s en de bijhorende theorie. Mijn doel is om ooit de marathon te lopen binnen de 3 uur. Mijn laatste (New York 2016) liep ik in 3u14′ en er is dus nog veel werk aan de winkel. Ondanks de betere conditie word ik snel met de neus op de feiten gedrukt. Het schema van 3 uur begint met de stelling dat je 10K moet kunnen lopen 35 à 36 min. Hier zit ik toch nog enkele minuten boven. Mijn doel voor Parijs ligt sowieso nog niet op die 3 uur, ook al droom ik er wel stilletjes van. Ik blijf realistisch en hoop in het najaar van 2017 deze grens te passeren. Middenin de vorige besttijd (3u14′) en het eigenlijke doel (3u00) ligt 3u07′. 7 minuten betekent 10″ per km op een marathon. Ik moet dus gemiddeld 4’25” min/km kunnen aanhouden. Met dit schema leer ik nieuwe intervallen lopen, zoals 2×5000, 3×3000 en 8×1000.

Drie weken voor de eigenlijke marathon loop ik de VijverRun33 in Heusden-Zolder in 2u21′ en blijf daar vlot onder de 4’25” min/km. Het zou dus moeten lukken. Het gelopen tempo is zelfs het tempo om de marathon op 3u te finishen! Toch blijf ik realistisch en blijf 3u05′ als doel stellen voor deze marathon. Ik start bovendien in het sas van 3u15 en het zou daar wel eens druk kunnen worden.

Daags voor de marathon reis ik samen met de familie af naar Parijs. Na de check-in van het hotel begeven we ons naar het ‘Salon du running’ in de Expo-hallen. De laatste dag van het salon is het natuurlijk heel druk. Door extra veiligheidsmaatregelen is het lang aanschuiven eer we binnen kunnen.

Het borstnummer afhalen kan pas gebeuren na controle van je medisch certificaat. Daarna is het shoppen geblazen in de talrijke standen van  meer dan je ooit voor mogelijk houdt. Met enkele officiële T-shirts van Asics voor mezelf en voor de kids  gaan we richting aankomstzone op de Avenue Foch.


 

Hier loop ik niet alleen de laatste meters; hier zie ik na de aankomst, mijn supporters/familie terug. 

Hierna keren we terug naar het hotel. Daar worden de marathonlopers echt in de watten gelegd. Er is niet alleen een speciale menu voorzien ’s avonds. Er wordt zelfs voor extra vroeg ontbijt gezorgd op zondagmorgen. Rond 7u begeven we ons naar de startzone waar het op dat ogenblik nog vrij rustig is. Na een korte opwarming begeef ik mij in de voorziene zone van 3u15. Het blijft de bedoeling om toch iets sneller te lopen en daarom wil ik vrij vooraan staan van dit sas = startbox. Niet veel later wordt het echt wel druk.

Na de start van de elite-lopers en de lopers van de 3u00, komt er in mijn vak ook al beweging richting startboog. Om 8u25 worden wij gelost en kan ik aan mijn marathon van Parijs beginnen.

Wetende dat de eerste kilometers licht dalend zijn, probeer ik toch de snelheid niet te laag te houden. Anderzijds is het van belang om niet te snel van start te gaan. Na 1K bedraagt mijn hartslag reeds 160 hs/min en dat is hoger dan gepland. De afgelopen dagen heb ik wel al eens problemen gehad met de hartslagmeter, maar nu blijkt de hartslag toch wel stabiel, enkel iets te hoog. Hopelijk vergaloppeer ik me niet en krijg ik hier straks geen spijt van. Na exact 5K staat de chrono op 21’36”.

Ik blijf me goed voelen en na de eerste bevoorrading kan ik zonder problemen dit tempo aanhouden. Dit tempo is wel iets te laag om onder de 3u te eindigen, maar liever net boven de 3u dan helemaal stilvallen. De tweede 5K leg ik af in 21’49” wat na 10km neerkomt op  43’25”.

In het Bois de Vincennes moet er eerst licht geklommen worden tot ongeveer aan km15. Na exact 14K staat mijn klok net boven het uur. Dit had beter onder het uur geweest. Eén km verder wordt opnieuw een officiële tussentijd gemeten: 1u04’46” (10-15 in 21’21”). Ik panikeer niet en houd mijn tempo stabiel. Intussen staat de zon achter ons en schijnt ze niet meer pal in het gezicht. De temperatuur valt al bij al nog mee. Mede dankzij licht dalend parcours leg ik de vierde 5K af in 21’00”. (20k: 1u25’46”). Halfweg passeer ik in 1u30’27”. Met deze tussentijd moet ik een stevige negatieve split lopen om onder de 3 uur uit te komen, maar nu komen de tunnels eraan. Dit betekent telkens een afdaling en een korte klim.

Bij het uitkomen van de tweede tunnel voel ik de eerste kramp in de rechterkuit opkomen. We zijn amper 27km ver!! De laatste 5K (20-25k) heb ik nochtans afgelegd in  21’09” . Op dit ogenblik ligt mijn gemiddelde snelheid onder het 3 uur tempo. Deze kramp wil ik echt niet meer voelen. Voorzichtigheid is dus geboden. Ik heb bij elke bevoorrading zoveel mogelijk gedronken.

Op 28km, na 2/3 wedstrijd bedraagt mijn tijd net onder de 2u! Ik zit zelfs op schema om onder de 3u uit te komen. Van 25-30km heb ik 21’30” nodig. Dit is opnieuw enkele seconden boven het gewenste tempo. De hoop die ik had op km28 is hier al verdwenen. De krampen blijven zich gevaarlijk manifesteren en ik durf echt niet versnellen. Het enige doel is dit tempo aanhouden. Ik blijf intussen veel mensen inhalen. Ondanks het gevaar op een volledige kramp, kan ik het tempo aanhouden. De helling op km 32-33 merk ik enkel aan de verhoogde hartslag. Deze komt intussen al in de buurt van de 170 hs/min te liggen. De hogere temperatuur is daar natuurlijk ook verantwoordelijk voor. De voorlaatste blok van 5K (30-35) wordt nog steeds afgelegd in 21’40”. Ik zal dus toch onder de 3u05′ uitkomen en daarvoor had ik op voorhand willen tekenen.

De laatste kilometers blijven de kuitspieren alle aandacht opeisen. Ik probeer zo voorzichtig mogelijk te lopen en let dus permanent op mijn loopstijl. Gelukkig liggen deze kilometers ook in een boomrijke omgeving en is het hier aangenaam lopen. Van 35-40km (in 21’58”) loop ik echt wel sneller dan iedereen rondom mij. Ik denk niet dat iemand mij de laatste 10km heeft ingehaald. Ondanks de pijn die je overal rond je ziet, blijf ik mij goed voelen. Ik heb me al neergelegd bij het feit dat een sub3Hr er vandaag niet inzit en besef dat ik er toch niet te ver van verwijderd ben. De 40km passeer ik na 2u52. Zelfs met een sterke laatste 2K geraak ik er niet meer onder.

Intussen is het uitkijken naar het laatste rond punt en de laatste rechte lijn. Ik ben gespaard gebleven van de echte krampen en loop dus met de glimlach de laatste rechte lijn op. Met een tijd van 3u01’47” ben ik toch bijna 2 minuten boven de 3 uur geëindigd, maar ik loop opnieuw een marathon zonder de man met de hamer tegen te komen. Dit keer is het geen negatieve split, maar met minder dan een minuut verschil tussen de eerste en de tweede helft, mag ik deze marathon toch opnieuw als geslaagd beschouwen. Bovendien verbeter ik mijn PB met 12,5 minuten op 5 maanden tijd!

Mooi sfeerbeeld: Video:

 

        

Mijn persoonlijke video (verschijnt na filmpje Asics)

Blijven lopen, rustig toch

De taperperiode is al een tijdje bezig, maar we blijven lopen.

Dit keer loop ik niet tijdens mijn middagpauze, maar voor een keer wacht ik tot in de late namiddag, na het werk. Bovendien loop ik zelfs met begeleiding van mijn zoon, met de fiets.

Het is en blijft een rustige duurloop. We komen steeds korter bij de marathon (D-12) en we beperken de duurlopen steeds verder. Toch loop ik vandaag nog eens een 20k en dat zelfs met enkele hellingen richting Pellenberg, het hoogste punt van Vlaams-Brabant.

Alles verloopt perfect. Ik moet enkel twee keer wachten op mijn begeleider.

 

        


 

Verkorte Horstroute, maar met Chartreuze

Na de mislukte intervaltraining van afgelopen vrijdag, is het op zondag opnieuw tijd voor een LSD. Dit keer probeer ik echt langzaam te lopen.

Twee weken voor de marathon mag er nog een lange duurloop gelopen worden. De volledige Horstroute is toch wat te lang en daarom kies ik voor een verkorte versie. Ik loop niet via Kessel-Lo, maar kies in Holsbeek de weg naar Linden. Hiervoor moet ik dan wel de Chartreuzeberg over lopen.

Ik mag zeker niet te intensief lopen en houd mij dan ook aan een heel rustige snelheid, tussen 12 -12,5 km/u, met een hartslag in de buurt van de 130 hs/min.

Er is duidelijk een MTB-event in de buurt want ik kom veel meer fietsers tegen dan anders. Het geeft wel een beetje afwisseling. Het parcours ken ik intussen en langzaam lopen geeft toch veel minder denkwerk dan een stevige tempoloop. De verveling treedt net niet op, maar het scheelt alvast niet veel.

Na 22km rustig te lopen ligt mijn hartslag nog steeds tussen de 130-135 hs/min, maar kan ik nu beginnen aan de Chartreuze. Heel vaak kom ik hier niet en dus wil ik wel eens testen wat voor vlees ik nog in de kuip heb. Het steilste stuk is toch zo’n 600m lang en dat is net iets te veel om echt van in het begin alles te geven. Er moet dus toch wel wat gedoseerd worden. Een PR wordt er alvast gelopen, maar algemeen (op Strava natuurlijk) blijf ik toch steken op een 12e plaats.

 

        


 

Afgebroken interval

Het was te voorspellen: met een volle maag lopen is geen goed idee.

Als je in de namiddag een BBQ hebt en je laat je eens goed gaan aan alle lekkernijen, dan kan je ’s avonds geen interval afwerken.
Deze jongen heeft het toch geprobeerd.

Enkele uren na het laatste stuk vlees en enkele drankjes kleed ik mij om en vertrek richting Finse piste voor een intervaltraining. Op het schema staat:
WU + 4000+2×2000+2×1000 + CD

Aan een gezapige snelheid van 12,5 à 13 km/u loop ik van thuis naar het Heuvelhofpark waar ik eindig met enkele korte versnellingen om de benen goed wakker te schudden.

Hier gebruik ik de Finse piste als afstandsmeter. Ik loop zoveel mogelijk net naast de boomschors. Deze zachte ondergrond zou de snelheid te veel belemmeren en dan heb ik helemaal geen idee welke snelheid ik ‘echt’ zou lopen.

De eerste 4 rondjes zijn al vrij zwaar. Natuurlijk moet een intervaltraining vrij zwaar zijn, maar toch voel ik hier al dat de kortere snellere stukken echt moeilijk zullen worden. Toch kan ik steeds iets sneller blijven lopen, met een snelheid van 15 km/u (=4′ min/km) bij de eerste ronde tot 15,4 km/u (=3’46″‘ min/km) bij de laatste ronde. Daarna is het echt hoog tijd voor rust.

Te veel rust is natuurlijk niet goed en amper 400m later begin ik aan een eerste 2000m. Onmiddellijk voel ik mijn maag protesteren en krijg een stevige pijnscheut te verwerken. Toch probeer ik door te bijten. De eerste 1000m loop ik in 3’42” maar de tweede is te zwaar. Ondanks deze rond in 3’55” besluit ik om ermee op te houden. Zowel de pijn als de snelheid zijn niet vol te houden. Ik had duidelijk mijn schema moeten aanpassen of veel minder moeten eten vanmiddag!!

Na even wandelen kan ik toch opnieuw op een normale manier verder lopen, maar dan wel huiswaarts.

Het is toch steeds beter om een training af te breken, dan te forceren. Nog beter was geweest om iets vroeger rekening te houden met wat later komen moest.

        


The fun-part of my life (open to public)